ECLI:NL:RBGEL:2022:7419

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
27 januari 2023
Zaaknummer
05-087073-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal en poging tot diefstal in woningen met gebruik van schakelbewijs en DNA-onderzoek

Op 22 december 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere woninginbraken en pogingen daartoe. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan elf strafbare feiten, waaronder zes woninginbraken en vijf pogingen tot inbraak. De feiten vonden plaats tussen november 2021 en maart 2022 in Arnhem en Velp. De verdachte werd op basis van DNA-onderzoek en schakelbewijs gekoppeld aan de inbraken. De modus operandi van de verdachte bestond uit het boren van gaatjes in raamkozijnen om toegang te krijgen tot de woningen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 62 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan verschillende benadeelde partijen, die materiële schade hebben geleden door de inbraken. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen in zijn geheel toegewezen, met wettelijke rente vanaf de datum van de feiten. De rechtbank heeft ook de schadevergoedingsmaatregel opgelegd, waardoor de verdachte verplicht is om de toegewezen bedragen aan de Staat te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.087073.22
Datum uitspraak : 22 december 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats/-land] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Ter Apel.
Raadsman: mr. J.A. Schadd, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd wat is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdachte wordt - kort gezegd - verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan zeven woninginbraken (feiten 4, 5, 6, 8, 9, 12 en 14) en acht pogingen daartoe (feiten 1, 2, 3, 7, 10, 11, 13 en 15).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1 tot en met 15. Er zal gebruik moeten worden gemaakt van schakelbewijs en extra bewijsmiddelen waarmee de tenlastegelegde feiten aan verdachte zijn te linken. Het door de officier van justitie ter zitting genoemde extra bewijsmiddel per tenlastegelegde feit, zal de rechtbank hierna bij de verschillende feiten bespreken.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van feiten 1 tot en met 7 en 9 tot en met 14. De modus operandi ‘gaatjes boren’ is niet zo bijzonder specifiek kenmerkend te noemen dat om die reden – zonder meer – een bewezenverklaring kan volgen. Er moet meer zijn om tot een bewezenverklaring te komen. Met betrekking tot de feiten 8 en 15 refereert de raadsman zich naar het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feiten 4, 5 en 6 heeft de raadsman aangevoerd dat ondanks dat de gestolen goederen bij verdachte zijn aangetroffen niet kan worden bewezen dat verdachte de inbraken heeft gepleegd. Heling is namelijk niet uitgesloten.
Voor wat betreft feit 7 heeft de raadsman verzocht de herkenning van verdachte door de verbalisant niet als een herkenning te kwalificeren.
Ten aanzien van feiten 10 tot en met 13 heeft de raadsman aangevoerd dat de enkele vaststelling dat de moeten in de kozijnen zijn veroorzaakt door de schroevendraaier van verdachte onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 8 en 15
Feit 8
Aangeefster [aangever 1] heeft aangifte gedaan van diefstal uit haar woning aan de [adres] . Zij kwam op 13 februari 2022 thuis en zag toen dat de buitendeur naar het balkon aan de achterzijde van de woning openstond. Haar partner had gezien dat deze op 12 februari 2022 nog was gesloten. Ook zat er een boorgat in het raamkozijn. Vanaf de achtertuin was er een gaatje te zien in het linkerraam van de dakkapel. Er zijn meerdere sieraden weggenomen. [2]
Op 15 februari 2022 is de greep van het raamboompje aan de binnenzijde van het inklimraam aan de [adres] bemonsterd en gewaarmerkt met het SIN-nummer AAOM5854NL. [3]
Het DNA-profiel van verdachte matcht met het onvolledige DNA-profiel van bemonstering 'greep raamboompje binnenzijde inklimraam AAOM5854NL’. De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker (>1.000.000x) wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte dan wanneer de bemonstering DNA bevat van één onbekend, niet verwant persoon. [4]
Conclusie rechtbank
De rechtbank concludeert uit het bovenstaande dat DNA van verdachte is aangetroffen aan de binnenzijde van het inklimraam. Dit betreft een spoor op een niet-verplaatsbaar object. Op basis van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is geweest die de woning aan de [adres] is binnengegaan en uit die woning meerdere sieraden heeft weggenomen.
Feit 15
[aangever 2] heeft aangifte gedaan van poging tot inbraak in zijn woning aan de [adres] . Zij verlieten op 5 februari 2022 omstreeks 17.00 uur hun woning en toen zij diezelfde dag omstreeks 23.30 uur terugkwamen hadden ze nog niets ontdekt. Op 6 februari 2022 omstreeks 10.00 uur zag aangever een gaatje zat in het kozijn van het keukenraam. [5]
Op 6 februari 2022 is een bemonstering genomen van de buitenzijde van het achterraam veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN-nummer AAPP3414NL. De diameter van het boorgat in het kozijn van het keukenraam betrof circa 1 centimeter. [6]
Uit de bemonstering [AAPP3414NL#01] is een DNA-profiel verkregen van één man, welke afkomstig kan zijn van onbekende man A. Dit spoor is op 19 april 2022 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Wanneer het DNA-profiel van een persoon overeenkomt met het DNA-profiel dat is gekoppeld aan onbekende man A, zal de bewijskracht meer dan 1 miljard zijn. [7]
Op 3 mei 2022 is het DNA-profiel verkregen uit referentiemateriaal [RASF1285NL] van verdachte opgenomen in de DNA-databank. Hierbij is een overeenkomst gevonden met DNA-profielcluster 53473 in de DNA-databank, waar het DNA-profiel verkregen uit bemonstering [AAPP3414NL#01] onderdeel van uitmaakt. [8]
Conclusie rechtbank
De rechtbank concludeert uit het bovenstaande dat het DNA-profiel van verdachte overeenkomt met het DNA-profiel toegeschreven aan onbekende man A (bewijskracht meer dan één miljard). De rechtbank gaat er daarmee vanuit dat het DNA-celmateriaal dat aan de buitenzijde van het achterraam is aangetroffen van verdachte is. Dit DNA-spoor is aangetroffen op een niet-verplaatsbaar object. Voor de aanwezigheid van zijn DNA, heeft verdachte geen aannemelijke verklaring gegeven, ook niet ter terechtzitting. De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte degene is geweest die heeft gepoogd de woning aan de [adres] binnen te gaan.
