Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[bedrijfsnaam 1]),
1.[gedaagde conventie, eiser reconventie 1] ,
[gedaagde conventie, eiser reconventie 2],
1.De procedure
2.De feiten
Voorwaarden.1. De [door de Belastingdienst betaalde proceskosten van] € 16.506 wordt van de rekening derdengelden naar [eiser conventie, gedaagde reconventie] , toevoeging rechtbank] betaald en afgeboekt op de declaratie uit 2016;
3.Het geschil
in conventie
primairvoor recht zal verklaren dat [gedaagde conventie, eiser reconventie 2] de tussen [gedaagde conventie, eiser reconventie 1] en [eisers conventie, gedaagden reconventie] gesloten overeenkomst of overeenkomsten inhoudende garantstelling, borgstelling en/of hoofdelijkheid rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd bij brief van 12 november 2020; dan wel
subsidiairvoor recht zal verklaren dat [gedaagde conventie, eiser reconventie 2] deze overeenkomst(en) rechtsgeldig in rechte heeft vernietigd; dan wel
meer subsidiairvoor recht zal verklaren dat de tussen [gedaagde conventie, eiser reconventie 1] en [eisers conventie, gedaagden reconventie] gesloten overeenkomst of overeenkomsten inhoudende garantstelling, borgstelling en/of hoofdelijkheid nietig zijn; en
in alle gevallen[eisers conventie, gedaagden reconventie] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en wettelijke rente.
4.De beoordeling
Procedurele bezwaren [gedaagde conventie, eiser reconventie 1] en [gedaagde conventie, eiser reconventie 2] tijdens mondelinge behandeling
€ 3.540,-- (2 punten x € 1.770,--)