In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding waarin de eisende partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.P. Boer, vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde partijen, vertegenwoordigd door advocaat mr. W. Blansjaar. De zaak draait om een geschil over de uitvoering van een eerder vonnis, waarin de eisende partij werd veroordeeld tot het rectificeren van onjuiste informatie die zij per e-mail had verspreid naar voormalige cursisten van de gedaagde partijen. De eisende partij betwistte dat zij aan de veroordeling had voldaan door een lege lijst te sturen, terwijl de gedaagde partijen aanvoerden dat de eisende partij wel degelijk de e-mailberichten had verzonden en dat de lijst met cursisten die de berichten hadden ontvangen, al bekend was. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eisende partij niet serieus had geprobeerd om aan de veroordeling te voldoen en dat er geen sprake was van onmogelijkheid om te voldoen aan het vonnis. De vorderingen van de eisende partij werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter benadrukte dat de redelijkheid en billijkheid geen grond vormden om de dwangsommen op te heffen of te verminderen, ook niet gezien de financiële situatie van de eisende partij.