ECLI:NL:RBGEL:2023:4162

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
C/05/417894 / HZ ZA 23-115
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van de koopsom voor verkochte aandelen en hoofdelijke aansprakelijkheid

In deze zaak vordert [eiser] een bedrag van € 110.000,00 van de nalatenschap van erflater, die hoofdelijk aansprakelijk was voor de betaling van de koopsom van aandelen in Denver Enterprise B.V. De rechtbank Gelderland heeft eerder in een vonnis van 21 april 2021 AWS Holding B.V. veroordeeld om aan [eiser] het gedeelte van de koopprijs te betalen dat opeisbaar was. De vordering van [eiser] is gebaseerd op de akte van aandelenoverdracht, waarin staat dat erflater hoofdelijk aansprakelijk was voor de koopsom. [gedaagden c.s.] betwist deze hoofdelijkheid en stelt dat erflater geen partij was bij de akte. De rechtbank overweegt dat de woorden in de akte impliceren dat erflater hoofdelijk aansprakelijk was. De rechtbank wijst de vordering van [eiser] toe, omdat de verweren van [gedaagden c.s.] niet slagen. Tevens wordt [gedaagden c.s.] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 9.608,96, te vermeerderen met wettelijke rente. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/417894 / HZ ZA 23-115
Vonnis van 19 juli 2023
in de zaak van
[eiser].,
te [vestigingsplaats],
eisende partij,
advocaat: mr. A.C. Koekkoek te Veenendaal,
tegen

1.[gedaagde sub 1],

te Uithoorn,
2.
[gedaagde sub 2],
te Wageningen,
gedaagde partijen,
advocaat: mr. H.J. Tulp te Drachten.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagden c.s.] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 mei 2023
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 juni 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft bij akte van 30 december 2016 9.012 aandelen in het vermogen van Denver Enterprise B.V (hierna: Denver Enterprise) verkocht en geleverd aan AWS Holding B.V. (hierna: AWS). voor een koopprijs van € 150.000,00 (hierna: de koopprijs). In de akte van aandelenoverdracht (hierna ook: de akte) is, voor zover relevant, het volgende bepaald:

Heden, dertig december tweeduizend zestien, verschenen voor mij, [naam notaris], notaris gevestigd te [vestigingsplaats]:
1.
[bestuurder (eiser)], […] te dezen handelend als alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:[eiser].[…]
a.
voor zich;
hierna te noemden: “de verkoper”;
b.
als alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van de besloten vennootschap met gewone structuur:Denver Enterprise B.V.[…]
hierna te noemen: “de vennootschap
2.
[Erflater], […] te dezen handelend als alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:AWS Holding B.V.[…]
hierna te noemen: “de koper”.
[…]
BETALING KOOPSOM
Partijen zijn ten aanzien van de koopovereenkomst overeengekomen als volgt.
[…]
Hoofdelijke aansprakelijkheid
AWS Holding B.V.als de comparant sub 2 in privé zijn zowel tezamen als ieder afzonderlijk (hoofdelijk) aansprakelijk voor de nakoming van het in deze akte bepaalde.
[…]
VERPLICHTING AFSLUITEN VERZEKERING
Koper heeft zich verplicht tot het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering ten bedrage van de volledige koopsom ad honderdvijftigduizend euro (€ 150.000,00).
Koper heeft zich verplicht tot het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering ten bedrage van de volledige koopsom ad honderdvijftigduizend euro (€ 150.000,00).
[…]
SANCTIE OP NIET NAKOMING VAN VERPLICHTINGEN
Indien koper niet aan zijn betalingsverplichtingen als hiervoor genoemd voldoet, na ingebrekestelling op een termijn van vier(4)weken, verplicht koper zich om de aandelen terug in eigendom over te dragen aan verkoper onder verbeurte van de reeds betaalde termijnen van de koopsom.
[…]
2.2.
Partijen hebben een ongedateerd besluit van de aandeelhouders van Denver Enterprise (AWS, MCE Beheer B.V. en [eiser]) in het geding gebracht met de volgende inhoud:

DENVER ENTERPRISE B.V.
De eigenaren van Denver Enterprise […] hebben in een aandeelhoudersvergadering het onderstaande besloten:
Naar Taxi 0318 Ede b.v. zullen de volgende zaken om niet worden overgedragen:
* De namen: Taxi 0318, Taxi 0342, Taxi 0317, Taxi 0316, Taxi 0313
* De telefoonnummers: […]
* De mobiele nummers: […]
* De website: www.taxi0318.nl, www.taxi0317.nl, www.taxi0342.nl, www.taxibennekom.nl
* [postbus en postcode]
De overdracht van bovenstaande zaken zal uiterlijk 30-09-2017 plaatsvinden of zonodig eerder wanneer de directie van Taxi 0318 Ede b.v. dit aangeeft.
Voor Accoord Voor Accoord Voor Accoord
A.W.S. Holding b.v. MCE Beheer b.v. [eiser].
[Erflater] [naam Y] [bestuurder (eiser)]
Boven de namen van A. [gedaagde sub 1], [naam Y] en [bestuurder (eiser)] staan handtekeningen.
2.3.
Op 3 augustus 2018 hebben [eiser] en AWS een handgeschreven stuk opgesteld en ondertekend met de volgende inhoud.

€ 10.400 up front (augustus 2018
€ 2.000 x 60 mnd (miv 15-9-2018
En vervolgens iedere volgende maand.
AWS Holding BV betaald aan [eiser]
Voor akkoord 3-8-18
AWS Holding BV [eiser]
Namens deze namens deze
[Erflater] [bestuurder (eiser)]
Ter meerdere zekerheid wordt de aflopend risicodekking op bovenstaand vordering aangepast.
2.4.
Op 27 augustus 2018 heeft [de heer A] van [Bedrijf A] het volgende gemaild aan [bestuurder (eiser)], met [Erflater] in de cc.

Mijne heren,
In aanvulling op en ter bevestiging van de reeds door u ondertekende handgeschreven overeenkomst tussen AWS Holding B.V. en [eiser] als volgt:
Voor 15-8-2018 zal AWS Holding B.V. € 10.400 betaling aan [eiser]. op rekening […];
Vervolgens zal iedere 15e van de maand € 2.000 worden betaald, voor het eerst op 15-9-2018 en vervolgens 58 maanden lang en een slottermijn van € 1.500;
Dit alles ter aflossing van de schuld van AWS Holding B.V. Deze overeenkomst is reeds op 3-8-2018 door beide partijen getekend. Ter meerdere zekerheid wordt de aflopende risicodekking op bovenstaande vordering aangepast.
2.5.
Op 20 oktober 2018 is de heer [Erflater], enig aandeelhouder en bestuurder van AWS (hierna: erflater), overleden. Hij heeft als zijn wettelijke erfgenamen zijn broers, [gedaagden c.s.], en zijn vader nagelaten. Zijn nalatenschap is beneficiair aanvaard door [gedaagden c.s.] Zijn vader is overleden in januari 2019.
2.6.
AWS heeft in verband met de aandelenoverdracht in totaal een bedrag van € 40.000,00 aan [eiser] voldaan.
2.7.
De rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, heeft bij vonnis van 21 april 2021, gewezen tussen AWS, handelend voor zich en in haar hoedanigheid van vereffenaar van Denver Enterprise enerzijds, en MCE Beheer B.V. en [eiser] anderzijds onder meer AWS veroordeeld om (samengevat) aan [eiser] het gedeelte van de koopprijs dat gelet op de nadere afspraken opeisbaar was, te betalen vermeerderd met rente.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert vast te stellen dat zij een vordering heeft op de nalatenschap van erflater van € 150.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover, met veroordeling van [gedaagden c.s.] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag van betaling.
3.2.
[eiser] legt aan haar vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, het volgende ten grondslag. Op grond van de akte van aandelenoverdracht was erflater hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van de koopsom. Op grond van artikel 4:7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is de vordering van [eiser] op erflater een schuld van de nalatenschap.
3.3.
[gedaagden c.s.] voert verweer. [gedaagden c.s.] voert aan dat AWS en [eiser] op 3 augustus 2018 nieuwe afspraken hebben gemaakt ter vervanging van de eerdere overeenkomst. Erflater was hierbij geen partij. Erflater was (ook) geen partij was bij de akte, zodat geen sprake kan zijn van hoofdelijke aansprakelijkheid. Meer subsidiair is het beroep van [eiser] op nakoming door [gedaagden c.s.] volgens [gedaagden c.s.] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, dan wel moet de akte op grond van artikel 6:258 BW partieel worden ontbonden. Uiterst subsidiair is volgens [gedaagden c.s.] sprake van misbruik van recht door [eiser]
3.4.
Op de stellingen en weren van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Hoofdelijke aansprakelijkheid
4.1.
[eiser] stelt dat erflater hoofdelijk aansprakelijk was voor betaling van de koopprijs. Deze hoofdelijkheid volgt volgens [eiser] uit de akte van levering, waarin staat:

Hoofdelijke aansprakelijkheid
AWS Holding B.V.als de comparant sub 2 in privé zijn zowel tezamen als ieder afzonderlijk (hoofdelijk) aansprakelijk voor de nakoming van het in deze akte bepaalde.
Volgens [eiser] kan met de woorden “comparant sub 2 in privé”, “als zowel”, “tezamen” en “ieder afzonderlijk” niets anders zijn bedoeld dan dat erflater hoofdelijk verbonden werd voor de betaling van de koopsom. [eiser] heeft in dit kader verder aangevoerd dat zij en AWS de door hen gemaakte afspraken, waaronder de hoofdelijke aansprakelijkheid van erflater, hebben doorgegeven aan de notaris en dat de notaris vervolgens op basis van deze afspraken de akte heeft opgesteld. Op de zitting heeft [bestuurder (eiser)] verder verklaard dat partijen beiden een conceptakte hebben ontvangen. [gedaagden c.s.] heeft in reactie hierop verklaard dat hij in het archief van erflater daarvan niets heeft kunnen terugvinden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagden c.s.] hiermee, mede in het licht van de akte waarin staat dat een conceptakte is toegezonden, onvoldoende betwist dat erflater de conceptakte heeft ontvangen, zodat hiervan moet worden uitgegaan.
4.2.
[gedaagden c.s.] betwist dat sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid. Volgens hem heeft erflater nooit de bedoeling gehad om zichzelf hoofdelijk te verbinden. De woorden “in privé” zijn volgens [gedaagden c.s.] een kennelijke verschrijving in de akte. Ter onderbouwing hiervan heeft [gedaagden c.s.] verwezen naar een recent arrest van het Gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2022:766) dat volgens [gedaagden c.s.] zag op een vergelijkbare zaak. Erflater was net als in die zaak niet in privé opgenomen als partij in de akte, maar slechts als vertegenwoordiger van AWS. Bovendien is volgens [gedaagden c.s.] relevant dat ten aanzien van [bestuurder (eiser)] expliciet in de akte is opgenomen dat hij zowel “voor zich” handelde als in de hoedanigheid van bestuurder van Denver Enterprise. Iets vergelijkbaars is met betrekking tot erflater niet opgenomen. Volgens [gedaagden c.s.] heeft de notaris vastgesteld wie de partijen bij de akte zijn. Daarom moet er volgens hem van worden uitgegaan dat erflater geen partij was bij de akte.
4.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Het antwoord op de vraag wie partij is bij de overeenkomst en in welke hoedanigheid een partij handelt, is afhankelijk van hetgeen partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en mochten afleiden (HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2217 (
X/Unisphere Holding) en HR 29 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1615 (
X/Solidiam)). Daarbij is dus niet alleen de grammaticale uitleg van de overeenkomst van belang.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat bij de notariële akte [eiser] optrad als verkoper en AWS als koper. Het geschil betreft de vraag of erflater zich verbonden heeft als hoofdelijk schuldenaar voor betaling van de koopsom. In tegenstelling tot voornoemd arrest van het Gerechtshof Amsterdam gaat deze zaak niet over een geldleningsovereenkomst met een persoonlijke garantstelling, maar over een notariële akte van levering en een hoofdelijke aansprakelijkheid. Daarnaast werd in het genoemde arrest van het hof in de overeenkomst slechts verwezen naar de schuldenaar in privé, terwijl in de akte in deze zaak is verwezen naar AWS en “
comparant sub 2 in privé” zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk. Nu geen feiten zijn gesteld of gebleken die tot een andere conclusie nopen, mocht [eiser] naar het oordeel van de rechtbank dan ook uit de gebezigde bewoordingen afleiden dat erflater verklaarde in privé hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor de betaling van de koopsom. Het bewuste artikel in de akte zou immers betekenis missen indien erflater niet hoofdelijk aansprakelijk zou zijn. Bovendien had het voor de hand gelegen dat erflater – na ontvangst van de conceptakte – de bepaling met de hoofdelijke aansprakelijkheid zou hebben laten verwijderen indien deze hoofdelijke aansprakelijkheid volgens hem niet zou zijn overeengekomen. Dat bij comparant sub 1 in de akte de hoedanigheden ‘voor zich’ en ‘als alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van de besloten vennootschap met gewone structuur: Denver Enterprise B.V.’ zijn opgenomen maakt het voorgaande niet anders. Anders dan [gedaagden c.s.] veronderstelt, verwijst dit overigens niet naar de hoedanigheid van [bestuurder (eiser)], maar naar de hoedanigheden van [eiser] als enerzijds verkoper van de aandelen en anderzijds als bestuurder van de vennootschap waarin de verkochte aandelen gehouden worden.
