Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het vonnis van 5 juli 2023;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 11 oktober 2023.
2.De feiten
een bankgarantie of waarborgsom doen stellen/betalen ter grootte van een bedrag van € 36.300,00(zegge:
ZESENDERTIGDUIZEND DRIEHONDERD EURO).
Door ondertekening op de daarvoor bestemde plaats op de laatste pagina van deze overeenkomst verklaart [bedrijf 2] ., (zelfstandig bevoegd bestuurder en (indirect) enig aandeelhouder van huurder) zich garant voor de nakoming van het stellen van de bankgarantie of de betaling van de waarborgsom.”
Omschrijving
makelaar [gedaagde 1+2] , toevoeging rechtbank]: Ik lees dat het pand in 2008 is opgebouwd. In 2017 is het (voor zover ik kan zien) ingrijpend verbouwd. Kun jij de oorspronkelijke tekening ook achterhalen? Wat is er aangepast in 2017? Ik vraag dat met name omdat het gebouw vrij specifiek is gemaakt (lees: minder courant). Bij een eventuele opvolgende huurder zullen er dus mogelijk nogal (ingrijpende) wijzigingen noodzakelijk zijn.
makelaar [eiser] , toevoeging rechtbank]
:Startbouw is 2008. verbouwing/renovatie is van 2012. Bijgaand de tekeningen met de meters en huidige indeling (…)
makelaar [gedaagde 1+2] , toevoeging rechtbank]: De tekeningen met de huidige indeling waren al bekend. Maar ik kan nu nog steeds niet zien welke aanpassingen er in 2107 (tot 2021 ?) zijn gedaan. Huurder zal misschien niet snel een vergelijkbare locatie vinden, maar de financiële positie van de huurder is uitermate slecht. Het gaat dus om de mogelijkheden als deze huurder opzegt of eerder te maken heeft met discontinuïteit. Daarvoor wil ik de oorspronkelijke situatie kennen.
makelaar [eiser] , toevoeging rechtbank]
:Het gehele gebouw is binnen en buiten volledig gerenoveerd/verbouwd in 2012. Bijgaand het creditsafe rapport van de vorige huurder. Het bedrijf bestaat al langer en is dus in 2021 overgedragen.
makelaar [gedaagde 1+2] , toevoeging rechtbank]
:Kan verkoper wat meer vertellen over de huurder.
Is er tot op heden telkens op tijd betaald (voor of op de eerste van de maand)? De huurder is een ‘spiksplinternieuwe BV’(er is ook nog geen jaarrekening beschikbaar) waar een moeder boven zit die een enorm negatief eigen vermogen heeft (bijna 20 miljoen – zie bijlage).
Kunnen we donderdag even kort met de huurder spreken?
makelaar [eiser] , toevoeging rechtbank]
:Het bedrijf is in 2021 overgenomen door [betrokkene] die daarvoor ook aandeelhouder is geweest. hij heeft twee andere aandeelhouders uitgekocht. Gezien de complexe structuur hebben ze na de overdracht het één en ander aangepast en vereenvoudigd. [betrokkene] heeft een behoorlijk eigen vermogen.
makelaar [gedaagde 1+2] , toevoeging rechtbank]
:Het vetgemaakte deel van de vragen is nog niet beantwoord. Ik had de jaarstukken van [bedrijf 2] gezien en ook gezien dat daar een mooi eigen vermogen in zit. Maar, het eigen vermogen van [betrokkene] is niet heel relevant: hij heeft immers alleen de bankgarantie getekend en niet de huurovereenkomst (meegetekend).
makelaar [eiser] , toevoeging rechtbank]
:De huur is telkens op tijd betaald, de huurder zal de rondleiding doen dus je kan wel wat vragen. (…)”
artikel 4 Eigendomsoverdracht.
uiterlijk 1 november 2022,of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen (…).
bedrijfspand met kantoorruimte. (…) Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn.
Huurovereenkomst tussen [eiser] en [bedrijf 1]
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
eventuele uitstaandewaarborgsommen bij de overdracht ter beschikking van de koper worden gesteld. Dit betekent dat [gedaagde 1+2] alleen recht had op verrekening van een waarborgsom bij de overdracht van de onroerende zaak als er een waarborgsom uitstond. [gedaagde 1+2] heeft de stelling van [eiser] dat de huurder aanvankelijk de helft van de waarborgsom heeft betaald en die helft later heeft verrekend met de huurpenningen niet weersproken. Ook heeft [gedaagde 1+2] niet weersproken dat [eiser] met die verrekening heeft ingestemd. Daarom moet er vanuit worden gegaan dat de huurder geen waarborgsom aan [eiser] had betaald en dat er dus ook geen waarborgsom als bedoeld in artikel 7.3 sub b uitstond. Omdat er geen sprake was van een uitstaande waarborgsom, was [eiser] ook niet gehouden om bij de levering van de onroerende zaak een waarborgsom aan [gedaagde 1+2] ter beschikking te stellen. Dat [eiser] is tekortgeschoten in de nakoming van artikel 7.3 sub b van de koopovereenkomst is dan ook niet gebleken.