3.1.[eiser] vordert, na vermeerdering van eis, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis,
1. de tenuitvoerlegging van het vonnis van 20 maart 2023 te schorsen totdat de voorzieningenrechter uitspraak doet in dit kort geding;
2. de tenuitvoerlegging van het vonnis van 20 maart 2023 te schorsen, althans de uitvoerbaarheid bij voorraadverklaring van het vonnis van 20 maart 2023 ongedaan te maken en/of te vernietigen, totdat het Gerechtshof te Arnhem uitspraak heeft gedaan in het spoedappel ingesteld door [eiser] tegen het vonnis van 20 maart 2023;
3. [gedaagde] te verbieden om het vonnis van 20 maart 2023 ten uitvoer te leggen, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag en/of iedere gedeelte van een dag en/of keer dat [gedaagde] dit verbod overtreedt;
4. [gedaagde] te schorsen als vennoot totdat in spoedappel is beslist;
5. [gedaagde] te verbieden, totdat in spoedappel is beslist, om de schijn te wekken dat zij nog bevoegd is om als vennoot op te treden, onder last van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of keer dat zij dat verbod overtreedt;
6. [gedaagde] te verbieden, totdat in spoedappel is beslist, om [naam eenmanszaak] te betreden, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of keer dat zij dat verbod overtreedt;
7. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure, daaronder begrepen een bedrag voor het salaris van de gemachtigde van eisers.