Schakelbewijs
Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad (onder meer: ECLI:NL:HR:2017:3118 en ECLI:NL:HR:2019:1455) volgt dat het gebruik van aan andere bewezen verklaarde, soortgelijke, feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als ondersteunend bewijs (schakelbewijs) is toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten vertoont met het bewijsmateriaal van de te bewijzen feiten en dat duidt op een specifiek patroon in het gedrag van verdachte, welk patroon herkenbaar aanwezig is in de voor het te bewijzen feit voorhanden zijnde bewijsmiddelen.
Vanaf november 2021 tot en met maart 2022 zijn er veel woninginbraken dan wel pogingen daartoe geweest in een aantal wijken in Arnhem-Noord en Velp. Kenmerkend voor genoemde woonwijken is het grote aantal woningen uit de jaren 1920 en 1930 die voorzien zijn van houten kozijnen. Veel van de woningen waarbij werd gepoogd in te breken of werd ingebroken hebben een verminderd zicht op de achterzijde en veel woningen hebben een plat dak of een balkon waarbij de toegang tot de woning verschaft wordt op de eerste verdieping. De inbraken vonden voornamelijk plaats op vrij-, zater- en zondagen. De modus operandi die daarbij werd toegepast was het boren van gaatjes in raamkozijnen en daarna het ontsluiten van een raam, dan wel een deur. De buit bestond alleen uit contant geld en sieraden. [9]
De rechtbank constateert dat deze modus operandi is toegepast bij de hiervoor bewezenverklaarde twee feiten 8 en 15. Voor de rechtbank staat dan ook vast dat verdachte tenminste eenmaal heeft ingebroken en eenmaal een poging daartoe heeft ondernomen met gebruikmaking van de hiervoor genoemde modus operandi. Op de kamer van verdachte zijn bovendien in een jas waarop zijn DNA is aangetroffen werktuigen (boor, schroevendraaier en een verbogen stuk ijzerdraad) gevonden die bruikbaar zijn voor het plegen van inbraken via de methode gaatjesboren. [10]
De rechtbank is gelet op de hiervoor genoemde modus operandi en extra bewijsmiddelen van oordeel dat ook negen andere ten laste gelegde inbraken en pogingen daartoe door verdachte zijn gepleegd. De rechtbank vindt dat bij vier ten laste gelegde feiten onvoldoende extra bewijs voorhanden is, waarmee verdachte kan worden gekoppeld aan die feiten. De rechtbank zal verdachte ten aanzien van die feiten dan ook vrijspreken. De rechtbank zal hierna per feit haar beslissing motiveren.
Feiten 14, 10, 11, 13, 12 en 4 t/m 7
Feit 14
Aangever [aangever 3] heeft aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning aan de [adres] . Op 5 februari 2022 omstreeks 17.45 uur verlieten aangever en zijn vriendin de woning. Zij kwamen omstreeks 23.30 uur diezelfde dag weer thuis en gingen direct naar bed. De volgende ochtend zag aangever dat spullen uit zijn nachtkastje ontbraken, onder andere een geldkistje. Ook waren sieraden verdwenen. Aangever zag dat in de keuken de hendel van de achterdeur omhoog stond en dat gaatjes waren geboord naast het slot. Ook in de deur van de keuken was een gaatje geboord. Aangever vond zijn geldkistje in de tuin, maar de € 1.500,00 die daarin zat ontbrak. [11]
De diameter van het boorgat betrof circa 1 centimeter. [12]
De afstand tussen de woning aan de [adres] (bewezenverklaarde feit 15) en de woning aan de [adres] betreft 300 meter. [13]
Conclusie rechtbank
Gelet op het feit dat omstreeks dezelfde tijdspanne een woninginbraak op slechts 300 meter afstand van het bewezenverklaarde feit 15 heeft plaatsgevonden met vergelijkbare diameters van de boorgaten in combinatie met de hierboven beschreven modus operandi acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de woninginbraak aan de [adres] heeft gepleegd.
