Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 juli 2022 van Dexia;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] ;
- de conclusie van repliek van Dexia, tevens inhoudende een wijziging van eis;
- de conclusie van dupliek van [gedaagde] ;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte van Dexia van 8 december 2022;
- de antwoordakte van [gedaagde] van 23 februari 2023.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [gedaagde] .
afwachten ontwikkelingen in de jurisprudentie
In de uitspraken van diverse rechtbanken in het recente verledenzijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
De door [gedaagde] gestelde feiten en omstandigheden dienen voldoende concreet te zijn en zo mogelijk voorzien van onderbouwing. Voor zover Dexia de gestelde feiten en omstandigheden betwist, dient die betwisting eveneens voldoende gemotiveerd te zijn.
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee, dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gedaagde] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een overeenkomst ‘Vliegwiel Kapitaal’ onder nummer [nummer 5] van 2 april 1998 tussen Aegon Financiële Diensten B.V. en [gedaagde] , waarop is vermeld:
“(…) Adviseur: [adviseur 1] (…)”,
ATP316 [adviseur 1] .,
“(…) Adviseur: [adviseur 2] (…)”,
- screenshots van de website van [adviseur 1] ., waarin is opgenomen dat zij gespecialiseerde adviezen (op maat) geven op financieel gebied.