In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van jeugdhulp op grond van de Jeugdwet (Jw). Eiseres, een zorgverleenster, is aangemerkt als belanghebbende bij het indicatiebesluit dat is gericht aan [C], de moeder van de kinderen [D] en [E]. De rechtbank oordeelt dat eiseres een niet parallel lopend belang heeft bij het indicatiebesluit, omdat haar belang ligt in de hoogte van het tarief voor de zorg die zij heeft verleend. Eiseres heeft in de periode van 16 februari 2020 tot en met 17 november 2020 jeugdhulp verleend aan de kinderen van [C], maar de hoogte van het tarief dat door verweerder is vastgesteld, was lager dan het tarief dat in de zorgovereenkomst was opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres erop mocht vertrouwen dat zij betaald zou worden conform het tarief dat was vastgelegd in de goedgekeurde zorgovereenkomst. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de indicatie voor jeugdhulp herroepen, waarbij zij een tarief van € 20,- per uur heeft vastgesteld voor de zorg die eiseres heeft verleend. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het griffierecht van eiseres dient te vergoeden, maar het verzoek om schadevergoeding is afgewezen.