ECLI:NL:RBGEL:2023:1964

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
C/05/394592 / HA ZA 21-525
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake verweer tegen uitvoerbaarverklaring bij voorraad en belangenafweging in civiele zaak

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 5 april 2023 een vonnis uitgesproken in het kader van een verweer tegen de uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De zaak betreft een geschil tussen twee partijen over de levering van een perceel grond. Eisers in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Eerbeek, hebben een vordering ingesteld tegen gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.L.J.J. Nelissen, met betrekking tot de uitvoering van een koopovereenkomst. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 31 augustus 2022 al beslist dat de buitengerechtelijke vernietiging van de koopovereenkomst op grond van geestelijke stoornis geen effect heeft. In het huidige vonnis is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het belang van eisers om het perceel te verkrijgen zwaarder weegt dan het belang van gedaagden om de bestaande toestand te handhaven. De rechtbank heeft de vordering van eisers toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tevens zijn gedaagden veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft daarbij de belangen van beide partijen afgewogen, waarbij de noodzaak voor eisers om te kunnen bouwen op het perceel en de financiële gevolgen van de vertraging zijn meegewogen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de argumenten van gedaagden niet voldoende gewicht in de schaal leggen om de uitvoerbaarheid bij voorraad te blokkeren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. D. Vergunst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/394592 / HA ZA 21-525
Vonnis van 5 april 2023
in de zaak van

1.[eis.conv./verw.reconv.1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[eis.conv./verw.reconv.2],
wonende te [plaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. J. Eerbeek te Veenendaal,
tegen

1.[ged.conv./eis.reconv.1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[ged.conv./eis.reconv.2],
wonende te [plaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. J.L.J.J. Nelissen te Druten.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [eis.conv./verw.reconv.1+2] en afzonderlijk [eis.conv./verw.reconv.1] en [eis.conv./verw.reconv.2] genoemd worden.
Gedaagden zullen hierna gezamenlijk [ged.conv./eis.reconv.1+2] en afzonderlijk [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 31 augustus 2022
  • de bij brief van 14 december 2022 door [ged.conv./eis.reconv.1+2] in het geding gebrachte producties 13 tot en met 20
  • de e-mail van [ged.conv./eis.reconv.1+2] d.d. 30 december 2022 waarin wordt verzocht om tussentijds hoger beroep te mogen instellen van voormeld tussenvonnis en de afwijzende beslissing van de zaaksrechter d.d. 5 januari 2023 op dit verzoek
  • de akte (niet gehouden enquête), tevens overlegging producties van [ged.conv./eis.reconv.1+2]
  • de antwoordakte (na niet gehouden enquête) tevens houdende overlegging producties van [eis.conv./verw.reconv.1+2]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie

2.1.
Bij voormeld tussenvonnis zijn [ged.conv./eis.reconv.1+2] toegelaten om te bewijzen dat zij met [eis.conv./verw.reconv.1+2] een netto koopprijs van € 350,-- per m² zijn overeengekomen.
2.2.
De rechtbank heeft als datum voor het getuigenverhoor 19 december 2022 vastgesteld.
2.3.
In het tussenvonnis is (onder 8.6.) bepaald dat partijen alle schriftelijke (bewijs) stukken die zij nog in het geding willen brengen uiterlijk twee weken voor het
getuigenverhoor in fotokopie aan de andere partij en de rechtbank toegezonden moeten hebben. Deze instructie is gegeven om de wederpartij en de rechtbank de gelegenheid te geven om zich in die stukken voorafgaand aan het getuigenverhoor te verdiepen, hetgeen van belang kan zijn voor het getuigenverhoor dan wel voor de in aansluiting daarop te houden zitting.
2.4.
[ged.conv./eis.reconv.1+2] heeft bij brief van 14 december 2022 producties 13 tot en met 20 in het geding gebracht. Nu de datum van de enquête op 19 december 2022 was bepaald, was dit te laat. Het getuigenverhoor is toen op verzoek van [ged.conv./eis.reconv.2] niet doorgegaan. De rechtbank heeft een nieuwe datum bepaald voor het getuigenverhoor: 15 februari 2023. Kort voordien heeft de advocaat van [ged.conv./eis.reconv.1+2] de rechtbank laten weten dat [ged.conv./eis.reconv.1+2] wegens hun geestelijke gezondheid niet op het getuigenverhoor kunnen verschijnen en heeft de advocaat medegedeeld dat van bewijslevering wordt afgezien.
