ECLI:NL:RBGEL:2023:1311

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
05-254285-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontucht met zijn minderjarige nichtje

Op 13 maart 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een 43-jarige man, die werd beschuldigd van ontucht met zijn minderjarige nichtje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende de periode van 29 mei 2011 tot en met 28 mei 2013, in Tiel, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met zijn nichtje, die op dat moment 12 jaar oud was. De verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, maar de rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van het slachtoffer, die aan zijn zorg was toevertrouwd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en heeft hem verplicht om € 10.000,- aan smartengeld te betalen aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 29 mei 2013.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer. Het slachtoffer heeft verklaard dat het misbruik begon met seksueel getinte berichten via WhatsApp en dat de verdachte haar heeft misbruikt tijdens logeerpartijen. De rechtbank heeft ook de impact van de feiten op de familiebanden van het slachtoffer meegewogen. De verdachte heeft geen strafblad, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de gepleegde feiten zo ernstig zijn dat alleen een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen en de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-254285-22
Datum uitspraak : 13 maart 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1979 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in Tiel,
Raadsvrouw: mr. A. van der Poel, advocaat in Veenendaal.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 mei 2011 tot en met 28 mei 2013, te Tiel, in elk geval in Nederland, met [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 1999, die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt en/of welke op dat moment aan de zorg en/of waakzaamheid van hem, verdachte was toevertrouwd en/of waarbij hij, verdachte, misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [benadeelde] ,
(telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , te weten
  • het brengen/duwen van één of meerdere vinger(s) in de vagina van die [benadeelde] en/of
  • het brengen/duwen van zijn, verdachtes, penis in de mond en/of in de vagina van die [benadeelde] en/of
  • het likken van de vagina, althans het brengen/duwen van zijn, verdachtes, tong tussen de schaamlippen van die [benadeelde] ;
feit 2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 mei 2011 tot en met 28 mei 2013, te Tiel, in elk geval in Nederland, met [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 1999, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt en/of waarbij hij, verdachte, misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [benadeelde] , (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
  • het strelen/betasten van de tepels en/of borsten van die [benadeelde] en/of
  • het kussen van en/of likken over de tepels van die [benadeelde] en/of
  • het betasten van de vagina en/of de schaamlippen en/of de schaamstreek van die [benadeelde] en/of
  • het kussen van en/of likken over de vagina en/of de schaamlippen en/of de schaamstreek van die [benadeelde] en/of
  • het laten betasten en/of vastpakken en/of likken van zijn, verdachtes, penis door die [benadeelde] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet is voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv), nu de verklaringen in het dossier te herleiden zijn naar dezelfde bron. Ook heeft de verdediging een alternatief scenario geschetst, wat zou passen bij de WhatsApp gesprekken die in het dossier zitten. Verdachte zou dus van de tenlastegelegde feiten moeten worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [benadeelde] heeft verklaard dat zij is misbruikt door haar oom, [verdachte] (verdachte). Het misbruik vond plaats in de woning van verdachte in Tiel. [benadeelde] en verdachte gingen in maart 2012 workshops geven op een hobbybeurs. Zij is toen meerdere keren bij verdachte blijven slapen, maar weet niet precies hoe vaak zij bij hem heeft geslapen. [2] [benadeelde] heeft verklaard dat verdachte haar ging Whatsappen. Op een gegeven moment werden de Whatsapps seksueel getint en vroeg verdachte onder meer of zij al ontmaagd was, of zij interesse had om ontmaagd te worden en dat hij haar die ervaring wel wilde geven. [benadeelde] moest de berichten direct verwijderen en mocht echt niemand iets