Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Tenlastelegging
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of likken van de vagina en/of schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- het duwen/brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of tong tussen de schaamlippen en/of in devagina van die [slachtoffer] en/of
- het doen of laten betasten en/of aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] en/of
- het plaatsen van het lichaam van die [slachtoffer] op zijn, verdachtes, schoot of kruis en/of
- het (vervolgens) heen en weer bewegen van het lichaam van die [slachtoffer] over zijn, verdachtes,(beklede) geslachtsdeel;
Beoordeling van het bewijs
1
Bewezenverklaring
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer] en
- het betasten en likken van de vagina en schaamstreek van die [slachtoffer] en
- het brengen van zijn, verdachtes, vinger en tong tussen de schaamlippen en in de vagina van die[slachtoffer] en
- het doen of laten betasten en aftrekken van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] en
- het plaatsen van het lichaam van die [slachtoffer] op zijn, verdachtes, schoot of kruis en
- het vervolgens heen en weer bewegen van het lichaam van die [slachtoffer] over zijn bekledegeslachtsdeel;
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden.
een gedeelte, groot 8 maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- het bedrag van € 5.038,16 (zegge: vijfduizend achtendertig euro en zestien eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 oktober 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.