2.5.
Nu door [ged.conv./eis.reconv.1+2] is afgezien van het getuigenverhoor is het hiervoor omschreven belang bij het tijdig insturen van nadere producties niet meer aan de orde.
De rechtbank laat deze door [ged.conv./eis.reconv.1+2] ingebrachte producties toe, zodat deze onderdeel uitmaken van de gedingstukken.
[eis.conv./verw.reconv.1+2] is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad, nu hij in de gelegenheid is geweest om op de inhoud daarvan te reageren.
2.6.
In het tussenvonnis van 31 augustus 2022 is uitdrukkelijk en zonder voorbehoud beslist dat de buitengerechtelijke vernietiging van de koopovereenkomst op grond van geestelijke stoornis, rechtens geen effect heeft.
2.7.
De rechtbank heeft daarmee een bindende eindbeslissing gegeven.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (laatstelijk Hoge Raad 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1873) brengen de eisen van een goede procesorde mee dat de rechter aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing, teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen.
2.8.
De door [ged.conv./eis.reconv.1+2] in het geding gebrachte producties 13 tot en met 20 strekken
er -gelet op de door [ged.conv./eis.reconv.1+2] in zijn brief van 14 december 2022 gegeven toelichting- kennelijk toe om alsnog aan te tonen dat [ged.conv./eis.reconv.2] ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst aan een geestelijke stoornis leed.
Hiermee is sprake van een verkapt hoger beroep, waarvoor de onderhavige procedure zich niet leent. De rechtbank komt dan ook niet terug op deze bindende eindbeslissing.
2.9.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog het volgende op.
De advocaat van [eis.conv./verw.reconv.1+2] heeft naar aanleiding van het afgelasten van het getuigenverhoor van 19 december 2022 de rechtbank per e-mail van 2 januari 2023 laten weten dat hij niet begrijpt waarom het getuigenverhoor niet is doorgegaan. Hij heeft erop gewezen dat [eis.conv./verw.reconv.1+2] hem heeft laten weten dat zij een dag na het geplande getuigenverhoor [ged.conv./eis.reconv.2] en [ged.conv./eis.reconv.1] (zonder begeleiding) in een auto hebben zien rijden, waarbij [ged.conv./eis.reconv.2] de auto bestuurde.
De rechtbank heeft [ged.conv./eis.reconv.1+2] bij rolbericht van 14 februari 2023 opgedragen om te reageren op deze uitlating van de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.1+2] . Dat heeft [ged.conv./eis.reconv.1+2] in zijn akte van 1 maart 2023 niet gedaan. De rechtbank gaat er dan vanuit dat de bewering van [eis.conv./verw.reconv.1+2] juist is. De rechtbank trekt uit het feit dat [ged.conv./eis.reconv.2] op 20 december 2022 kennelijk nog een auto kon besturen de conclusie dat het temeer niet aannemelijk is dat er bij [ged.conv./eis.reconv.2] in juli 2021 reeds sprake is geweest van een geestelijke stoornis. Indien het zo erg met [ged.conv./eis.reconv.2] is gesteld als hij wil doen voorkomen is niet goed voorstelbaar dat iemand in een dergelijke toestand een auto bestuurt. Het besturen van een auto is onder die omstandigheden niet alleen onverantwoord naar mede-weggebruikers toe, het is bovendien wettelijk verboden.
2.10.
Nu [ged.conv./eis.reconv.1+2] het bewijs dat zij met [eis.conv./verw.reconv.1+2] een netto koopprijs van
€ 350,-- per m² zijn overeengekomen niet heeft geleverd, is de primaire hoofdvordering van [eis.conv./verw.reconv.1+2] voor toewijzing vatbaar als na te melden.
2.11.
[ged.conv./eis.reconv.1+2] heeft bij brief van 14 februari 2023 de rechtbank verzocht om de zaak naar de rol te verwijzen voor het nemen van een akte waarbij verzocht zal worden om een eventueel toewijzend (eind)vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.12.