vertellen. Verdachte begon op [benadeelde] in te praten dat het niet raar was dat hij dingen met [benadeelde] zou doen en zij ging daarin geloven. Verdachte heeft [benadeelde] foto’s en filmpjes gestuurd van zijn penis en waarop hij zichzelf aftrok. [benadeelde] heeft foto’s en filmpjes gestuurd van haar borsten en vagina. Verdachte vroeg of [benadeelde] bleef slapen na de hobbybeurzen en dat het dan wel ‘in het echt’ kon gaan gebeuren. [benadeelde] ging overdag mee naar de beurs, bleef daarna slapen en in de avond misbruikte verdachte haar. [benadeelde] heeft verklaard dat hij haar borsten streelde en aan haar tepels zat, ook met zijn mond. Hij raakte ook haar vagina aan en vingerde en befte haar, waarbij hij ook met zijn tong in haar vagina ging Zij pijpte hem . Ook hebben zij seks gehad, waarbij hij haar heeft ontmaagd. Dit gebeurde allemaal toen [benadeelde] dertien jaar oud was. [3]
De eerste keer dat verdachte haar misbruikte, begon met zoenen op de mond en met de tong. Daarna hebben ze seks gehad. Verdachte gebruikte geen condoom, want dat vond hij niet fijn. Het is [benadeelde] goed bij gebleven dat verdachte zei dat zij harder moest kreunen. [4] [benadeelde] heeft verklaard dat het in totaal niet meer dan tien keer is gebeurd. Het misbruik stopte doordat [benadeelde] tegen verdachte via een Whatsappje zei dat zij wilde stoppen. Verdachte had op dat moment geen relatie. [5]
[benadeelde] heeft verklaard dat zij als eerste tegen haar vriendin [naam 2] heeft verteld dat zij door haar oom is misbruikt. Daarna heeft zij het tegen haar zus [naam 1] en haar ouders verteld. Zij heeft geen details genoemd. [6]
Getuige [naam 2] heeft verklaard dat [benadeelde] haar ergens vóór 29 mei 2019 heeft verteld dat haar oom (de rechtbank begrijpt verdachte) haar had misbruikt. [benadeelde] vertelde haar ook dat zij in die periode van VWO naar HAVO naar TL ging. [naam 2] heeft verklaard dat [benadeelde] een keer tijdens de seks weg keek. [benadeelde] was in paniek en aan het huilen en toen [naam 2] aan haar vroeg wat er aan de hand was zei [benadeelde] dat ze beelden van haar oom (de rechtbank begrijpt verdachte) zag. [7]
Getuige [naam 1] [benadeelde] heeft verklaard dat haar zusje [benadeelde] in september 2019 tegen haar heeft gezegd dat verdachte seks met [benadeelde] heeft gehad. [naam 1] en [benadeelde] zaten in de auto en [naam 1] vertelde dat zij op 16-jarige leeftijd nachtmerries had over een verkrachting. Op dat moment begon [benadeelde] te huilen en toen vertelde zij wat verdachte bij haar had gedaan, namelijk aftrekken, vingeren, beffen, pijpen en seks. [8]
[naam 1] heeft verklaard dat verdachte de leukste oom was, maar dat dit veranderde toen zij in de puberteit kwam. Toen [naam 1] op haar zestiende een relatie kreeg met [naam 3] sneed verdachte seksueel getinte onderwerpen aan in gesprekken met haar, wat zij onprettig vond. Verdachte is door de vader van [naam 1] hierover meerdere keren aangesproken. [benadeelde] was altijd het favoriete nichtje van verdachte en kreeg altijd een extra cadeautje. [benadeelde] was altijd lief en verlegen, maar dat veranderde op haar dertiende. Ze werd heel hard en dan met name naar verdachte. [naam 1] heeft zich wel afgevraagd waarom dit door verdachte werd geaccepteerd. [9]
Getuige [naam 4] , vader van [benadeelde] , heeft verklaard dat verdachte een keer seksueel getinte berichten heeft verstuurd naar zijn kinderen. [naam 4] heeft toen aan verdachte moeten uitleggen dat het niet normaal was om dat soort berichten te sturen naar zijn neefjes en nichtjes. [10]
Getuige [naam 5] , moeder van [benadeelde] , heeft verklaard dat [benadeelde] veel samen met verdachte naar beurzen is geweest. [benadeelde] ging in die periode veel bij verdachte langs om te knutselen of iets te bakken. In maart 2013 is de relatie van verdachte uitgegaan. Het gedrag van [benadeelde] veranderde, ze was anders dan normaal. Ze had slechte schoolresultaten, was snel boos en opstandig en sloot zich op in haar kamer. [naam 5] heeft verklaard dat verdachte op een gegeven moment seksueel getinte berichten naar haar kinderen heeft gestuurd. Haar man, [naam 4] , heeft [verdachte] daarop aangesproken. [11]
In het WhatsApp gesprek op 9 september 2019 tussen [naam 1] en [verdachte] staat het volgende:
‘08-09-19 18:45 - [naam 1] :
‘Hallo [verdachte] , ik hoorde dat je vandaag voor de deur stond. Ik wil je vragen dit niet meer te doen. [benadeelde] heeft mij verteld wat je bij haar gedaan heb en daarom hebben [naam 3] en ik besloten geen contact meer met je te willen.
