ECLI:NL:RBGEL:2023:1284

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
10 maart 2023
Zaaknummer
05-036181-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernieling en bedreiging door een vrouw in een woongroep met taakstraf en bijzondere voorwaarden

Op 9 maart 2023 heeft de Rechtbank Gelderland een vrouw veroordeeld voor vernieling en bedreiging van begeleiders in haar woongroep. De vrouw heeft op 11 februari 2022 opzettelijk een raam en een deur vernield en meerdere begeleiders bedreigd met de dood. Daarnaast heeft zij op 27 januari 2022 een begeleider bedreigd en mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten van bedreiging en mishandeling, waarbij zij zich uitliet met zeer gewelddadige en bedreigende taal. De rechtbank heeft de vrouw een taakstraf opgelegd van 120 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die zij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Tevens is er een proeftijd van 3 jaren opgelegd, met bijzondere voorwaarden waaronder opname en behandeling in een zorginstelling. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische problematiek van de vrouw, waaronder een autismespectrumstoornis en een licht verstandelijke beperking, en heeft geadviseerd om de feiten in verminderde mate aan haar toe te rekenen. De rechtbank benadrukt het belang van een veilige werkomgeving voor hulpverleners en de noodzaak van behandeling voor de vrouw.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/036181-22 + 05/029575-22 + 05/024136-22 + 05/304001-22
Datum uitspraak : 9 maart 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , wonende aan [adres] .
Raadsvrouw: mr. G.J.P.C.G. Verheijen, advocaat in Nijmegen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is onder parketnummer 05/036181-22 ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 11 februari 2022 te Groesbeek, opzettelijk en wederrechtelijk een raam en/of een of meerdere deur(en) en/of een muur en/of de inboedel van het gebouw/de woning gelegen aan [adres] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.
zij op of omstreeks 11 februari 2022 te Groesbeek, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal dreigend de woorden toe te voegen: "Ik maak jullie kapot. Ik maak jullie dood. Als ik binnenkom maak ik jullie kapot!" en/of "Ik maak jullie af, ik ga nu naar de messen la en ik steek jullie neer!" en/of daarbij meermalen, althans eenmaal te slaan en/of te bonken met een lade tegen het raam en/of de deur, althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard of strekking.
Aan verdachte is onder parketnummer 05/029575-22 ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 2 februari 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer 5] te benaderen met een glas in haar hand en/of (vervolgens)
voornoemde [slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak je kapot kankerhoer. Ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Aan verdachte is onder parketnummer 05/024136-22 ten laste gelegd dat:
1.
zij, op of omstreeks 27 januari 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 6] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak je kapot" en/of "ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
zij, op of omstreeks 27 januari 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 6] heeft mishandeld door
  • één of meermalen aan de haren vast te pakken en/of te trekken en/of
  • één of meermalen tegen/op het oor van die [slachtoffer 6] , althans tegen/op het hoofd, te slaan en/of te stompen.
Aan verdachte is onder parketnummer 05/304001-22 ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 21 november 2022 te Groesbeek, althans in de gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak jullie dood" en/of "Ik steek jullie allemaal neer" en/of "Ik ga jullie allemaal vermoorden, wacht maar tot ik de kans krijg, kankerhoeren" en/of "Ik steek je met een schaar in je nek" en/of " [slachtoffer 3] , vieze kankerhoer, ik ga jou vermoorden, ik steek je in je nek, ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
zij op of omstreeks 21 november 2022 te Groesbeek, althans in de gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 7] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 7] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te slaan.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de tenlastegelegde feiten.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 05/036181-22 [1]
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , mede namens [naam] , van 11 februari 2022, p. 6-9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 februari 2023.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 11 februari 2022, p. 34-35;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 februari 2023.
Ten aanzien van parketnummer 05/029575-22 [2]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] van 2 februari 2022, p. 3-4;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 februari 2023.
Ten aanzien van parketnummer 05/024136-22 [3]
Feiten 1 en 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 27 januari 2022, p. 3-4;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 februari 2023.
Ten aanzien van parketnummer 05/304001-22 [4]
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 21 november 2022, p. 5-7;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 februari 2023.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 21 november 2022, p. 9-11;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 februari 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05/036181-22
1.
zij op
of omstreeks11 februari 2022 te Groesbeek, opzettelijk en wederrechtelijk een raam en
/of een of meerderedeur
(en
) en/of een muuren
/of deinboedel van het gebouw
/de woninggelegen aan [adres]
, in elk geval enig goed,dat/die geheel of ten dele aan [naam]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft vernield, beschadigd en onbruikbaar gemaakt
en/of weggemaakt;
2.
zij op
of omstreeks11 februari 2022 te Groesbeek, [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4]
meermalen, althans eenmaaldreigend de woorden toe te voegen: "Ik maak jullie kapot. Ik maak jullie dood. Als ik binnenkom maak ik jullie kapot!"