De rechtbank heeft dit akte-verzoek van [ged.conv./eis.reconv.1+2] -ondanks het daartegen ingebrachte bezwaar van [eis.conv./verw.reconv.1+2] - ingewilligd. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan de stelling van [eis.conv./verw.reconv.1+2] in haar akte van 15 maart 2023 dat het aan [eis.conv./verw.reconv.1+2] niet is toegestaan om tegen uitvoerbaarverklaring bij voorraad inhoudelijk verweer te voeren, nu zij dat voor het wijzen van het tussenvonnis van 31 augustus 2022 niet hadden gedaan.
Nu [eis.conv./verw.reconv.1+2] in de gelegenheid is gesteld om te reageren op dit nieuwe verweer van [ged.conv./eis.reconv.1+2] , zijn zij niet in hun verdediging geschaad.
De rechtbank zal dit verweer hierna beoordelen.
2.13.
De rechter kan op basis van artikel 233 lid 1 Rv desgevorderd een vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
Indien de gedaagde partij zich daartegen verzet, dient de rechter het belang van degene die de veroordeling verkrijgt in het licht van de omstandigheden van het geval af te wegen tegen het belang van de wederpartij bij behoud van de bestaande toestand tot op het in te stellen rechtsmiddel zal zijn beslist.
2.14.
[eis.conv./verw.reconv.1+2] stelt dat zij een groot belang hebben om levering van het perceel aan hen te effectueren.
Zij hebben daartoe aangevoerd dat zij op het gekochte perceel een woning willen laten bouwen, dat de bouwkosten voortdurend stijgen en dat zij thans in een huurwoning verblijven met forse lasten tot gevolg.
2.15.
[ged.conv./eis.reconv.1+2] hebben daartegen het volgende aangevoerd. Na een forse stijging hebben de bouwkosten zich thans gestabiliseerd. De bouwkosten zullen als gevolg van de invloed van fors dalende olieprijzen de komende tijd dalen. [eis.conv./verw.reconv.1+2] hebben de door hen gestelde forse huurlasten niet onderbouwd en hebben niet aangegeven hoe deze kosten zicht verhouden tot de kosten van hun voormalige koopwoning en het gezinsinkomen. [eis.conv./verw.reconv.1+2] zijn lichtvaardig overgegaan tot verkoop van hun koopwoning terwijl zij wisten dat [ged.conv./eis.reconv.1+2] het perceel niet zouden gaan leveren.
De belangen van [ged.conv./eis.reconv.1+2] zijn enorm groot. Zij zijn het oneens met het tussenvonnis en zouden daarvan hebben geappelleerd als dat mogelijk zou zijn geweest. Indien zij thans worden gedwongen om het perceel aan [eis.conv./verw.reconv.1+2] te leveren, leidt dat tot een onomkeerbare situatie. Indien het vonnis van de rechtbank in hoger beroep wordt vernietigd kan dit alleen maar leiden tot een door [eis.conv./verw.reconv.1+2] te betalen schadevergoeding. Dat is voor [ged.conv./eis.reconv.1+2] een onverteerbare gedachte. Daarnaast zullen [ged.conv./eis.reconv.2] - [ged.conv./eis.reconv.1] c.s. mentaal nog verder uit balans raken indien zij dagelijks geconfronteerd zullen worden met [eis.conv./verw.reconv.1+2] die hen om de tuin heeft geleid en misbruik heeft gemaakt van de zeer kwetsbare positie waarin zij zich overduidelijk bevonden.
Ook vanuit proces-economisch oogpunt dient het belang van [eis.conv./verw.reconv.1+2] te wijken voor hun belang. Een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis zal tot een executiegeschil in kort geding leiden, wat kosten voor partijen en extra belasting voor de rechtbank met zich brengt.
Hangende het hoger beroep blijft het door [eis.conv./verw.reconv.1+2] gelegde leveringsbeslag op het gekochte perceel liggen. In het meest ongunstige geval krijgen [eis.conv./verw.reconv.1+2] het perceel op een wat later moment geleverd, maar dan wel tegen een beduidend lagere prijs dan de marktprijs.
2.16.
Naar het oordeel van de rechtbank weegt het belang van [eis.conv./verw.reconv.1+2] om reeds nu over het perceel te kunnen beschikken zwaarder dan het belang van [ged.conv./eis.reconv.1+2] om de bestaande toestand te handhaven zolang in het in te stellen hoger beroep tegen het eindvonnis van de rechtbank niet is beslist.
Daartoe is het volgende redengevend.
2.17.