Feiten 10, 11 en 13
Verdachte is op 6 april 2022 aangehouden. Bij zijn aanhouding is een jas van verdachte in beslag genomen. In deze jas is in een zelfgemaakte zak een schroevendraaier aangetroffen, die is gewaarmerkt met het SIN-nummer AAPG4251NL. [14] Bij drie pogingen tot woninginbraak heeft de politie werktuigsporen aangetroffen waar nader vergelijkend werktuigsporenonderzoek naar gedaan kon worden. Het betreft de pogingen die ten laste zijn gelegd onder de feiten 10, 11 en 13. De aangetroffen werktuigsporen zijn veroorzaakt met de schroevendraaier met het SIN-nummer AAPG4251NL. [15]
Feit 10
Aangeefster [aangever 4] heeft aangifte gedaan namens haar moeder [moeder aangever 4] van een poging tot inbraak in de woning van [moeder aangever 4] gelegen aan de [adres] . Haar moeder heeft op 26 februari 2022 rond 17.20 uur voor het laatst naar het kozijn gekeken en ging rond 01.15 uur naar bed. Zij werd om 7.30 uur wakker. Op 27 februari 2022 ging aangeefster bij haar moeder op bezoek. Haar moeder zei toen dat zij inbraaksporen had ontdekt. Aangeefster zag dat er twee gaatjes waren geboord. Een gaatje onder de sluiting van het slaapkamerraam en een gaatje onder de sluiting van de openslaande deuren van de slaapkamer. [16]
Op 28 februari 2022 is een werktuigspoor aan de stompe zijde van het draairaam van de slaapkamer van de woning aan de Pontanuslaan 80 veiliggesteld onder SIN-nummer AAOM1181NL. [17]
Het afgevormde indrukspoor met SIN-nummer AAOM1181NL is veroorzaakt met de schroevendraaier met SIN-nummer AAPG4251NL. [18]
Feit 11
Aangeefster [aangever 5] heeft aangifte gedaan van poging tot inbraak in haar woning aan de [adres] . Op 24 februari 2022 verliet zij omstreeks 10.45 uur de woning. Toen zij omstreeks 21.30 uur thuiskwam zag zij dat er spullen waren omgevallen bij het raam. Ook zag zij dat in het kozijn een gaatje was geboord. [19]
Op 25 februari 2022 is een werktuigspoor onderaan het raamkozijn van een draairaam aan de achterzijde van de woning aan de [adres] veiliggesteld onder SIN-nummer AAPK0513NL. De diameters van de zeven boorgaten betroffen tussen de 6,4 en 7,7 millimeter. [20]
Het afgevormde indrukspoor met SIN-nummer AAPK0513NL is veroorzaakt met de schroevendraaier met SIN-nummer AAPG4251NL. [21]
Feit 13
Aangever [aangever 6] heeft aangifte gedaan van poging tot inbraak in zijn woning aan de [adres] . Op 23 februari 2022 ging aangever naar bed. Hij heeft toen de voor- en achterdeur afgesloten en zag geen schade aan de deur. Op 24 februari 2022 zag hij dat er een gaatje was geboord in de achterdeur. [22]
Op 25 februari 2022 is een werktuigspoor aan de tuindeur van de woning aan de [adres] veiliggesteld onder SIN-nummer AANB0465NL. [23]
De afgevormde kraslijnenbeelden met SIN-nummer AANB0465NL zijn veroorzaakt met de schroevendraaier met goednummer SIN-nummer AAPG4251NL. [24]
Conclusie rechtbank
De rechtbank acht op basis van de genoemde bewijsmiddelen, in combinatie met de hierboven beschreven modus operandi wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die gepoogd heeft in te breken in de woningen gelegen aan de [adres] , [adres] en [adres] .
Feit 12
Aangeefster [aangever 7] heeft aangifte gedaan van diefstal uit haar woning aan de [adres] . Op 24 februari 2022 verliet zij haar woning. Toen zij diezelfde dag weer thuis was zag zij op zolder dat er twee gaatjes waren geboord onder de raamhendel en dat het raam openstond. Er zijn meerdere sieraden, een zilveren Rijksdaalder en een gouden tientje verdwenen. [25]
De diameters van de boorgaten betroffen tussen de 6,9 en 8 millimeter. [26]
De afstand tussen de woning aan de [adres] (feit 11) en de woning aan de [adres] betreft 850 meter. [27]
Conclusie rechtbank
Gelet op het feit dat verdachte op dezelfde dag een poging tot woninginbraak op loopafstand (850 meter) van de woning aan de [adres] heeft gepleegd met vergelijkbare diameters van de boorgaten gezien in combinatie met de hierboven beschreven modus operandi acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de diefstal aan de [adres] heeft gepleegd.
Feit 4
Aangeefster [aangever 8] heeft aangifte gedaan van diefstal uit haar woning aan de [adres] . Op 6 februari 2022 verliet zij haar woning en op 7 februari om 00.15 uur was zij terug in de woning. Zij zag dat het slaapkamerraam openstond en dat op het kozijn zaagsel lag. Er zaten twee gaatjes in het kozijn aan de buitenkant van het raam. Zij miste 100 dollar en 140 euro. [28] Verder ontbrak er ander buitenlands geld, waaronder 40 Engelse ponden en meerdere zilveren en gouden sieraden. [29] Het buitenlands briefgeld kwam mede uit Belize, Hongarije, Schotland, Engeland en Servië. [30]
Op de telefoon van verdachte zijn foto’s aangetroffen van verschillende buitenlandse valuta. [31] Deze valuta zijn afkomstig uit (onder meer) Belize, Hongarije, Schotland, Engeland en Servië. [32]
Conclusie rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de foto’s van de buitenlandse valuta die op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen de weggenomen valuta’s zijn. De enkele vaststelling hiervan in combinatie met de aangifte is onvoldoende om wettig en overtuigend bewezen te verklaren dat verdachte deze woninginbraak heeft gepleegd. Er zou namelijk ook sprake kunnen zijn van heling of witwassen. Echter gelet op de combinatie met de hierboven beschreven modus operandi en omdat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de omstandigheid dat foto’s van de specifieke combinatie van genoemde buitenlandse valuta op zijn telefoon zijn aangetroffen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de diefstal aan de [adres] heeft gepleegd.
