Uitspraak
Mts. [E - F]uit [plaats G] (de vergunninghouder).
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 24 juli 2023, wordt het beroep van eisers tegen de natuurvergunning die op 14 oktober 2020 door het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland is verleend, beoordeeld. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning voor het houden van vleeseenden in plaats van pluimvee. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat de verkeersbewegingen, mestopslag en beweiden voor het project onvoldoende zijn onderzocht en onderbouwd, waardoor niet duidelijk is of er significante gevolgen zijn. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Daarnaast hebben eisers verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat door de rechtbank wordt toegewezen. De rechtbank kent een schadevergoeding van € 1.000,00 toe aan eisers, omdat de behandeling van het beroep meer dan twee jaar heeft geduurd. De rechtbank oordeelt dat het college het griffierecht van € 354,00 aan eisers moet vergoeden en dat eisers recht hebben op een vergoeding van hun proceskosten, die is vastgesteld op € 1.674,00. De rechtbank wijst erop dat de overeenkomst tussen de behandelde zaken niet zodanig groot is dat dit aanleiding geeft tot matiging van de proceskosten.