[ged.conv./eis.reconv.1+2] hebben hun stelling dat de bouwkosten zich thans stabiliseren en verwacht wordt dat deze kosten als gevolg van lagere olieprijzen zullen dalen niet onderbouwd. [eis.conv./verw.reconv.1+2] heeft daarentegen deze stellingen van [ged.conv./eis.reconv.1+2] gemotiveerd (aan de hand van een als productie 18 overgelegd nieuwsbericht van Infrasite d.d. 13 februari 2023) tegengesproken. Niet kan worden uitgesloten dat de bouwkosten zullen zijn gestegen op het moment dat in hoger beroep een eindarrest zal zijn gewezen. Niet ondenkbaar is dat een eindarrest niet binnen een jaar zal worden gewezen. Daarmee hebben [eis.conv./verw.reconv.1+2] een groot belang om het perceel zo spoedig mogelijk geleverd te krijgen, zodat zij -zoals zij hebben aangevoerd- met aannemers kunnen contracteren en bouwprijzen zoveel als mogelijk kunnen vastleggen.
Het mag zo zijn dat [eis.conv./verw.reconv.1+2] een risico hebben genomen door hun woning reeds te verkopen, terwijl zij wisten dat [ged.conv./eis.reconv.1+2] het perceel niet zouden willen leveren, maar dat doet niet af aan hun belang om de periode dat zij nog huur moeten betalen te verkorten. [eis.conv./verw.reconv.1+2] hebben in hun akte van 15 maart 2023 aangevoerd dat de hypotheeklasten van hun voormalige koopwoning minder dan € 700,-- per maand bedroegen, terwijl zij op dit moment een huur betalen van € 1.500,-- per maand en aanzienlijk hogere energielasten hebben dan in hun voormalige woning.
2.18.
Daartegenover legt het belang van [ged.conv./eis.reconv.1+2] om de huidige toestand voorlopig te laten voortbestaan onvoldoende gewicht in de schaal. Het feit dat zij het niet eens zijn met het tussenvonnis en ook niet met het eindvonnis maakt niet dat zij belang hebben bij handhaving van de status quo. De stelling van [ged.conv./eis.reconv.1+2] dat zij zich door [eis.conv./verw.reconv.1+2] om de tuin geleid voelen, is in het tussenvonnis van 31 augustus 2022 gemotiveerd verworpen en speelt dientengevolge bij de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad geen rol.
2.19.
Mogelijk ingrijpende gevolgen van de executie, die moeilijk ongedaan gemaakt kunnen worden, staan op zichzelf niet in de weg aan uitvoerbaarverklaring bij voorraad, maar moeten wel meegewogen worden. In dit geval legt dit aspect van de zaak onvoldoende gewicht in de schaal. Het gaat in deze immers niet om een door [ged.conv./eis.reconv.1+2] bewoonde woning die zij na executie van een vonnis zouden moeten ontruimen, maar om een perceel bouwgrond, dat [ged.conv./eis.reconv.1+2] sowieso willen verkopen en dat [eis.conv./verw.reconv.1+2] wil en zal afnemen ook als een hogere prijs verschuldigd blijkt te zijn. Van een onomkeerbare situatie is in zoverre geen sprake.
2.20.
De stelling van [ged.conv./eis.reconv.1+2] dat een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis tot een executiegeschil in kort geding zal leiden, wat kosten voor partijen en extra belasting voor de rechtbank met zich brengt, is niet een belang dat hier gewicht in de schaal legt. Ook het feit dat hangende het hoger beroep het door [eis.conv./verw.reconv.1+2] gelegde leveringsbeslag op het gekochte perceel blijft liggen kan niet opwegen tegen het belang van [eis.conv./verw.reconv.1+2] om reeds nu (ruim anderhalf jaar na het sluiten van de koopovereenkomst) levering van het perceel aan hen te effectueren, zodat zij op het perceel een begin kunnen maken met de bouw van de woning voor zichzelf en een mantelzorgwoning voor de oudere broer van [eis.conv./verw.reconv.1] .
2.21.
Het vonnis in conventie zal dus uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
2.22.
[ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
2.23.