08-09-19 19:00 - [verdachte] :
Oké duidelijk en helaas snap ik jullie keus ook. Ben er niet trots op en had niet mogen gebeuren. Denk dat het verhaal wel een beetje meerdere kanten heeft, maar alsnog praat dat niks goed. Zover het wat waard is heb ik er zeker wel spijt van dat ik [benadeelde] verdriet aan heb gedaan en dat ik op dat moment niet de volwassene was.’ [12]
In het WhatsApp gesprek op 2 juli 2020 tussen [naam 4] en [verdachte] staat het volgende:
02-07-20 20:05 - [naam 4]
:
‘ [verdachte] , [benadeelde] heeft verteld wat je haar hebt aangedaan. Ik vind het te erg voor woorden. Met mooie woorden een twaalfjarig meisje je bed in praten en daar misbruik van maken. Walgelijk. Je hebt misbruik gemaakt van haar vertrouwen. Ik kan je niet meer vertrouwen. Je hebt mijn dochter en jouw nichtje misbruikt. Ik had dit nooit verwacht. Heb je wel enig besef wat je [benadeelde] aangedaan hebt? Wat dit met mijn gezin doet en nog gaat doen? Wat dit onze familie gaat aandoen? Wat als oma dit hoort? Heb je enig idee hoe ik aan ma kan uitleggen dat ik je niet meer wil zien, dat je bij [naam 1] ook niet welkom bent? Ik heb geen idee hoe ik dat kan uitleggen. Het is niet een gesprek dat ik ooit had verwacht te moeten voeren met mijn moeder. Heb je enig idee wat dit doet met mijn relatie met [naam 5] ? Bah!’02-07-20 20:32 - [verdachte] :
‘ [naam 4] , Ik ga en kan niks goed praten, want heb zeker een domme keus gemaakt, maar wat je mij nu verteld klopt met een aantal dingen echt niet. Eén ding wil ik absoluut gezegd hebben en dat is dat ze zeker geen 12 was. Heb ook zeker spijt van het feit dat [benadeelde] hier verdriet van heeft en dit pas ook geuit naar haar toen ze aangaf verdriet ervan te hebben. En ik haar verleid? In mijn ervaring was het andersom en had ik alsnog nee moeten zeggen. Ik had verstandig en sterk moeten zijn, ik zat toen mentaal laag aan de grond en kon dit tot mijn spijt niet opbrengen. Dit had nooit mogen gebeuren maar graag zou ik je ook mijn kant willen vertellen. Maar ik begrijp ook dat [benadeelde] je dochter is en je altijd aan haar kant zult blijven staan en ik zal je ook niet vragen om dit te veranderen. Het is nooit mijn bedoeling iemand, wie dan ook, pijn te doen.’
02-07-20 20:43 – [naam 4] :
‘Hoe kan een minderjarige je verleiden?? Waanzin! En dan had je er NOOIT op in mogen gaan. Inderdaad is [benadeelde] mijn dochter. En ik ben echt heel kwaad. Ik kan er niet bij hoe je jezelf wilt goedpraten. Volledig onmogelijk.’
02-07-20 20:52 – [verdachte] :
‘Ik kan het ook niet goed praten. Waanzin? Ja zeker, maar liegen erover heeft geen zin. Het enige wat ik nu nog kan doen ik erover praten met je niet goedpraten. Ik begrijp dat jullie kwaad zijn ik ben ook kwaad op mijzelf en ik schaam mij voor al het verdriet wat er is ontstaan.’ [13]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in 2012 samen met [benadeelde] naar hobbybeurzen is geweest en dat [benadeelde] ook wel eens bij hem bleef logeren. Hij en [benadeelde] hadden een klik omdat zij een gezamenlijke hobby hadden. Hierover had hij geregeld via WhatsApp contact met [benadeelde] . Als [benadeelde] een vriendje had dan werd daar ook wel eens over gesproken. Verdachte heeft verklaard dat hij wel verandering in het gedrag van [benadeelde] merkte in de periode dat zij van school wisselde, omdat zij volgens verdachte werd gepest.
