Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting van 15 maart 2023 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld
- de schriftelijke reactie van de rechter van 30 maart 2023
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling bij de wrakingskamer, gehouden op 17 april 2023.
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
moetbetalen maar dat de belastingdienst nog even uitstel geeft. Daarmee is volgens verzoekster al een oordeel gegeven. De rechter heeft in haar schriftelijke reactie en tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat zij enkel een belangenafweging heeft gemaakt waarbij de belangen van alle partijen zijn meegenomen. Uit het proces-verbaal van het verhandelde tijdens de zitting van 15 maart 2023 blijkt ook dat de rechter alle belangen heeft benoemd en gewogen. De wrakingskamer is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de rechter jegens verzoekster uitspraken heeft gedaan die dusdanig vooruitliepen op een oordeel, dat dit zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens verzoekster een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij verzoekster bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. De opmerking is gedaan bij de afweging van de belangen van alle partijen en is in die context onvoldoende om (de schijn van) vooringenomenheid te kunnen aannemen. Ook de opmerking in samenhang gezien met de minder gelukkige communicatie voorafgaand aan en bij aanvang van de zitting maakt dit niet anders.