Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser sub 1] ,2. [eiser sub 2] ,
1.De procedure
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 28 september 2022.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
mede namens [eiser sub 2]heeft deelgenomen. Deze door [gedaagde] betwiste stelling heeft hij echter niet onderbouwd, bijvoorbeeld door een verklaring van de heer [naam 1] hierover in het geding te brengen.
“De heer [eiser sub 1] ”ook) wordt gesproken over
“ [eisers] ”,en [eiser sub 1] en [eiser sub 2] gezamenlijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst door de woning gezamenlijk te kopen en te verhuren aan de ex-partner van [gedaagde] , maakt dit niet anders. [gedaagde] voert in dit verband terecht aan dat hij niet gebonden is aan interne afspraken tussen [eiser sub 1] en [eiser sub 2] over (onder meer) de wijze van effectuering van de overeenkomst (door in zijn ogen: [eiser sub 1] ).
“aanpassen”van de lekke pijp. Daaronder verstaat [eisers] het verwijderen van de pijp en de schouw in de woning met de bijbehorende herstelwerkzaamheden, waaronder het aanbrengen van nieuw stuc- en schilderwerk.
“plannen verder”zou zijn.
“plannen verder”zou zijn, [gedaagde] toen het betreffende recht van [eiser sub 1] nog onderschreef. Evenmin heeft hij zijn stelling dat het destijds lopende plan inmiddels niet meer bestaat (en daarom bedoeld recht zou zijn vervallen) ook maar op enige wijze onderbouwd.