Feit 5
Aangever [aangever 9] heeft aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning aan de [adres] . Op 6 maart 2022 verlieten hij en zijn vrouw [vrouw aangever 9] de woning. Alles in en rondom de woning was toen intact. Op 12 maart 2022 kwamen zij terug bij de woning. Zijn vrouw zag in de kamer aan de achterzijde van de woning dat het raam niet goed dicht zat en dat het bovenste gedeelte van de stand van het espagnolet niet goed vast zat in het slot. Ook zag zij een voetafdruk op de vensterbank. Aangever zag dat er een gaatje in het houten raamkozijn zat. Er zijn meerdere sieraden weggenomen. [33]
[vrouw aangever 9] heeft haar oorbellen herkend op een tweetal foto’s die haar werden getoond. Deze oorbellen waren aangetroffen in een koffer die in beslag was genomen onder verdachte. Verdachte heeft verklaard dat zijn paspoort in deze koffer zat in het vak aan de voorzijde van de koffer. In dit vak werden zijn paspoort en de oorbellen aangetroffen. [34]
Conclusie rechtbank
De rechtbank is op basis van genoemde bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte in het bezit was van de oorbellen. De enkele vaststelling hiervan in combinatie met de aangifte is onvoldoende om wettig en overtuigend bewezen te verklaren dat verdachte deze woninginbraak heeft gepleegd. Er zou namelijk sprake kunnen zijn van heling of witwassen. Echter in combinatie met de in de hierboven beschreven modus operandi en omdat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de omstandigheid dat de oorbellen van [vrouw aangever 9] zijn aangetroffen in een koffer die in beslag is genomen onder verdachte, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de diefstal aan de [adres] heeft gepleegd.
Feit 6
Aangeefster [aangever 10] heeft mede namens haar man [man aangever 10] aangifte gedaan van diefstal uit hun woning aan de [adres] op 25 februari 2022. Zij vertrokken omstreeks 10.15 uur en kwamen diezelfde dag rond 20.45 uur weer thuis. Rond 21.10 – 21.15 hoorde aangeefster geluid alsof er boven werd gelopen. Rond 00.15 – 00.30 zijn ze naar boven gegaan om te gaan slapen. Het viel haar man op dat het raam boven openstond. Dit raam heeft zicht op de achtertuin. Ook zagen zij zand op de vensterbank en op de vloer. Er zat een boorgaatje in het raamkozijn. Aangeefster zag dat er gouden en zilveren sieraden misten. Ook waren 2 horloges en 180 euro weg. [35]
Aangeefster [aangever 10] heeft haar horloge en drie Wilhelminamunten herkend op foto’s die haar zijn getoond. Dit zijn foto’s van de sieraden die zijn aangetroffen bij verdachte. [36]
Conclusie rechtbank
De enkele vaststelling dat de weggenomen sieraden zijn aangetroffen bij verdachte is onvoldoende om wettig en overtuigend bewezen te verklaren dat verdachte deze woninginbraak heeft gepleegd. Er zou namelijk sprake kunnen zijn van heling of witwassen. Echter in combinatie met de hierboven beschreven modus operandi en omdat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor de omstandigheid dat een horloge en drie Wilhelminamunten van aangeefster bij verdachte zijn aangetroffen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de diefstal aan de [adres] heeft gepleegd.
Feit 7
Aangeefster [aangever 11] heeft aangifte gedaan van poging tot diefstal uit haar woning aan de [adres] . Op 19 maart 2022 omstreeks 12.00 uur heeft haar vriend de woning verlaten. Die heeft toen niets gezien met betrekking tot de poging inbraak. Op 20 maart 2022 omstreeks 10.30 uur was haar vriend weer in haar woning en is in de woning gebleven totdat aangeefster thuiskwam die avond. Aangeefster zag toen dat de openslaande deuren, die toegang geven vanaf de woonkamer naar de tuin, iets omhoog stonden. Tevens zag zij dat er een gaatje was geboord in het kozijn van de deur. [37]
Getuige [getuige 1] , wonende aan de [adres] , heeft verklaard dat zij op 19 maart 2022 omstreeks 20.00 uur een man zag rennen over de [adres] in de richting van haar huis. De man rende de hoek om de [adres] in. Hij was in het zwart gekleed en had een muts of capuchon over zijn hoofd. [38]
Getuige [getuige 2] , wonende aan de [adres] , heeft verklaard dat op 19 maart 2022 zijn buurmeisje van nummer [huisnummer] rond 20.15 uur bij hem aanbelde en vertelde dat zij een man door de straat zag rennen. De getuige is toen op zoek gegaan naar de man. Op de [adres] , ter hoogte van perceel [huisnummer] , zag hij een fiets staan. Op enig moment kwam een man met een zwarte jas en zwarte muts aangelopen die de fiets mee wilde nemen. De getuige sprake de man in het Nederlands aan en de man sprak in een andere taal terug. Getuige vond de klank Italiaans, maar weet dit niet zeker. Getuige heeft toen een aantal foto’s genomen van de man. [39]
Verdachte heeft op 7 april 2022 verklaard dat hij ongeveer drie weken geleden in een nacht buiten zijn fiets had neergezet. Toen hij terugkwam bij zijn fiets zag hij een man naast zijn fiets staan. De man begon in het Nederlands tegen hem te praten. Verdachte heeft antwoord gegeven in het Italiaans. De man heeft een foto van hem gemaakt. [40] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat niet getuige [getuige 2] , maar een ander onbekend persoon in maart een foto van hem heeft gemaakt. Die foto zit niet in het dossier.
Conclusie rechtbank
De rechtbank gaat ervan uit, gelet op de aangifte, dat de poging inbraak heeft plaatsgevonden tussen 19 maart 2022 12.00 uur en 20 maart 2022 10.30 uur.
Getuige [getuige 1] zag in de vroege avond van 19 maart 2022 een man met zwarte kleding en een muts of capuchon over zijn hoofd de [adres] inrennen. Niet veel later treft getuige [getuige 2] in de buurt een man met een zwarte jas en een zwarte muts. De rechtbank gaat ervan uit dat getuigen [getuige 1] en [getuige 2] dezelfde man hebben gezien. Dit baseert de rechtbank op het tijdstip en de omstandigheid dat de getuigen de man in de nabije omgeving hebben aangetroffen.
