Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
- [naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] ,
- [naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , en
- [naam minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] .
3.Het verzoek en het verweer tevens zelfstandig verzoek
4.De beoordeling
- de echtscheiding,
- de hoofdverblijfplaats van de kinderen, en
- het bevel tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, met benoeming van een notaris en onzijdig persoon als volgens de wet,
“(…) met een mes (onder andere) in haar borststreek en arm heeft gestoken. Als gevolg daarvan heeft zij een klaplong, een scheur in de nierschors en meerdere steek- en snijwonden opgelopen. Met deze handelingen heeft de man een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit.”Tevens is gebleken dat de (nog jonge) kinderen tijdens dit incident ook in de woning aanwezig waren en de gevolgen hiervan hebben kunnen zien. Door tussenkomst van [minderjarige 1] is de man gestopt met het geweld tegen de vrouw, en [minderjarige 2] heeft vanuit de wc, waar zij zich had verschanst, 112 gebeld. De meervoudige strafkamer van de rechtbank Gelderland heeft deze gedragingen vastgesteld en gekwalificeerd als poging tot doodslag. De rechtbank is van oordeel dat dit gedrag van de man zodanig ernstig grievend is, dat het op grond van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn als de vrouw een bijdrage aan de man zou moeten betalen voor zijn levensonderhoud. Daarbij gaat de rechtbank voorbij aan het verweer van de man dat, onder verwijzing naar een uitspraak van de Hoge Raad van 7 mei 2010, mishandeling onvoldoende grond is om tot matiging van de wettelijke onderhoudsbijdrage over te gaan. [2] De ernst van het gewelddadige gedrag van de man, dat als poging tot doodslag is geclassificeerd, gaat dat van mishandeling te boven. Het schokkende effect daarvan op de vrouw én de kinderen weegt de rechtbank in dit geval zwaarder dan objectieve factoren als de duur van het huwelijk en de leeftijd van de kinderen die mede invulling geven aan het begrip ‘lotsverbondenheid’. De rechtbank wijst het verzoek van de man daarom af.
5.De beslissing
- [naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] ,
- [naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , en
- [naam minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] ,