In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 maart 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een faillissement. De curatoren van Impact Retail B.V. hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin het hof het beroep van LaSer op een bindendadviesclausule heeft gehonoreerd. De curatoren vorderden betaling van een bedrag van € 248.962,92, maar de rechtbank had hun vorderingen afgewezen. In hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat de curatoren hun vorderingen voorgelegd moesten worden aan een bindend adviseur, en heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De Hoge Raad heeft in cassatie geoordeeld dat het hof niet aan een inhoudelijke beoordeling van de vorderingen van de curatoren is toegekomen, en dat de afwijzing van de vorderingen niet zonder meer vernietiging rechtvaardigt. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, maar heeft het arrest van het hof vernietigd voor zover het de vordering van LaSer tot veroordeling van de curatoren in de kosten van het incidentele hoger beroep afwees. De curatoren zijn veroordeeld in de kosten van het incidentele hoger beroep en het incidentele cassatieberoep.