In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 maart 2024 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap IJSVOGEL RETAIL B.V. en twee gedaagden, voormalige werknemers van de eisende partij. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], onrechtmatig hebben gehandeld door producten van IJSVOGEL te ontvreemden. Dit oordeel is gebaseerd op een tussenvonnis van 12 juli 2023, waarin de rechtbank voorshands heeft geoordeeld dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die IJSVOGEL heeft geleden door deze ontvreemding. De rechtbank heeft de gedaagden in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren, maar heeft geconcludeerd dat zij hierin slechts gedeeltelijk zijn geslaagd. De rechtbank heeft de schade, die door IJSVOGEL is geleden, vastgesteld op een totaalbedrag van € 83.206,31, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de kosten die IJSVOGEL heeft moeten maken ter vaststelling van de schade, alsook de beslagkosten en proceskosten. De rechtbank heeft de vordering van IJSVOGEL in grote lijnen toegewezen, met uitzondering van enkele producten waarvan de ontvreemding niet voldoende was onderbouwd. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.