4.5.
Gelet op het voorgaande volgt uit de akte dus dat erflater hoofdelijk aansprakelijk was voor de betaling van de koopsom. Tenzij een van de overige verweren van [gedaagden c.s.] slaagt, kan de vordering van [eiser] worden toegewezen.
Nieuwe afspraken
4.6.
[gedaagden c.s.] stelt zich op het standpunt dat de op 3 augustus 2018 tussen [eiser] en AWS gemaakte afspraken een nieuwe overeenkomst betreffen ter vervanging van de akte. Erflater was volgens [gedaagden c.s.] geen partij bij deze nieuwe afspraken. [eiser] weerspreekt dit. Zij voert aan dat AWS en [eiser] nadere betalingsafspraken zijn overeengekomen, maar dat deze afspraken niet zijn bedoeld als vervanging van de akte.
4.7.
Het wettelijk uitgangspunt bij hoofdelijkheid is dat een schuldeiser tegenover iedere hoofdelijk verbonden schuldenaar een zelfstandig vorderingsrecht heeft. De schuldeiser kan afzonderlijk beschikken over al deze vorderingsrechten. Hierbij geldt “dat de lotgevallen van het vorderingsrecht tegen de één de vorderingsrechten tegen de andere schuldenaren niet beïnvloeden, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit” (Parl. Gesch. BW Boek 6 1981, p. 91 (T.M.)). De handgeschreven afspraken van 3 augustus 2018 en de bevestiging daarvan door [de heer A] van 27 augustus 2018 zien op betalingsafspraken tussen [eiser] en AWS. Uit deze afspraken blijkt niet dat deze de (overige) afspraken uit de akte vervangen. Uit deze afspraken blijkt evenmin dat [eiser] afstand wenste te doen van haar vorderingsrecht op erflater. Daarnaast bestaat geen wettelijke bepaling waaruit volgt dat de vordering op een hoofdelijke schuldenaar tenietgaat indien de schuldeiser met een andere hoofdelijk schuldenaar een betalingsafspraak maakt. De op 3 augustus 2018 tussen [eiser] en AWS gemaakte afspraken staan dus niet aan toewijzing van de vordering van [eiser] jegens erflater in de weg. Het primaire verweer van [gedaagden c.s.] gaat niet op.
Redelijkheid en billijkheid, onvoorziene omstandigheden
4.8.
[gedaagden c.s.] stelt dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat [eiser] aanspraak blijft maken op volledige betaling van de koopprijs van de aandelen, dan wel dat sprake is van onvoorziene omstandigheden als gevolg waarvan de akte partieel moet worden ontbonden. Ter onderbouwing hiervan voert [gedaagden c.s.] verschillende feiten en omstandigheden aan.
4.9.
Allereerst meent [gedaagden c.s.] dat [eiser] op grond van het artikel in de akte getiteld “Sanctie op niet nakoming van verplichtingen” gehouden was de aandelen terug te nemen. [eiser] weerspreekt dat uit deze bepaling een dergelijke verplichting voor haar voortvloeit. Deze rechtbank heeft in het onder 2.7. genoemde vonnis over deze bepaling het volgende overwogen:
“4.5.
AWS stelt dat de verplichting van [eiser] om op verzoek van AWS de aandelen terug te kopen volgt uit de bepaling in de akte onder het kopje “Sanctie op niet nakoming van verplichtingen” zoals aangehaald in rov. 2.6. Anders dan AWS stelt kan dat echter in redelijkheid niet taalkundig uit de woorden van die bepaling worden afgeleid. Daarin staat immers dat dekoper
(AWS), indien zij na ingebrekestelling niet aan haar betalingsverplichting voldoet, de verplichting heeft om de aandelen terug in eigendom over te dragen onder verbeurte van de reeds betaalde termijnen. Deze verplichting is blijkens de kop bedoeld als “sanctie” voor AWS en dus niet als een recht dat AWS naar eigen goeddunken kan inroepen in plaats van het verder voldoen van de koopsom. Op basis van de tekst moet het er voor gehouden worden dat het gaat om een ten gunste van verkoper Aalders B.V. opgenomen bepaling om extra zekerheid te bieden dat de betalingsverplichting van AWS wordt nagekomen. […]
Zonder nadere toelichting van [gedaagden c.s.], die ontbreekt, valt niet in te zien waarom in deze zaak anders moet worden geoordeeld. Het betreffende artikel schept een recht voor [eiser] indien koper niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, geen verplichting tot terugkoop van aandelen.
4.10.