en/of "Ik maak jullie af, ik ga nu naar de messen la en ik steek jullie neer!"en
/ofdaarbij
meermalen, althans eenmaalte slaan en
/ofte bonken met een lade tegen het raam en
/ofde deur
, althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard of strekking;
parketnummer 05/029575-22
zij op
of omstreeks2 februari 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer 5] te benaderen met een glas in haar hand en
/of(vervolgens)
voornoemde [slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak je kapot kankerhoer. Ik maak je dood"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
parketnummer 05/024136-22
1.
zij op
of omstreeks27 januari 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 6] dreigend de woorden toe te voegen "ik maak je kapot"
en/of "ikmaak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
zij op
of omstreeks27 januari 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 6] heeft mishandeld door
  • één ofmeermalen aan de haren vast te pakken en
    /ofte trekken en
    /of
  • één of meermalentegen/op het oor van die [slachtoffer 6] , althans tegen/op het hoofd, te slaan
    en/of te stompen;
parketnummer 05/304001-22
1.
zij op
of omstreeks21 november 2022 te Groesbeek
, althans in de gemeente Berg en Dal,[slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak jullie dood" en
/of"Ik steek jullie allemaal neer" en
/of"Ik ga jullie allemaal vermoorden, wacht maar tot ik de kans krijg, kankerhoeren"
en/of "Ik steek je met een schaar in je nek"en
/of" [slachtoffer 3] , vieze kankerhoer, ik ga jou vermoorden, ik steek je in je nek, ik maak je dood"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
zij op
of omstreeks21 november 2022 te Groesbeek
, althans in de gemeente Berg en Dal, [slachtoffer 7] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 7] meermalen
, althans eenmaal,(met kracht) op/tegen het hoofd
, althans op/tegen het lichaamte slaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van parketnummer 05/036181-22, feit 1:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen/beschadigen/onbruikbaar maken;
ten aanzien van parketnummer 05/036181-22, feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van parketnummer 05/029575-22:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van parketnummer 05/024136-22, feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van parketnummer 05/024136-22, feit 2:
mishandeling;
ten aanzien van parketnummer 05/304001-22, feit 1:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van parketnummer 05/304001-22, feit 2:
mishandeling.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van 3 jaren en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, met toezicht daarop door de reclassering. De bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dienen dadelijk uitvoerbaar verklaard te worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat een deel van de strafbare feiten niet door verdachte gepleegd zouden zijn als verdachte niet had hoeven terugkeren naar haar woongroep. Verdachte heeft immers aangegeven dat zij daar niet op haar plek zat en het weer mis zou gaan. Zij heeft bepleit dat een taakstraf in de rede ligt, maar dat de tijd dat verdachte daadwerkelijk moet werken, 20 uren dient te zijn. Het traject dat verdachte op korte termijn ingaat, zal namelijk ook veel van haar vragen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte. De rechtbank heeft gezien dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, zodat dat niet strafverhogend of -verlagend werkt.
Verdachte heeft zulke heftige woede-uitbarstingen gehad, dat zij in een periode van nog geen jaar vernielingen op haar woongroep heeft verricht, meerdere begeleiders met de dood heeft bedreigd én twee begeleiders heeft mishandeld. Dit zijn ernstige feiten voor de slachtoffers waarbij duidelijk grenzen zijn overschreden. Hoewel verdachte heeft verklaard dat zij het liever anders had aangepakt, heeft zij ook gezegd dat zij slechts deels begrijpt dat de begeleiders in die situaties bang waren. Volgens verdachte moeten zij wel wat gewend zijn in hun werk. Deze opvatting baart de rechtbank zorgen. Ook in de hulpverlening moet immers sprake zijn van een veilige werkomgeving. Gebleken is dat er vaker sprake is van agressieve gedragingen naar de begeleiding, waar niet altijd aangifte van werd gedaan.
Rapportages
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de recente rapporten en adviezen die zijn opgemaakt over verdachte.
In de Pro-Justitia rapportage van 27 december 2022 opgemaakt door GZ-psycholoog [GZ-psycholoog] , is – samengevat weergegeven – het volgende naar voren gebracht. Bij verdachte is sprake van een autismespectrumstoornis, licht verstandelijke beperking en problematische hechting. De combinatie van voorgaande stoornissen hebben elkaar in negatieve zin beïnvloed en geleid tot een periodiek explosieve stoornis. De stoornissen beïnvloedden de gedragingen van verdachte bij het bewezen verklaarde handelen. Er was sprake van gevoelens van onrecht bij verdachte waardoor ze al boos was, wat leidde tot agressie. Geadviseerd wordt om de feiten van parketnummers 05/024136-22, 05/036181-22 en 05/304001-22 in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De mate van verstoring van haar emoties- en oordeelsvermogen, impulsiviteit en motivatie en richting van haar gedrag hebben een grote invloed op haar besef van de ernst van het ten laste gelegde, het kunnen overzien van de gevolgen van haar handelen en op haar mogelijkheden voor gedragsalternatieven. Extra complicerend is dat zij door haar licht verstandelijke beperking de situatie niet goed doorziet en moeilijker leerbaar is.
