In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 oktober 2023 een zorgmachtiging verleend op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene die lijdt aan een combinatie van dementie en psychotische verschijnselen. De rechtbank oordeelde dat de actuele zorgbehoefte van de betrokkene bepalend is voor de noodzaak van verplichte zorg, aangezien zij zich verzet tegen opname en er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De mondelinge behandeling vond plaats in de accommodatie van GGNet, waar de betrokkene verblijft, en de rechtbank heeft de betrokkenen, waaronder de behandelaar en neven van de betrokkene, gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, met inbegrip van een schizofreniespectrumstoornis en Lewy body dementie. De symptomen van de betrokkene, waaronder hallucinaties, zijn met elkaar verweven en leiden tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, zoals levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank concludeert dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid om in deze periode een plek in een Wzd geregistreerde accommodatie te zoeken. De beslissing op het overige verzoek is aangehouden tot een nader te bepalen mondelinge behandeling. De rechtbank heeft benadrukt dat de continuering van zorg in een vertrouwde omgeving van groot belang is voor de betrokkene, en dat de Wvggz en Wzd cliëntvolgende wetten zijn die rekening houden met de actuele zorgbehoefte.