In deze zaak, behandeld door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Gelderland, is het beroep van eisers tegen de weigering van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van hun woning en tuinhuisje aan de orde. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe had in een eerder besluit de vergunning voor deze bouwwerken verleend, maar in het bestreden besluit van 30 november 2021 werd deze aanvraag afgewezen, omdat het college van mening was dat de bouwwerken omgevingsvergunningvrij waren. Eisers, die sinds 2018 eigenaar zijn van het perceel, hebben hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 14 juni 2023 de zaak behandeld. Tijdens de zitting hebben eisers hun bezwaren toegelicht, waarbij zij vooral de nadruk legden op de noodzaak van een omgevingsvergunning om te waarborgen dat de bouwwerken voldoen aan het Bouwbesluit 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitbreiding van de woning en het tuinhuisje inderdaad vergunningvrij zijn, conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft besloten de omgevingsvergunning te weigeren, omdat de bouwwerken voldoen aan de voorwaarden voor vergunningvrij bouwen.
Daarnaast hebben eisers een verzoek om schadevergoeding ingediend, maar de rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om hierover te oordelen, aangezien de gevraagde schadevergoeding de grens van € 25.000,- overschrijdt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en dat eisers geen recht hebben op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.