ECLI:NL:HR:2003:AF8257
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake vordering tot betaling door bedrijfswagenlease
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 september 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en BEDRIJFSWAGEN LEASE NEDERLAND B.V. (BLN). De zaak begon met een vordering van BLN tegen [eiser] bij de Rechtbank te Breda, waarbij BLN eiste dat [eiser] een bedrag van ƒ 80.000,-- zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De Rechtbank heeft in een tussenvonnis van 7 juli 1998 [eiser] toegelaten tot bewijslevering en heeft in een eindvonnis van 13 oktober 1998 de vordering van BLN toegewezen. [eiser] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 5 juni 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop heeft [eiser] cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 1.015,20 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.