Gelet op de gedetailleerde overeenkomsten tussen de verklaring van getuige [getuige 2] en verdachte gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte de man op de foto is. Ook vanwege die overeenkomsten acht de rechtbank niet aannemelijk de verklaring van verdachte ter zitting dat niet getuige [getuige 2] , maar een ander onbekend persoon een foto van hem heeft gemaakt. Verdachte was dus binnen het tijdsbestek dat de poging inbraak heeft plaatsgevonden in de buurt van het huis van aangeefster. Vanwege deze omstandigheid in combinatie met de hierboven beschreven modus operandi acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte gepoogd heeft in te breken in de woning aan de [adres] .
Vrijspraak feiten 1, 2, 3 en 9
Feit 1
Voor wat betreft de poging tot woninginbraak aan de [adres] op 18 maart 2022 acht de rechtbank het proces-verbaal en de stills van de camerabeelden te onduidelijk om hieruit enige conclusies te kunnen trekken. Verder is het signalement dat getuige [getuige 3] van de persoon heeft gegeven – ongeveer 1.75/1.80 meter lang, zwarte kleding en een sportief/atletisch postuur – te algemeen om vast te kunnen stellen dat dit verdachte betreft. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van het ten laste gelegde feit 1.
Feit 2
Ten aanzien van de poging tot woninginbraak aan de [adres] op 3 maart 2022 heeft aangeefster [aangever 12] verklaard dat zij op 3 maart 2022 omstreeks 17.45 uur de woning verliet met haar gezin. Haar was toen niets opgevallen aan de woning. Omstreeks 21.00 uur waren zij weer thuis en om 22.45 uur gingen zij slapen. Haar man heeft toen in het donker het slaapkamerraam op de eerste verdieping geopend. Hij heeft toen niet gezien of het kozijn beschadigd was. Ter hoogte van hun slaapkamerraam zit een uitbouw van hun woning. Op 4 maart 2022 omstreeks 07.15 uur opende haar man het gordijn en zag zaagsel liggen in het raamkozijn en zag dat er drie gaten in het raamkozijn zaten. [41] De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen op welk tijdstip de poging tot inbraak heeft plaatsgevonden. Ook is de rechtbank van oordeel dat het signalement dat getuige [getuige 4] heeft opgegeven van de man op het platte dak en de beschrijving van de kleding van de persoon op de camerabeelden van getuige [getuige 5] te weinig specifiek zijn om te kunnen concluderen dat de man op het platte dak en in het gangetje verdachte betrof. Hetzelfde geldt voor de zilvergrijze damesfiets. Bij gebreke van enig redengevende bewijsmiddelen, kan de rechtbank niet vaststellen dat bij de modus operandi van verdachte ook hoort dat de verdachte zich altijd heeft verplaatstop een zilvergrijze damesfiets. De enkele omstandigheid dat in de buurt van de [adres] een zilvergrijze damesfiets is gezien en verdachte is waargenomen met een zilvergrijze damesfiets, acht de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van het ten laste gelegde feit 2.
Feit 3
Ten aanzien van de poging tot woninginbraak aan de [adres] heeft aangeefster verklaard dat zij met het gezin op 1 maart 2022 op vakantie ging en dat zij op 6 maart 2022 weer thuiskwamen. Op 6 maart 2022 zag zij dat er gaten zaten onder de klemmen van het raam. Dit was er nog niet toen zij 1 maart 2022 vertrokken. De poging tot woninginbraak heeft vermoedelijk tussen 1 maart 2022 en 6 maart 2022 plaatsgevonden. Uit het dossier blijkt niet de exacte datum. Het feit dat er op 4 maart 2022 een zilvergrijze damesfiets tegen de heg ter hoogte van Vondellaan 2 stond acht de rechtbank – zoals ook hiervoor is overwogen – onvoldoende om te kunnen concluderen dat op die datum de inbraak heeft plaatsgevonden en dat verdachte daarvoor verantwoordelijk is geweest. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van het ten laste gelegde feit 3.
