ECLI:NL:RBGEL:2023:2695
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen uitspraak op bezwaar inzake aanmaningskosten gemeentelijke heffingen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 7 oktober 2022. Deze uitspraak op bezwaar is pas genomen nadat eiseres beroep had ingesteld op 26 september 2022 tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Verweerder heeft met dagtekening 28 mei 2022 een aanmaning gestuurd in verband met het uitblijven van de betaling van de aanslag gemeentelijke belastingen van de gemeente Renkum voor het jaar 2021 en heeft daarbij € 8 aanmaningskosten in rekening gebracht. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres gegrond verklaard. Eiseres heeft de beroepsgronden aangevuld na ontvangst van de uitspraak op bezwaar hangende het beroep. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift van 13 februari 2023. De rechtbank heeft het beroep op 2 maart 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens eiseres de gemachtigde (digitaal) en namens verweerder [naam 1] (gemeente Arnhem) en [naam 2]. De rechtbank oordeelt dat verweerder nog wel uitspraak op bezwaar moest doen, omdat eiseres het bezwaar niet had ingetrokken. Na de ingebrekestelling had verweerder dit tijdig moeten doen, hetgeen hij heeft nagelaten. Het ingediende beroepschrift van 26 september 2022 is dus terecht ingediend. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, omdat verweerder volledig tegemoet is gekomen aan het bezwaar. Eiseres krijgt een kostenvergoeding van € 418,50 en het griffierecht terug. De rechtbank stelt vast dat de aanmaning en de aanmaningskosten vernietigd zijn, zodat hierover geen onduidelijkheid meer kan bestaan.