Verdachte heeft ter terechtzitting als alternatief scenario naar voren gebracht dat hij in 2017 of 2018 met [benadeelde] heeft gezoend. Hij zat toen in een moeilijke periode wegens een burn-out. Hij had een relatie en was zo erg de weg kwijt dat hij domme dingen heeft gedaan. Hij heeft verklaard dat hij weet dat zoenen met je nichtje niet hoort, ongeacht dat zij toen al 18 jaar oud was. De aanleiding van de zoen was dat [benadeelde] hem verleidde en uitdaagde en dat hij daartegen geen weerstand kon bieden. Verdachte heeft verklaard dat hij dacht dat de WhatsApp-berichten uit 2019 tussen hem en [naam 1] en de berichten uit 2020 tussen hem en [naam 4] over het zoenen in 2017 of 2018 gingen. [14]
Uitgangspunt
De rechtbank stelt voorop dat zedenzaken vaak worden gekenmerkt door het gegeven dat naast de verklaring van het slachtoffer en de ontkennende verklaring van de verdachte weinig of geen steunbewijs voorhanden is, omdat bij de ten laste gelegde handelingen alleen de verdachte en het slachtoffer aanwezig zijn geweest. Indien steunbewijs ontbreekt of door de rechter ontoereikend wordt bevonden, blijven de beschuldigende verklaring van het slachtoffer en de ontkennende verklaring van de verdachte als onverenigbaar tegenover elkaar staan. In dat geval laat het systeem van de strafwet geen ruimte voor een bewezenverklaring, omdat op grond van artikel 342, tweede lid Sv de rechter het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet uitsluitend mag baseren op de verklaring van één getuige. Echter, voor het voldoen aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid Sv is niet vereist dat het steunbewijs betrekking dient te hebben op de specifieke ten laste gelegde ontuchtige handelingen. [15]
De betrouwbaarheid van de verklaringen van [benadeelde]
heeft bij de politie twee verklaringen afgelegd, in een informatief gesprek op 7 augustus 2020 en tien dagen later in haar aangifte. Deze verklaringen zijn consistent en gedetailleerd. [benadeelde] heeft in haar verklaringen benoemd op welke momenten het misbruik plaatsvond en welke seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. Het enkele feit dat [benadeelde] niet tot in detail tegen haar ouders en vriendin heeft verklaard welke seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, doet aan het voorgaande niet af. Daarnaast heeft [benadeelde] tegen haar zus [naam 1] verteld welke seksuele handelingen hebben plaatsgevonden tussen haar en verdachte en zowel [benadeelde] als [naam 1] en [naam 4] verklaren over seksueel getinte berichten van verdachte naar zijn neefjes en nichtjes.
De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster dan ook betrouwbaar en neemt deze als uitgangspunt bij de beoordeling.
Steunbewijs
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [benadeelde] in zoverre wordt ondersteund door ander bewijs omdat zowel verdachte als andere getuigen verklaren dat i) verdachte en [benadeelde] samen naar beurzen gingen, ii) [benadeelde] vaak bij verdachte thuis kwam en geregeld bij hem bleef logeren iii) haar gedrag jegens verdachte op enig moment in 2013 verhardde. Daar komt nog bij dat [verdachte] in de appberichten naar [naam 1] in 2019 en naar [naam 4] in 2020 spijt betuigd en zegt dat wat hij heeft gedaan niet goed is te praten. Hier speelt ook een rol dat [benadeelde] voor het eerst tegen een ander, [naam 1] , over het misbruik heeft verteld, nadat [naam 1] haar over een droom vertelde waarin [naam 1] verkracht werd, en dat [benadeelde] hierbij emotioneel werd.
