Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.COMFORT PARCS NEDERLAND B.V.,
2.
COMFORT PARCS O.R. B.V.,
3.
COMFORT PARCS OCHTEN B.V.,
4.
COMFORT PARCS WEERT B.V.,
5.
PENTAGON AMSTERDAM B.V.,
ORNIX INVEST B.V.,
STICHTING SOLIDITÉ,
STICHTING SAUNDERS,
1.De procedure
2.De feiten
- de schuldenaar een boete van 8% over de hoofdsom verschuldigd is indien de hoofdsom niet tijdig wordt terugbetaald;
- de schuldenaar een (boete)rente van 8% verschuldigd is indien betalingsverplichtingen niet (tijdig) worden nagekomen gedurende het eerste jaar van niet- of niet tijdige nakoming;
- de schuldenaar een (boete)rente van 10% verschuldigd is indien betalingsverplichtingen niet (tijdig) worden nagekomen na het eerste jaar van niet- of niet tijdige nakoming;
- de schuldenaar 8% rente over de achterstallige rente en over de achterstallige boeterente moet betalen gedurende het eerste jaar van achterstalligheid;
- de schuldenaar 10% rente over de achterstallige rente en over de achterstallige boeterente moet betalen na het eerste jaar van achterstalligheid.
€ 300.000,00 bij ondertekening van deze overeenkomst
€ 200.000,00 voor of uiterlijk op 31 januari 2016.
in aanvulling op artikel 9 van de geldleningsovereenkomst is er sprake van een ‘Event of Default’ indien Comfort Parcs zijn in artikel 2.6 van deze overeenkomst bedoelde betalingsverplichtingen niet, niet geheel of niet tijdig nakomt.
zal uiterlijk zaterdag 30/9 met € 330.000,00 worden afgelost, en zo mogelijk eerder en met een hoger bedrag. […]
3.Het geschil
primair: zal verklaren voor recht dat CPN en Pentagon ook na de OM-beslagen gehouden zijn om te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van de met [ged.conv./eis.reconv.] gesloten geldleningsovereenkomsten en dus onder meer de overeengekomen rente en boete over de hoofdsommen, althans over het restant van de hoofdsom(men), verschuldigd zijn aan [ged.conv./eis.reconv.] tot het moment van algehele terugbetaling, althans een door de rechtbank te bepalen moment, althans
primair: zal verklaren voor recht dat CPN en Pentagon in verzuim zijn en dat [ged.conv./eis.reconv.] als hypotheekhouder bevoegd is om over te gaan tot executoriale verkoop van de onderpanden die zijn genoemd in de hypotheekakte van 29 oktober 2015, althans
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
“the End Outstanding interest is still correct”. [ged.conv./eis.reconv.] heeft gemotiveerd betwist dat zij afstand heeft gedaan van haar aanspraken op boeterente en boete, onder meer onder verwijzing naar de bepalingen in de VSO waarin staat dat de geldleningsovereenkomsten (afgezien van de in de VSO opgenomen wijzigingen) onverminderd van kracht blijven. Zij heeft er ook op gewezen dat het in de e-mail van [naam 1] van 5 september 2017 alleen gaat over de openstaande bedragen aan reguliere rente (“regular interest”), hetgeen dus niets zegt over boeterente en boetes.
5.De beslissing
3 april 2024voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juli tot en met oktober 2024, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,