In deze zaak heeft eiser, wonende in [plaats B], verzocht om handhaving tegen de airco-unit van zijn buren, die volgens hem zonder omgevingsvergunning is geplaatst en te veel geluid produceert. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek heeft het verzoek om handhaving afgewezen. De rechtbank Gelderland oordeelt dat de airco-unit geen omgevingsvergunning nodig heeft, omdat deze als een uitstekend deel van ondergeschikte aard wordt beschouwd, aangezien deze minder dan 0,5 meter uit de gevel steekt. De rechtbank stelt echter vast dat het college de beoordeling van het geluidsniveau niet heeft onderbouwd met een geluidsmeting, wat leidt tot een motiveringsgebrek. Het beroep van eiser is gegrond, en de rechtbank vernietigt de beslissing op bezwaar, waarbij het college wordt opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.
De rechtbank behandelt het procesverloop, waarin eiser in 2021 een verzoek om handhaving indiende, dat door het college werd afgewezen. Eiser stelde dat de airco-unit een overtreding vormde, omdat deze zonder vergunning was geplaatst en geluidsoverlast veroorzaakte. De rechtbank concludeert dat de airco-unit als bouwwerk moet worden aangemerkt, maar dat er geen vergunning nodig is voor de plaatsing ervan. Wat betreft de geluidsnormen oordeelt de rechtbank dat het college ten onrechte geen geluidsmeting heeft uitgevoerd, waardoor niet objectief is vastgesteld of er sprake is van geluidhinder.
De rechtbank wijst erop dat de beslissing van het college om geen handhavend op te treden niet voldoende is gemotiveerd. De rechtbank vernietigt de beslissing op bezwaar en verplicht het college om binnen zes weken een nieuwe beslissing te nemen, waarbij de rechtbank ook de proceskosten van eiser vergoedt.