Feit 9
Ten aanzien van de woninginbraak aan de [adres] heeft aangever [aangever 13] verklaard dat hij er op zondag 13 maart 2022 achter kwam dat er gaatjes in de deur zaten. De rechtbank kan op basis van het dossier echter niet vaststellen op welke datum de woninginbraak heeft plaatsgevonden en dus ook niet of dat op dezelfde dag en tijdstip is geweest als de woninginbraak aan de [adres] . Dat de boorgatendiameters van beide adressen in dezelfde range zitten acht de rechtbank onvoldoende om tot een veroordeling te komen. Verdachte wordt dan ook vrijgesproken van het ten laste gelegde feit 9.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
4
hij
op ofomstreeks 6 november 2021 te Arnhem
, althans in Nederland,in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond,
- in totaal (ongeveer) 140 euro en
/of
- in totaal (ongeveer) 100 Amerikaanse dollar, en
/of,
- in totaal (ongeveer) 40 Engelse ponden, en
/of
-
een ofmeerdere bedragen contant geld/valuta uit Belize, Hongarije, Schotland en
/ofServië, en
/of
-
een ofmeerdere (zilveren en gouden) sieraden,
in elk geval enig goed,dat/die geheel of ten dele aan [aangever 8]
, elk geval aan een andertoebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdat/die weg te nemen geldbedrag(en) en
goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbrekingen
/ofinklimming;
5
hij
op/in
of omstreeksde periode van 6 maart 2022 tot en met 12 maart 2022, te Velp
, althans in Nederland, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond,te
weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond,
een of meerdere sieraad/sieraden
, en/of goederen, althans enig goed,
dat/die
geheel of ten dele aan [aangever 9] , in elk gevalaan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/of dat/die weg te nemen
geldbedrag(en), goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
, verbrekingen
/ofinklimming;
6
hij op
of omstreeks25 februari 2022, te Velp
, althans in Nederland, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
-
een ofmeerdere
sieraad/sieraden, en
/of
- een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) € 180,-, en
/of
-
een of meer(Wilhelmina) munt(en) (van waarde), en
/of
-
een of meerhorloge(s),
en/of
een of meer goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 10] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) en
goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
, verbrekingen
/ofinklimming;
7
hij
op/in
of omstreeksde periode van 19 maart 2022 tot en met 20 maart 2022, te Arnhem
, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 11] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
/ofdat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar de achterzijde van eerdergenoemde woning en
/of
- met een
handboor, althans eenstuk (boor)gereedschap, een
of meerderegaatje
(s
)heeft geboord in (het kozijn van) de openslaande deuren op de begane grond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8
hij
op/in
of omstreeksde periode van 12 februari 2022 tot en met 13 februari 2022 te Arnhem, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond,
een ofmeerdere (waardevolle) sieraden,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/of dat/die weg te nemen
sieraad/sieraden
, goed/goederen,onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
, verbrekingen
/ofinklimming;
10
hij
op ofomstreeks 26 februari 2022 te Arnhem
, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [moeder aangever 4] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachtetoebehoorde(n), weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
/ofdat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
verbrekingen
/of inklimming,
- zich heeft begeven naar eerdergenoemde woning en
/of
- met een schroevendraaier
, althans een stuk gereedschap,heeft geprobeerd
een ofmeerdere
raam/ramen en
/ofeen deur
(en)open te wrikken, en
/of
- met
een handboor, althanseen stuk (boor)gereedschap,
een of meerderegaatje(s) heeft geboord in een
of meerdereraam
/ramenen
/ofopenslaande deuren op de begane grond en/of de eerste verdieping, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
hij op
of omstreeks24 februari 2022 te Arnhem
, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n), weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
/ofdat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar (de achterzijde van) eerdergenoemde woning en
/of
- met een schroevendraaier
, althans een stuk gereedschap,heeft geprobeerd
een of meerdereraam
/ramenopen te wrikken, en
/of
- met
een handboor, althanseen stuk (boor)gereedschap,
een ofmeerdere gaatje(s) heeft geboord in een
of meerdere raam/ramen en/ofkozijn (en) op de begane grond en/of de eerste verdieping, en
/of
- hierbij verscheidene goederen omver heeft gestoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12
hij op
of omstreeks24 februari 2022 te Arnhem
, althans in Nederland,in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond,
- een of meerdere (waardevolle) sieraden, en
/of
- een gouden tientje, en
/of
- een zilveren Rijksdaalder,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 7]
, elk geval aan een andertoebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en
/of dat/die weg te nemen
sieraad/sieraden en
goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
, verbrekingen
/ofinklimming;
13
hij
op/in
of omstreeksde periode van 23 tot en met 24 februari 2022, te Arnhem
, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 6]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachtetoebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
/ofdat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming,
- met een schroevendraaier
, althans een stuk gereedschap,heeft geprobeerd een
of meerderedeur
(en)open te wrikken, en
/of
- zich heeft begeven naar (de achterzijde van) eerdergenoemde woning en
/of
- met
een handboor, althanseen stuk (boor)gereedschap, een gaatje heeft geboord in de
openslaandetuindeuren op de begane grond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
hij
op ofomstreeks 5 februari 2022 te Arnhem,
althans in Nederland, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond,
- in totaal
(ongeveer)€ 1500,-, en
/of
-
een ofmeerdere (waardevolle) sieraden,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en
/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) en
/of sieraad/sieraden
, goed/goederen,onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
, verbrekingen
/ofinklimming;
15
hij
opof omstreeks 5 februari 2022, te Arnhem,
althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en
/ofdat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
, verbreking en/of inklimming,
-
met een schroevendraaier, althans een stuk gereedschap, heeft geprobeerd een of meerdere raam/ramen open te wrikken, en/of- zich heeft begeven naar eerdergenoemde woning en
/of- met
een handboor, althans eenstuk (boor)gereedschap, een
of meerderegaatje
(s)heeft geboord in een
of meerdere raam/ramen en/ofkozijn
(en)op de begane grond
en/of de eerste verdieping, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 4, 5, 6, 8, 12 en 14:
Diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid.
Ten aanzien van de feiten 7, 10, 11, 13 en 15:
Poging tot diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl deze diefstal vergezeld gaat van de in artikel 311, eerste lid, onder 5º, van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandigheid.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor alle vijftien ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair bepleit een gevangenisstraf voor de duur gelijk aan het voorarrest op te leggen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de nieuwe regels omtrent de voorwaardelijke invrijheidsstelling, nu verdachte een vreemdeling is.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan elf strafbare feiten, waarvan zes woninginbraken en vijf pogingen daartoe. Woninginbraken veroorzaken niet alleen materiële schade, maar maken ook een forse inbreuk op de privacy en de veiligheidsgevoelens van de bewoners. Het is voor de slachtoffers erg onaangenaam om te leven met de wetenschap dat er een vreemde geprobeerd heeft hun woning te betreden of in hun woning is geweest en hun spullen heeft doorzocht. De eigen woning is bij uitstek een plaats waar men zich veilig zou moeten kunnen voelen. Verdachte heeft echter enkel rekening gehouden met zijn eigen geldelijk gewin. De rechtbank vindt dit bijzonder kwalijk.