Met betrekking tot het salaris advocaat, dat onderdeel uitmaakt van de proceskosten, hanteert de rechtbank als uitgangspunt het liquidatietarief. Dit is een voor de rechter niet bindende richtlijn, zodat daarvan kan worden afgeweken. In het onderhavig geval doet zich de situatie voor dat de door [eis.conv./verw.reconv.1+2] ingestelde vordering geen geldvordering is, hetgeen strikt genomen tot toepassing van liquidatietarief II zou leiden
(€ 598,-- per punt). De koopprijs van het perceel bedraagt blijkens de concept- leveringsakte (productie 7 van [eis.conv./verw.reconv.1+2] ) € 367.347,50,--, waarmee het belang van de zaak tot toepassing van tarief VI zou leiden (€ 2.645,-- per punt). Tarief II doet geen recht aan het belang van de zaak. Hantering van tarief VI komt de rechtbank in de gegeven omstandigheden bovenmatig voor. Immers, het geschil dat partijen verdeeld houdt is terug te voeren tot de vraag welke koopprijs per m² tussen partijen is overeengekomen (€ 350,-- dan wel € 289,--). Het verschil tussen de beide standpunten bedraagt, uitgaande van een oppervlakte van 1270 m², een bedrag van € 77.470,-- De rechtbank acht tarief IV (€ 1.183,-- per punt) in deze passend.
2.24.
De kosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.1+2] worden begroot op:
- dagvaarding € 123,57
- griffierecht € 309,00
- salaris advocaat €
2.957,50(2,5 punt × tarief € 1.183,00)
Totaal € 3.390,07
2.25.
[eis.conv./verw.reconv.1+2] vorderen [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar, zij het enkel ten aanzien van [ged.conv./eis.reconv.1] . Het beslag is immers gelegd op het perceel waarvan [ged.conv./eis.reconv.1] de enige eigenaar is. De beslagkosten worden begroot op € 369,69 voor verschotten en € 1.183,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 1.183,00).
2.26.
De nakosten zijn toewijsbaar als na te melden.
2.27.
Nu de proceskostenveroordeling jegens meerdere partijen wordt uitgesproken is als uitgangspunt ieder van die partijen voor het geheel aansprakelijk en zijn zij dus hoofdelijk verbonden. Dit geldt ongeacht of de in het gelijk gestelde partij dit heeft gevorderd of verzocht (Hoge Raad 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1942). De rechtbank ziet geen aanleiding om in deze van dit uitgangspunt af te wijken en zal aldus beslissen.
Nu de nakosten eveneens tot de proceskosten behoren, geldt het vorenstaande ook voor deze kosten.
in reconventie
2.28.
In het tussenvonnis van 31 augustus 2022 is in conventie reeds beslist dat de buitengerechtelijke vernietiging van de koopovereenkomst op geen van de daartoe aangevoerde gronden rechtens effect heeft. Dit staat aan toewijzing van de vordering onder 5.1.a. in de weg.
2.29.
Nu [eis.conv./verw.reconv.1+2] in conventie is veroordeeld om medewerking te verlenen aan levering van het perceel aan [eis.conv./verw.reconv.1+2] , kan niet gezegd worden dat [eis.conv./verw.reconv.1+2] onrechtmatig hebben gehandeld door op het perceel ten laste van [ged.conv./eis.reconv.1] conservatoir beslag tot levering te leggen. De vordering onder 5.1.b ligt daarmee voor afwijzing gereed.
2.30.
In het verlengde daarvan zal de vordering onder 5.1.c. eveneens worden afgewezen.
2.31.
[ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk (op grond van hetgeen hiervoor in conventie onder 2.27 is overwogen) in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.1+2] worden begroot op
€ 1.478,75 ter zake van salaris advocaat (2,5 punten x factor 0,5 x tarief € 1.183,00).

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de (wils)verklaringen van [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] die vereist zijn voor de levering van een perceel grond, gelegen aan de [adres+plaats+kad.gegevens]
, overeenkomstig de door [eis.conv./verw.reconv.1+2] als productie 7 in het geding gebrachte leveringsakte,
3.2.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.1] in de beslagkosten, tot op heden vastgesteld op € 1.552,69,
3.3.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.1+2] tot op heden begroot op € 3.390,07,
3.4.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.5.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
3.7.
wijst de vorderingen af,
3.8.
veroordeelt [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eis.conv./verw.reconv.1+2] tot op heden begroot op € 1.478,75,
3.9.
verklaart dit vonnis in reconventie voor wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst en in het openbaar uitgesproken op
5 april 2023.