ECLI:NL:RBGEL:2023:5916

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
C/05/23/202 R
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing schuldsaneringsregeling met afwijzing verzoek eerdere ingangsdatum

Op 19 oktober 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoekster, die aan de eisen van artikel 288 van de Faillissementswet voldeed, had verzocht om de schuldsaneringsregeling toe te wijzen. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, maar het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de regeling is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn van de schuldsaneringsregeling begint op de dag van de uitspraak, conform artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet, en niet op een eerdere datum zoals door verzoekster was gevraagd. Tijdens de zitting is besproken dat verzoekster in de maanden voorafgaand aan de zitting niet heeft voldaan aan haar verplichtingen in het kader van een minnelijk traject, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om het verzoek tot een eerdere ingangsdatum af te wijzen. De rechtbank heeft de termijn van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak. Tevens zijn mr. S. Boot benoemd als rechter-commissaris en A. Veldhuis als bewindvoerder. De schuldenaar heeft het recht van hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak, waarbij hoger beroep uitsluitend door een advocaat kan worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland
Team insolventies
Zittingsplaats Zutphen
insolventienummer: C/05/23/202 R
uitspraakdatum: 19 oktober 2023

vonnis van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 19 oktober 2023

[verzoekster] , wonende te [adres]
[woonplaats] ,
verzoekster,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 19 oktober 2023. Daarbij is verzoekster gehoord.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
Ten aanzien van verzoekster is voldaan aan het bepaalde in artikel 288 van de Faillissementswet, zodat het verzoek zal worden toegewezen.
De ingangsdatum
De rechtbank zal echter het verzoek van verzoekster om een eerdere ingangsdatum van de termijn van de schuldsaneringsregeling te bepalen afwijzen.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de schuldsaneringsregeling begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
Mede gelet op hetgeen ter zitting is besproken, begrijpt de rechtbank dat verzoekster vraagt om de ingangsdatum niet te bepalen op zes maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis, zoals in het verzoekschrift is gevraagd, maar te bepalen op twee maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis. Vast is komen te staan dat voorafgaand aan de zitting in de maanden augustus 2023, september 2023 en oktober 2023 in het kader van een minnelijk traject niet is afgedragen aan de gemeente ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers, maar wel aan de beslaglegger in het kader van door hem gelegd loonbeslag. Dat in een aantal maanden daarvoor wel in het kader van het minnelijk traject gespaard is voor de gezamenlijke schuldeisers naast de bedragen die door loonbeslag werden ingehouden, maakt niet dat verzoekster voorafgaand aan de toelatingszitting heeft geleefd conform de verplichtingen zoals die ook tijdens de schuldsanering op de schuldenaar van toepassing zijn.
Het betreft een hoofdinsolventieprocedure (art. 3 lid 1 IVO).

Beslissing

De rechtbank:
spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoekster] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] [woonplaats]
bepaalt dat de termijn van de schuldsaneringsregeling achttien maanden bedraagt, te rekenen van de dag van deze uitspraak;
wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum af;
benoemt tot rechter-commissaris mr. S. Boot,
en tot bewindvoerder A. Veldhuis, Postbus 10211, 7301 GE Apeldoorn;
geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenaar gerichte brieven gedurende een termijn van dertien maanden;
stelt bij wijze van voorschot, bij toereikend boedelactief, het salaris van de bewindvoerder vast op het op grond van artikel 2 van het Besluit salaris bewindvoerder schuldsaneringsregeling geldende bedrag.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Boot en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 oktober 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.
De schuldenaar heeft gedurende acht dagen na de dag van de afwijzende beslissing in deze uitspraak het recht van hoger beroep. Hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen