In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om aanpassing van haar woonwagen, zodat deze geschikt is voor gebruik met een elektrische rolstoel. Eiseres, die lijdt aan een progressieve spierziekte, had eerder een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk. De aanvraag werd afgewezen op 30 januari 2023, en het college bleef bij deze afwijzing na het indienen van bezwaar door eiseres. De rechtbank heeft het beroep op 23 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. Eiseres had niet aangetoond dat zij was verhuisd naar de meest geschikte woning voor haar beperkingen. De rechtbank oordeelt dat de woonwagen aan [locatie 2] niet rolstoeltoegankelijk is en dat de kosten voor aanpassing te hoog zijn in verhouding tot de mogelijkheden die het college had geboden. Eiseres had niet de schriftelijke toestemming van het college om te verhuizen naar de woonwagen, wat een vereiste was volgens de geldende verordening. De rechtbank wijst erop dat de urgentieverklaring die aan eiseres was afgegeven niet als schriftelijke toestemming kan worden opgevat.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor aanpassing van de woonwagen in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om voorafgaand aan een verhuizing de geschiktheid van een woning te verifiëren in het kader van de Wmo 2015.