ECLI:NL:RBGEL:2023:7227
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking over loonvordering na opzegging dienstverband door werkgever met familieband
In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, wordt een loonvordering behandeld van een werknemer tegen zijn werkgever, die tevens zijn vader is. De werknemer, die sinds 2005 in dienst is, heeft een loonvordering ingediend na de opzegging van zijn dienstverband op 4 juni 2023. De werkgever heeft zich beroepen op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, verwijzend naar de familieband en de financiële situatie van zijn bedrijf. De kantonrechter oordeelt dat dit beroep niet slaagt. De werknemer heeft recht op achterstallig loon, vakantiegeld en een transitievergoeding. De kantonrechter wijst de werkgever op zijn verplichtingen en stelt bewijsopdrachten vast voor beide partijen. De werknemer moet bewijzen dat hij vóór 1 augustus 2020 een hoger loon ontving dan op de loonstroken staat vermeld, terwijl de werkgever moet aantonen dat de werknemer zijn vakantiedagen heeft opgenomen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en verdere beslissingen worden aangehouden.