Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de spreekaantekeningen van [eiser] ;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. De vordering van [eiser] betreft inzage in een manuscript van een boek dat [gedaagde] heeft geschreven, waarin een personage op [eiser] is gebaseerd. De partijen hebben een affectieve relatie gehad en hebben samen een minderjarige dochter. De procedure is gestart na een verzoek van [eiser] om inzage in het manuscript, omdat hij vreest dat het boek onrechtmatige uitlatingen over hem en zijn dochter bevat. [gedaagde] heeft echter geweigerd om inzage te geven, wat heeft geleid tot de vordering in kort geding.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor [eiser] om inzage te krijgen in het manuscript voordat het gepubliceerd wordt. De rechter heeft een belangenafweging gemaakt tussen het recht op vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van [eiser]. De rechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] moet worden bevolen om [eiser] inzage te geven in het manuscript gedurende twee weken voor publicatie, op straffe van een dwangsom. De vorderingen van [eiser] om publicatie te verbieden en om de verkoop van het boek te staken zijn afgewezen, omdat het boek nog niet gepubliceerd is en er geen bijzondere omstandigheden zijn die een verbod rechtvaardigen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.