Uit het Belgische strafblad van verdachte van 13 april 2022 blijkt dat verdachte voor het begaan van het bewezenverklaarde vaker is veroordeeld voor diefstal. Er is dus sprake van recidive.
De rechtbank heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten van het LOVS, waaruit volgt dat het oriëntatiepunt voor inbraak in een woning, wanneer sprake is van veelvuldige recidive, een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden is. Wanneer sprake is van een poging wordt dit met een derde verminderd. De rechtbank gaat bij iedere poging uit van 4 maanden gevangenisstraf.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 62 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Gelet op wat de rechtbank bewezen heeft verklaard, wijkt deze strafoplegging af van de eis van de officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

Tromp
De benadeelde partij [aangever 9] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding voor het bewezen verklaarde feit (feit 5). Gevorderd wordt een bedrag van
€ 18.500 aan materiële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht een bedrag van ongeveer € 3.480,00 toe te wijzen, met toekenning van de wettelijke rente. Verder heeft de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
De beoordeling van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen materiële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De benadeelde partij heeft € 3.150,00 opgegeven bij de verzekering. De rechtbank acht onvoldoende onderbouwd dat de verzekering dit niet vergoedt, waardoor de benadeelde partij voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Verder blijkt uit het dossier dat de benadeelde partij de bij verdachte aangetroffen Zinzi goudenstaafoorbellen (€ 27,95) en de zilveren knoopjes met zirkonia steen (€ 44,95) heeft herkend. De rechtbank gaat ervan uit dat deze goederen teruggaan naar de benadeelde partij en zal daarom deze kosten afwijzen. Het overige deel van de vordering betreft kennelijk een bedrag van € 11.789,94 en is door verdachte niet betwist. Daarom zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van
€ 11.789,94.
Verdachte is vanaf 6 maart 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Den Hertog
De benadeelde partij [aangever 3] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding voor het bewezen verklaarde feit (feit 14). Gevorderd wordt een bedrag van € 1.250,00 aan materiële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering in zijn geheel toe te wijzen, met toekenning van de wettelijke rente. Verder heeft de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd naar het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen materiële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Aangezien verdachte het gevorderde bedrag niet heeft betwist, zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van dat bedrag.
Verdachte is vanaf 5 februari 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[man aangever 10]
De benadeelde partij [man aangever 10] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding voor het bewezen verklaarde feit (feit 6). Gevorderd wordt een bedrag van € 1.959,00 aan materiële schade (gestolen horloge en ringen).
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering in zijn geheel toe te wijzen, met toekenning van de wettelijke rente. Verder heeft de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd naar het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen materiële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Aangezien verdachte het gevorderde bedrag niet heeft betwist, zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van dat bedrag.
Verdachte is vanaf 25 februari 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[aangever 10]
De benadeelde partij [aangever 10] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding voor het bewezen verklaarde feit (feit 6). Gevorderd wordt een bedrag van
€ 16.896, bestaande uit € 16.146,00 aan materiële schade (gestolen sieraden, kosten taxatie en kosten EMDR-therapie) en € 750,00 aan immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering in zijn geheel toe te wijzen, met toekenning van de wettelijke rente. Verder heeft de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen materiële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Aangezien verdachte het gevorderde bedrag niet heeft betwist, zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van dat bedrag.
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld, onder andere in het geval de benadeelde partij in de persoon is aangetast. Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde in de persoon is aangetast. Hierbij betrekt de rechtbank onder meer de verklaring van de door de benadeelde partij ingeschakelde hypnotherapeut. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 750,00 vaststellen.
Verdachte is vanaf 25 februari 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 36f, 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2, 3 en 9 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
62 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangever 9]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
 wijst af € 72,90 aan materiële schade.
 verklaart de
benadeelde partij [aangever 9] voor het overige niet-ontvankelijkin de vordering tot materiële schade;
  • legt aan verdachte de
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangever 3]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [man aangever 10]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [aangever 10]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
  • legt aan verdachte de
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.T. Rademaker, (voorzitter), mr. G. Edelenbos en mr. M.D.R. Joppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J. Schoen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 december 2022.
