Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eis.conv./verw.reconv.1] ,
[eis.conv./verw.reconv.2],
1.[ged.conv./eis.reconv.1] ,
[ged.conv./eis.reconv.2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 augustus 2022
- de bij brief van 14 december 2022 door [ged.conv./eis.reconv.1+2] in het geding gebrachte producties 13 tot en met 20
- de e-mail van [ged.conv./eis.reconv.1+2] d.d. 30 december 2022 waarin wordt verzocht om tussentijds hoger beroep te mogen instellen van voormeld tussenvonnis en de afwijzende beslissing van de zaaksrechter d.d. 5 januari 2023 op dit verzoek
- de akte (niet gehouden enquête), tevens overlegging producties van [ged.conv./eis.reconv.1+2]
- de antwoordakte (na niet gehouden enquête) tevens houdende overlegging producties van [eis.conv./verw.reconv.1+2]
2.De verdere beoordeling
in conventie
getuigenverhoor in fotokopie aan de andere partij en de rechtbank toegezonden moeten hebben. Deze instructie is gegeven om de wederpartij en de rechtbank de gelegenheid te geven om zich in die stukken voorafgaand aan het getuigenverhoor te verdiepen, hetgeen van belang kan zijn voor het getuigenverhoor dan wel voor de in aansluiting daarop te houden zitting.
[eis.conv./verw.reconv.1+2] is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad, nu hij in de gelegenheid is geweest om op de inhoud daarvan te reageren.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (laatstelijk Hoge Raad 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1873) brengen de eisen van een goede procesorde mee dat de rechter aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing, teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen.
er -gelet op de door [ged.conv./eis.reconv.1+2] in zijn brief van 14 december 2022 gegeven toelichting- kennelijk toe om alsnog aan te tonen dat [ged.conv./eis.reconv.2] ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst aan een geestelijke stoornis leed.
De advocaat van [eis.conv./verw.reconv.1+2] heeft naar aanleiding van het afgelasten van het getuigenverhoor van 19 december 2022 de rechtbank per e-mail van 2 januari 2023 laten weten dat hij niet begrijpt waarom het getuigenverhoor niet is doorgegaan. Hij heeft erop gewezen dat [eis.conv./verw.reconv.1+2] hem heeft laten weten dat zij een dag na het geplande getuigenverhoor [ged.conv./eis.reconv.2] en [ged.conv./eis.reconv.1] (zonder begeleiding) in een auto hebben zien rijden, waarbij [ged.conv./eis.reconv.2] de auto bestuurde.
De rechtbank heeft [ged.conv./eis.reconv.1+2] bij rolbericht van 14 februari 2023 opgedragen om te reageren op deze uitlating van de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.1+2] . Dat heeft [ged.conv./eis.reconv.1+2] in zijn akte van 1 maart 2023 niet gedaan. De rechtbank gaat er dan vanuit dat de bewering van [eis.conv./verw.reconv.1+2] juist is. De rechtbank trekt uit het feit dat [ged.conv./eis.reconv.2] op 20 december 2022 kennelijk nog een auto kon besturen de conclusie dat het temeer niet aannemelijk is dat er bij [ged.conv./eis.reconv.2] in juli 2021 reeds sprake is geweest van een geestelijke stoornis. Indien het zo erg met [ged.conv./eis.reconv.2] is gesteld als hij wil doen voorkomen is niet goed voorstelbaar dat iemand in een dergelijke toestand een auto bestuurt. Het besturen van een auto is onder die omstandigheden niet alleen onverantwoord naar mede-weggebruikers toe, het is bovendien wettelijk verboden.
€ 350,-- per m² zijn overeengekomen niet heeft geleverd, is de primaire hoofdvordering van [eis.conv./verw.reconv.1+2] voor toewijzing vatbaar als na te melden.
Nu [eis.conv./verw.reconv.1+2] in de gelegenheid is gesteld om te reageren op dit nieuwe verweer van [ged.conv./eis.reconv.1+2] , zijn zij niet in hun verdediging geschaad.
De rechtbank zal dit verweer hierna beoordelen.
Zij hebben daartoe aangevoerd dat zij op het gekochte perceel een woning willen laten bouwen, dat de bouwkosten voortdurend stijgen en dat zij thans in een huurwoning verblijven met forse lasten tot gevolg.
Ook vanuit proces-economisch oogpunt dient het belang van [eis.conv./verw.reconv.1+2] te wijken voor hun belang. Een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis zal tot een executiegeschil in kort geding leiden, wat kosten voor partijen en extra belasting voor de rechtbank met zich brengt.
Daartoe is het volgende redengevend.
(€ 598,-- per punt). De koopprijs van het perceel bedraagt blijkens de concept- leveringsakte (productie 7 van [eis.conv./verw.reconv.1+2] ) € 367.347,50,--, waarmee het belang van de zaak tot toepassing van tarief VI zou leiden (€ 2.645,-- per punt). Tarief II doet geen recht aan het belang van de zaak. Hantering van tarief VI komt de rechtbank in de gegeven omstandigheden bovenmatig voor. Immers, het geschil dat partijen verdeeld houdt is terug te voeren tot de vraag welke koopprijs per m² tussen partijen is overeengekomen (€ 350,-- dan wel € 289,--). Het verschil tussen de beide standpunten bedraagt, uitgaande van een oppervlakte van 1270 m², een bedrag van € 77.470,-- De rechtbank acht tarief IV (€ 1.183,-- per punt) in deze passend.
2.957,50(2,5 punt × tarief € 1.183,00)
€ 1.478,75 ter zake van salaris advocaat (2,5 punten x factor 0,5 x tarief € 1.183,00).
3.De beslissing
, overeenkomstig de door [eis.conv./verw.reconv.1+2] als productie 7 in het geding gebrachte leveringsakte,
5 april 2023.