I. Te verklaren voor recht dat [gedaagde] jegens [eiseres 1] gehouden is tot nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst, dan wel [eiser 2] ten aanzien van de huurovereenkomst,
II. Te verklaren voor recht dat [gedaagde] jegens [eiseres 1] , dan wel [eiser 2] ten aanzien van de huurovereenkomst, tekort is geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen, doordat [gedaagde] niet heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen uit de overeenkomst,
III. [gedaagde] uit hoofde van de huurovereenkomst te veroordelen tot betaling aan [eiseres 1] , dan wel [eiser 2] , van € 39.044,22 binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 31 juli 2021, althans 23 augustus 2021, althans 14 juli 2022, tot de dag van de algehele voldoening,
IV. [gedaagde] jegens [eiseres 1] uit hoofde van de geldleningsovereenkomst te veroordelen tot betaling van € 50.365,14 + PM (zijnde de vanaf 1 juli 2022 verschuldigde en niet voldane termijnen van € 2.500,00 per maand) binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 31 juli 2021, althans 23 augustus 2021, vanaf 14 juli 2022, tot de dag van de algehele voldoening,
V. [gedaagde] jegens [eiseres 1] uit hoofde van de geldleningsovereenkomst te veroordelen tot een maandelijkse betaling van minimaal € 2.500,00 per de eerste van iedere kalendermaand, vanaf 1 juni 2022 tot het moment dat de geldleningsovereenkomst per 1 mei 2023 eindigt, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft ten aanzien van deze maandelijkse betaling, tot de dag van de algehele voldoening,
VI. [gedaagde] jegens [eiseres 1] uit hoofde van de geldleningsovereenkomst te veroordelen om de resterende hoofdsom bij het einde van de geldleningsovereenkomst per 1 mei 2023 te voldoen, zulks binnen 14 dagen na aanschrijving door [eiseres 1] , thans begroot op
€ 34.072,52, dan wel de resterende hoofdsom die per 1 mei 2023 volgens de administratie [eiseres 1] resteert, zulks te vermeerderen met de contractuele rente van 4 % per 1 mei 2023 vanaf 14 dagen na aanschrijving tot de dag van de algehele voldoening,
VII. Wieberink jegens [eiseres 1] te veroordelen tot betaling van de contractuele boete zoals bedoeld in artikel 10 van de koopovereenkomst van € 5.000,00 en binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2022, althans 23 augustus 2021, althans 14 juli 2022, tot de dag van de algehele voldoening,
VIII. [gedaagde] te veroordelen in de integrale juridische kosten van [eiseres 1] en [eiser 2] , inclusief deze procedure begroot op een bedrag van € 9.950,00 exclusief btw + PM, althans subsidiair te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten conform de daarvoor geldende staffel en de juridische kosten voor de procedure conform het geldende liquidatietarief, waaronder het griffierecht en het salaris van de gemachtigde, alsmede te veroordelen in de nakosten. Dit met bepaling dat indien deze kosten binnen twee weken na betekening van het vonnis niet zijn betaald, [gedaagde] hierover de wettelijke rente verschuldigd is vanaf dat moment tot aan de dag van de algehele voldoening.