Bijlage I: tekst tenlasteleggingen
1
hij op of omstreeks 18 maart 2022 te Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar eerdergenoemde woning en/of
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een of meerdere gaatje(s) heeft geboord in een of meerdere raam/ramen en/of kozijn(en) op de begane grond en/of de eerste verdieping, en/of
- door een raam naar binnen heeft geklommen, en/of
- in de woning zoekend heeft rondgekeken en een of meerdere lade(s) heeft geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij in/op of omstreeks de avond 3 maart 2022, te Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] ,
alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 12] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar eerdergenoemde woning via een pad achter het huis en/of
- op het dak van de uitbouw van eerder genoemde woning welke toegang geeft tot ramen op de bovenverdieping is geklommen en/of op de aanbouw van het huis van een of meer buren is geklommen, en/of
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een of meerdere gaatje(s) heeft geboord in een of meerdere raam/ramen en/of kozijn(en) op de begane grond en/of de eerste verdieping, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij in/op of omstreeks de avond van 4 maart 2022 Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zijn fiets heeft geplaatst ter hoogte van de huurwoning, Vondellaan 2, en/of
- vervolgens zich heeft begeven naar eerdergenoemde woning en/of,
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een of meerdere gaatje(s) heeft geboord in een of meerdere raam/ramen en/of kozijn(en) op de begane grond en/of de eerste verdieping, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij op of omstreeks 6 november 2021 te Arnhem, althans in Nederland, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond,
- in totaal (ongeveer) 140 euro en/of
- in totaal (ongeveer) 100 Amerikaanse Dollar, en/of,
- in totaal (ongeveer) 40 Engelse Ponden, en/of
- een of meerdere bedragen contant geld/valuta uit Belize, Hongarije, Schotland en/of Servië, en/of
- een of meerdere (zilveren en gouden) sierraden,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 8] , elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en), goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5
hij op/in of omstreeks de periode van 6 maart 2022 tot en met 12 maart 2022, te Velp, althans in Nederland, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te
weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond, een of meerdere sierraad/sierraden, en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 9] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en), goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6
hij op of omstreeks 25 februari 2022, te Velp, althans in Nederland, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een of meerdere sierraad/sierraden, en/of
- een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) € 180,-, en/of
- een of meer (Wilhelmina) munt(en) (van waarde), en/of
- een of meer horloge(s), en/of
een of meer goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 10] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en), goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
7
hij op/in of omstreeks de periode van 19 maart 2022 tot en met 20 maart 2022, te Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 11] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar de achterzijde van eerdergenoemde woning en/of
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een of meerdere gaatje(s) heeft geboord in (het kozijn van) de openslaande deuren op de begane grond terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8
hij op/in of omstreeks de periode van 12 februari 2022 tot en met 13 februari 2022 te Arnhem, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond, een of meerdere (waardevolle) sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen sieraad/sieraden, goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
9
hij op/in of omstreeks de periode van 12 februari 2022 tot en met 13 februari 2022 te Arnhem, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten,
aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond, een of meerdere (waardevolle) sieraden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 13] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen sieraad/sieraden, goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
10
hij op of omstreeks 26 februari 2022 te Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [moeder aangever 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n), weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar eerdergenoemde woning en/of
- met een schroevendraaier, althans een stuk gereedschap, heeft geprobeerd een of meerdere raam/ramen en/of deur(en) open te wrikken, en/of
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een of meerdere gaatje(s) heeft geboord in een of meerdere raam/ramen en/of openslaande deuren op de begane grond en/of de eerste verdieping, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
11
hij op of omstreeks 24 februari 2022 te Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n), weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- zich heeft begeven naar (de achterzijde van) eerdergenoemde woning en/of
- met een schroevendraaier, althans een stuk gereedschap, heeft geprobeerd een of meerdere raam/ramen open te wrikken, en/of
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een of meerdere gaatje(s) heeft geboord in een of meerdere raam/ramen en/of kozijn (en) op de begane grond en/of de eerste verdieping, en/of
- hierbij verscheidene goederen omver heeft gestoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12
hij op of omstreeks 24 februari 2022 te Arnhem, althans in Nederland, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond,
- een of meerdere (waardevolle) sieraden, en/of
- een gouden tientje, en/of
- een zilveren Rijksdaalder,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 7] , elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of dat/die weg te nemen sieraad/sieraden, goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
13
hij op/in of omstreeks de periode van 23 tot en met 24 februari 2022, te Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- met een schroevendraaier, althans een stuk gereedschap, heeft geprobeerd een of meerdere deur(en) open te wrikken, en/of
- zich heeft begeven naar (de achterzijde van) eerdergenoemde woning en/of
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een gaatje heeft geboord in de openslaande tuindeuren op de begane grond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14
hij op of omstreeks 5 februari 2022 te Arnhem, althans in Nederland, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van rechthebbende bevond,
- in totaal (ongeveer) € 1500,-, en/of
- een of meerdere (waardevolle) sieraden,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) en/of sieraad/sieraden, goed/goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
15
hij op of omstreeks 5 februari 2022, te Arnhem, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, geld en/of goederen, althans enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- met een schroevendraaier, althans een stuk gereedschap, heeft geprobeerd een of meerdere raam/ramen open te wrikken, en/of
- zich heeft begeven naar eerdergenoemde woning en/of
- met een handboor, althans een stuk (boor)gereedschap, een of meerdere gaatje(s) heeft geboord in een of meerdere raam/ramen en/of kozijn(en) op de begane grond en/of de eerste verdieping, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022150963, gesloten op 13 juli 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 1] , p. 460 en 461; het proces-verbaal van verhoor aangeefster [aangever 1] , p. 465.
3.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 479.
4.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. 482.
5.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 2] , p. 601.
6.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 612.
7.Rapport DNA-onderzoek, p. 614.
8.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, bijlage p. 195-196.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 101 – 103; het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, p. 1.
10.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. 194.
11.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 3] , p. 567 en 568.
12.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 596.
13.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, p. 9.
14.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, p. 16.
15.Het proces-verbaal, p. 502,
16.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 4] , p. 489 en 490.
17.Het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 496.
18.Het proces-verbaal, p. 502.
19.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 5] , p. 507.
20.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 517 – 519.
21.Het proces-verbaal, p. 502.
22.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 6] , p. 549.
23.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 555
24.Het proces-verbaal, p. 502.
25.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 7] , p. 533 – 534.
26.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 545.
27.Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, p. 8.
28.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 8] , p. 358.
29.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [aangever 8] , p. 366.
30.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 372.
31.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 181, 182, 186 – 188.
32.Het aanvullend proces-verbaal, p. 6 en 7.
33.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 9] , p. 403 – 405; het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 427.
34.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [vrouw aangever 9] , p. 421; het proces-verbaal van bevindingen PL0600-2022110597-11.
35.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 10] , p. 429 – 430; Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] ), p. 458.
36.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [aangever 10] , p. 452.
37.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 11] , p. 344.
38.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 115.
39.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 104 en 105.
40.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 68 en 69.
41.Het proces-verbaal van aangifte [aangever 12] , p. 385-385.