Verder voert [gedaagden c.s.] aan dat [eiser] de ondernemingsactiviteiten van Denver Enterprise om niet heeft overgedragen aan Taxi0318 Ede B.V., waardoor de aandelen in het vermogen van Denver Enterprise volgens [gedaagden c.s.] niets meer waard zijn. [eiser] weerspreekt dit. De overdracht van de ondernemingsactiviteiten is volgens haar in overleg met de andere aandeelhouders, waaronder AWS, tot stand gekomen. De achtergrond hiervan was dat erflater zich op termijn wilde gaan focussen op het verrichten van taxicentralediensten voor grote partijen en wilde stoppen met (straat)taxiritten. Erflater wenste voor die taxicentralediensten volgens [eiser] gebruik te maken van de (geruime tijd) bestaande naam van Denver Enterprise, vanwege de naamsbekendheid. [eiser] voert aan dat daarom in overleg is besloten om de ondernemingsactiviteiten van Denver Enterprise – die betrekking hadden op het uitvoeren van (straat)taxiritten – om niet over te dragen aan Taxi0318 Ede B.V.
4.11.
De rechtbank stelt voorop dat de overdracht van de ondernemingsactiviteiten van Denver Enterprise met instemming van AWS (en dus indirect met instemming van erflater) heeft plaatsgevonden. Dit volgt uit het ondertekende aandeelhoudersbesluit zoals opgenomen onder rechtsoverweging 2.2. Partijen zijn vrij om zelf de voorwaarden waaronder zij contracteren te bepalen en dus ook om de aandelen om niet over te dragen. [eiser] heeft voldoende inzichtelijk gemaakt waarom de aandeelhouders destijds voor deze overdracht om niet hebben gekozen. Daarmee heeft zij voldoende gemotiveerd weersproken dat de aandelen van Denver Enterprise als gevolg van de overdracht geen waarde meer vertegenwoordigden. [gedaagden c.s.] heeft zijn stelling overigens ook niet verder onderbouwd.
4.12.
Gelet op het voorgaande bestaat geen grond voor het oordeel dat het beroep van [eiser] op nakoming van de betalingsverplichting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Van onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW is evenmin sprake, aangezien AWS met de overdracht heeft ingestemd. Bovendien is niet komen vast te staan dat de aandelen van Denver Enterprise als gevolg van de ondernemingsactiviteiten geen waarde meer vertegenwoordigden. Ook het beroep van [gedaagden c.s.] op partiële ontbinding slaagt daarom niet.
Misbruik van recht
4.13.
Ten slotte stelt [gedaagden c.s.] zich op het standpunt dat [eiser] met haar vordering misbruik van recht maakt. Hij voert ter onderbouwing hiervan aan dat [eiser] de onderneming van Denver Enterprise heeft leeggehaald. Daarnaast heeft zij volgens [gedaagden c.s.] misbruik gemaakt van het autisme van erflater. [eiser] weerspreekt dit.
4.14.
De overdracht van de ondernemingsactiviteiten van Denver Enterprise rechtvaardigt niet de conclusie dat sprake is van misbruik van recht. Zoals onder rechtsoverweging 4.11 overwogen, is deze overdracht tot stand gekomen met instemming van AWS. De stelling dat [eiser] misbruik zou hebben gemaakt van het autisme van erflater, is door [gedaagden c.s.] op geen enkele wijze onderbouwd. Het had op de weg van [gedaagden c.s.] gelegen om feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit dit misbruik blijkt. De enkele stelling dat sprake was van misbruik is onvoldoende, zeker gelet op de weerspreking hiervan door [eiser]. Het beroep van [gedaagden c.s.] op misbruik van recht zal dan ook worden verworpen.
Hoogte vordering
4.15.
Omdat geen van de verweren slaagt, zal de vordering van [eiser] worden toegewezen, met inachtneming van het volgende. [eiser] heeft in de dagvaarding aangevoerd dat AWS al € 40.000,00 heeft betaald. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] bevestigd dat daardoor nog een vordering van € 110.000,00 resteert. [gedaagden c.s.] heeft dit bedrag niet betwist. De vordering zal daarom tot dit bedrag worden toegewezen en voor het meerdere worden afgewezen.
Proceskosten
4.16.
[gedaagden c.s.] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zal daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
111,96
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
3.760,00
(2,00 punten × € 1.880,00)
Totaal
9.608,96
4.17.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.18.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
stelt vast dat [eiser] een vordering heeft op de nalatenschap van erflater van € 110.000,00,
5.2.
veroordeelt [gedaagden c.s.] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 9.608,96, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagden c.s.] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, vastgesteld op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [gedaagden c.s.] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de veertiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.2 en 5.3 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Stempher en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2023.
RG/Ma