Alternatief scenario
Het door verdachte aangevoerde scenario vindt daarentegen onvoldoende steun in het procesdossier. De rechtbank acht het daarbij van belang dat [naam 4] verdachte in voornoemde berichten ervan beschuldigd dat hij een twaalfjarig meisje in bed heeft gepraat en daar misbruik van heeft gemaakt. Verdachte reageert alleen dat [benadeelde] zeker geen 12 jaar was en hij reageert in zijn geheel niet op de beschuldiging dat hij [benadeelde] in bed heeft gepraat en daar misbruik van heeft gemaakt. Hoewel verdachte de tijd en de gelegenheid had om gedetailleerd te reageren wat niet zou kloppen aan de beschuldiging die zijn broer heeft gestuurd, heeft hij het gelaten bij de leeftijd van [benadeelde] . Gelet op de aard van de verwijten die [naam 4] verdachte maakt, zou het meer in de rede hebben gelegen dat verdachte het “in bed praten” en “misbruik maken ” zou hebben weersproken dan enkel op te merken dat [benadeelde] geen 12 jaar was. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat [benadeelde] in 2017 of 2018 interesse in verdachte zou hebben gehad en initiatief heeft getoond om te gaan zoenen ongeloofwaardig, nu [benadeelde] heeft verklaard lesbisch te zijn en dat zij dat destijds al wist. Daarnaast heeft verdachte – ondanks eerdere mogelijkheden daartoe – pas ter terechtzitting een verklaring afgelegd over het zoenen in 2017 of 2018, waardoor het scenario nu niet (meer) controleerbaar is. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van verdachte dat hij in de veronderstelling was dat de
WhatsApp-berichten over het zoenen in 2017 of 2018 gaan op geen enkele wijze aannemelijk is geworden. De rechtbank zal dan ook hieraan voorbijgaan en interpreteert de WhatsApp-berichten van verdachte als spijtbetuiging van verdachte over het misbruik van [benadeelde] in 2012/2013 en een bevestiging van de aangifte van [benadeelde] .
Oordeel
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank bewezen en heeft zij de overtuiging bekomen dat verdachte – op de momenten dat [benadeelde] in 2012 en 2013 bij hem bleef logeren de borsten van [benadeelde] heeft gestreeld en aan haar tepels heeft gezeten, ook met zijn mond. Dat hij met zijn vingers en met zijn tong in haar vagina is gegaan en dat hij haar penetreerde door met zijn penis en met zijn vingers in haar vagina te gaan. En ook dat [benadeelde] hem moest pijpen door zijn penis in haar mond te brengen.
Deze handelingen kwalificeert de rechtbank als ontuchtig conform artikel 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht. [benadeelde] mocht in goed vertrouwen bij verdachte blijven logeren en was op die momenten aan de zorg en waakzaamheid van verdachte toevertrouwd. Verdachte heeft daarnaast misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van [benadeelde] , die voortvloeit uit de ongelijkwaardige verhouding, het leeftijdsverschil en de vertrouwensrelatie.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte gedurende een lange periode ontuchtige handelingen heeft gepleegd met zijn minderjarige nichtje.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
feit 1
hij op
één ofmeer
deretijdstippen in
of omstreeksde periode van 29 mei 201
2tot en met 28 mei 2013, te Tiel
, in elk geval in Nederland, met [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 1999, die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt en
/ofwelke op dat moment aan de zorg en
/ofwaakzaamheid van hem, verdachte was toevertrouwd en
/ofwaarbij hij, verdachte, misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [benadeelde] ,
(telkens) buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , te weten
  • het brengen/duwen van één of meerdere vinger(s) in de vagina van die [benadeelde] en
  • het brengen/duwen van zijn, verdachtes, penis in de mond en
  • het likken van de vagina, althans het brengen/duwen van zijn, verdachtes, tong tussen de schaamlippen van die [benadeelde] ;
feit 2
hij op
één ofmeer
deretijdstippen in
of omstreeksde periode van 29 mei 201
2tot en met 28 mei 2013, te Tiel
, in elk geval in Nederland, met [benadeelde] , geboren op [geboortedag 2] 1999, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt en
/ofwaarbij hij, verdachte, misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van die [benadeelde] , (telkens) buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
  • het strelen/betasten van de tepels en/of borsten van die [benadeelde] en
  • het kussen van en/of likken over de tepels van die [benadeelde] en
  • het betasten van de vagina en/of de schaamlippen en/of de schaamstreek van die [benadeelde] en
  • het kussen van en/of likken over de vagina en/of de schaamlippen en/of de schaamstreek van die [benadeelde] en
  • het laten betasten en/of vastpakken en/of likken van zijn, verdachtes, penis door die [benadeelde] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige;
feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een persoon bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat de eis van de officier van justitie te hoog is en verwijst daarbij naar een vonnis van 23 februari 2023 van de rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2023:611), waarbij in een soortgelijke zaak een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk is opgelegd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich gedurende een jaar schuldig gemaakt aan zeer ernstige feiten. Als oom heeft hij meermalen ontucht gepleegd met zijn minderjarige nichtje. Aangeefster heeft verklaard dat het begon met appcontact, wat vervolgens overging in seksueel getinte berichten en het delen van onder andere naaktfoto’s en filmpjes. Op het moment dat de ontuchtige handelingen begonnen, was het slachtoffer slechts dertien jaar oud.
