Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser 1]
2.
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
“(…) Het heiligbeen is dus niet volledig vergroeid zoals dat hoort te zijn. Dit is een aangeboren anatomische variatie en dus vanaf de geboorte al aanwezig. Verder is er vernauwing met botverdichting tussen de 5e en de 6e (…) spinaaluitsteeksels (kissing spines) (…)”.
“(…) acht ik de kans dat dit paard goed gaat functioneren in de sport zeer gering”.
“(…) Uit de beeldvorming via de CT is het, mede gezien het klinische beeld en de anamnese, aannemelijk dat ook de kissing spine al aanwezig was op moment van aankoop. (…)”.
het verdovingsonderzoek. Het antwoord is dus een klinisch bevestigd ja.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Verder is er vernauwing met botverdichting tussen de 5e en de 6e lumbaale spinaaluitsteeksels (kissing spines)” (zie r.o. 2.8), is deze stelling onjuist, nu uit hetzelfde rapport blijkt dat [betrokkene 6] dit heeft geconcludeerd naar aanleiding van het CT-onderzoek en niet naar aanleiding van de röntgenfoto’s.
Bij dit paard lijkt het me zeer waarschijnlijk dat er sprake is van een aangeboren afwijking of trauma dat op jonge leeftijd is ontstaan”. De rechtbank volgt de stelling van [gedaagde] niet. Het uitverdoofonderzoek – waaruit volgt dat de klachten worden veroorzaakt door de vergroeiing van het heiligbeen – heeft plaatsgevonden nadat de verklaring van [betrokkene 5] is opgesteld. Bovendien is – in de hypothetische situatie dat de klachten zouden worden veroorzaakt door een ongeval – met deze verklaring niet onderbouwd dat een ongeval na de koop van het paard heeft plaatsgevonden. Volgens dierenarts [betrokkene 6] kunnen de gevonden afwijkingen niet door een ongeval zijn ontstaan, omdat op de CT-scan geen enkele aanwijzing te zien was dat de integriteit van het bot verstoord is geweest.
€ 1.532,00(2,0 punten × tarief € 766,00)