In het reclasseringsrapport van 9 februari 2023 is weergegeven dat een forensische aanpak, gericht op risicomanagement en het voorkomen van nieuwe slachtoffers, waarbij rekening wordt gehouden met de (on)mogelijkheden van verdachte, onvermijdelijk is. De reclassering sluit daarom aan bij het advies in de Pro-Justitia rapportage, dat plaatsing in een forensische kliniek zoals een FPA het meest passend is. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling (met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, en dagbesteding. De reclassering adviseert voorts de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden en het toezicht, omdat de kans op recidive van een misdrijf met schade voor personen groot is.
De rechtbank neemt het advies van de deskundige, om de ten laste gelegde feiten van parketnummers 05/024136-22, 05/036181-22 en 05/304001-22 in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen, over en betrekt dat in matigende zin bij de strafoplegging. Voor het in verminderde mate toerekenen van het feit van parketnummer 05/029575-22 overweegt de rechtbank dat deze dit strafbare feit in dezelfde periode als de andere feiten heeft plaatsgevonden. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat ten tijde van het plegen van dat strafbare feit ook sprake was van deze stoornissen. Zij zal daarom alle bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte toerekenen.
Gelet op de gediagnosticeerde problematiek van verdachte, vindt de rechtbank het belangrijk dat een uitgebreid zorgkader voor verdachte wordt gerealiseerd. Op die manier wordt mogelijk het risico op recidive ingedamd. Verdachte heeft ter terechtzitting meermaals gezegd dat zij graag wil worden behandeld voor haar stoornissen en wil leren omgaan met het gedrag dat daaruit voortkomt.
Strafoplegging
De rechtbank is van oordeel dat het om ernstige feiten gaat en wil dat in de straf ook tot uitdrukking brengen, maar moet ook rekening houden met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden. Het is van belang dat verdachte gestraft wordt voor de strafbare feiten die zij heeft gepleegd, maar de rechtbank wil met de strafoplegging ook bereiken dat verdachte niet nog een keer strafbare feiten pleegt.
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank de oplegging van een taakstraf van 120 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, met aftrek van de periode die verdachte in verzekering heeft doorgebracht (één dag, zijnde twee uren taakstraf) hier passend. Aan het voorwaardelijke deel van die taakstraf zal de rechtbank een proeftijd van 3 jaren verbinden, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd, met uitzondering van de voorwaarde ‘time-out’.
Klinische opname kan worden gezien als een vorm van vrijheidsbeneming (HR 12 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5449; NJ 2013/132). De Hoge Raad heeft (in zijn arrest HR 12 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:1027) geoordeeld dat de beslissing of zich de noodzaak voordoet van opneming van de veroordeelde in een zorginstelling en voor welke duur, is voorbehouden aan de rechter. De voorwaarde waarbij de beslissing of de verdachte zich gedurende de proeftijd onder klinische behandeling moet stellen, in handen wordt gelegd van de reclassering dan wel de voor indicatie verantwoordelijke instantie en/of de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, is onverenigbaar met artikel 14c lid 2, aanhef en onder 10º, van het Wetboek van Strafrecht. Dit geldt ook voor een kortdurende klinische opname van zeven weken voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek of wat dan ook.
Aan de reclassering zal de opdracht worden gegeven om toezicht te houden op de naleving van die voorwaarden en verdachte daarbij te begeleiden.
De rechtbank realiseert zich dat dit, voor verdachte in de geschetste context, een fikse straf is die haar mogelijk zal beperken in haar vaste dagbesteding, maar wijst er op dat het hier niet alleen gaat om overlast gevend gedrag en bedreiging, maar ook om daadwerkelijk geweld tegen hulpverleners. Een mindere straf zou hieraan onvoldoende recht doen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte weer een misdrijf zal begaan dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 285, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een taakstraf van
120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 bepaalt dat een gedeelte van deze taakstraf, te weten
80 uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
3 jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De locatie van de reclassering zal worden bepaald aan de hand van de locatie van het klinisch traject. De reclassering zal contact met betrokkene opnemen voor de eerste afspraak;
- zich laat opnemen op FPA De Boog of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering dat in overleg met de FPA verantwoordelijk acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich laat behandelen door forensische polikliniek Kairos of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de klinische behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- verblijft bij een nader te bepalen instelling voor beschermd- of begeleid wonen, te bepalen door de reclassering in afstemming met de FPA. Het verblijf start na het doorlopen van de klinische behandeling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld. Wanneer er in dit traject ambulante woonbegeleiding geïndiceerd wordt, dan werkt verdachte daaraan mee, voor zover en zolang de reclassering nodig acht;
- zich na de klinische behandeling inspant voor het vinden en behouden van (on)betaald werk, of een andere vorm van dagbesteding, met een vaste structuur;
  • geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
  • beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W.R. Koch (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. R.D. Leen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 maart 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, basisteam Tweestromenland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022065198, gesloten op 13 februari 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, basisteam Tweestromenland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022050759, gesloten op 5 februari 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, basisteam Tweestromenland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022042269, gesloten op 31 januari 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
4.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022543314, gesloten op 1 december 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.