De feiten waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt, hebben zeer nadelige gevolgen voor het minderjarige slachtoffer, in de zin van psychische en emotionele schade. Deze schade zal in de regel nadelige gevolgen hebben voor de verdere (psychische) ontwikkeling van het slachtoffer. Hoe ingrijpend deze gevolgen voor het slachtoffer zijn geweest, blijkt onder meer uit de toelichting op de vordering die zij als benadeelde partij heeft ingediend. Daarnaast heeft het gedrag van verdachte ook ertoe geleid dat de familiebanden volledig zijn ontwricht. De rechtbank rekent dat verdachte zeer aan.
De rechtbank neemt verdachte zijn handelen te meer kwalijk, nu het slachtoffer zijn nichtje is en de zorg over haar op de momenten dat het misbruik plaatsvond aan hem was toevertrouwd. Het slachtoffer zou zich veilig moeten kunnen voelen bij haar familie. Een oom zou zijn nichtje moeten beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag in plaats van haar daaraan bloot te stellen. Verdachte heeft met zijn handelen enkel zijn eigen lustgevoelens willen bevredigen en daarmee het vertrouwen dat het slachtoffer en de ouders van het slachtoffer in hem mochten hebben op grove wijze beschaamd. Hiervoor bestaat geen enkele rechtvaardiging.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het strafblad van verdachte van 6 januari 2023. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld. Uit het reclasseringsrapport van 15 februari 2023 blijkt dat het recidiverisico niet kan worden ingeschat gelet op de ontkennende houding van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat bij het als oom plegen van ontucht met zijn minderjarige nichtje geen andere straf past dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank overweegt daarbij dat sprake is geweest van een lange periode en dat verdachte misbruik heeft gemaakt van de vertrouwensband die tussen hem en zijn nichtje bestond op dat moment. Aan verdachte wordt een gevangenisstraf van dertig maanden opgelegd, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank komt lager uit dan de eis van de officier van justitie, omdat zij meer dan de officier van justitie rekening heeft gehouden met de tijd tussen het plegen van het strafbare feit en de veroordeling en kijkend naar wat binnen de rechtspraak gebruikelijk in dit soort zaken wordt opgelegd.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [benadeelde] heeft in verband met de ten laste gelegde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 10.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen met toekenning van de wettelijke rente en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren. Subsidiair heeft de verdediging, onder verwijzing naar het vonnis van 23 februari 2023 van de rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2023:611), verzocht de vordering aanzienlijk te matigen.
Overweging van de rechtbank
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaring schade heeft geleden die binnen de hiervoor genoemde categorie van artikel 6:106 BW valt. Door de bewezenverklaarde feiten is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. De vordering is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd met onder andere verwijzingen naar een brief van de GZ-psycholoog die de benadeelde partij behandeld heeft en vergelijkbare zaken. Naar maatstaven van billijkheid zal de rechtbank het smartengeld op een bedrag van
€ 10.000,- vaststellen.
Verdachte is vanaf 29 mei 2013 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 245, 247, en 248 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
  • beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt verdachte in verband met de feiten tot betaling van
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag te betalen van € 10.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2013 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 85 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.W. van de Sande (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings en
mr. J.A.L. Heldens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 maart 2023.
mr. C.E.W. van de Sande is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Koninklijke Marechaussee, Brigade Recherche, afdeling Zeden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 20220802.0945.0979, onderzoeksnummer ONRBC20848 / FORD gesloten op 13 september 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte, p. 17.
3.Proces-verbaal aangifte, p. 14 en 15.
4.Proces-verbaal aangifte, p. 17.
5.Proces-verbaal aangifte, p. 18.
6.Proces-verbaal aangifte, p. 19 en 20.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 22 en 23.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 34 en 35.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 35.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 28.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 30 en 31.
12.Proces-verbaal telefooncontact [verdachte] , p. 7 (bijlage 2).
13.Proces-verbaal telefooncontact [verdachte] , p. 10 t/m 12 (bijlage 4).
14.De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 27 februari 2023.