ECLI:NL:RBGEL:2022:5469

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
26 september 2022
Zaaknummer
05/153989-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een voormalig stagiaire voor bedreigingen aan burgemeester en medewerkers van gemeenten

Op 20 september 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een voormalig stagiaire van de gemeente Nijmegen, die werd beschuldigd van het bedreigen van de burgemeester en andere medewerkers van de gemeenten Nijmegen en Berg en Dal. De verdachte, geboren in 1980, heeft in de periode van 14 maart 2022 tot en met 29 mei 2022 meerdere dreigende berichten verstuurd naar verschillende slachtoffers, waaronder de burgemeester, waarbij zij expliciete doodsbedreigingen uitte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de afzender was van de bedreigende e-mails, die zij vanuit haar eigen e-mailadres heeft verzonden. De rechtbank oordeelde dat de bedreigingen van dien aard waren dat bij de slachtoffers redelijke vrees kon ontstaan voor hun veiligheid. De verdachte heeft verklaard dat zij deze berichten uit frustratie heeft gestuurd, omdat zij zich onrechtvaardig behandeld voelde door de betrokken instanties. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 45 dagen, met aftrek van voorarrest, en heeft een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd die inhoudt dat zij gedurende vijf jaar geen contact mag opnemen met de slachtoffers. Deze maatregel is bedoeld om de slachtoffers te beschermen tegen eventuele nieuwe dreigementen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/153989-22
Datum uitspraak : 20 september 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortejaar 1980] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment verblijvende op de afdeling Beveiligde Intensive Care van de Pompestichting (Pro Persona), op het adres [adres 2] in Wolfheze.
Raadsman: mr. B.J.W. Tijkotte, advocaat in Koog aan de Zaan.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 14 maart 2022 tot en met 29 mei 2022 te Nijmegen en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althans in Nederland [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen
'jij bent ook dood. prijs is betaald voor je kankerkop',
'zo gaan jullie beiden dood',
ik laat jullie afmaken vieze homo's. Knal in jullie kop, klaar is kees',
'vuile ratten jullie einde is inzicht',
' [slachtoffer 1] jij word doodgeschoten in je hart ben je in een keer dood, net als pimfortuin',
'ik kom bij de gemeente en schiet jullie allemaal dood',
'ik vermoord je met mijn eigen handen',
'ik heb een huurmoordenaar gehuurd om jullie allemaal af te maken',
'een voor een worden jullie uitgeschakeld',
‘een voor een maak ik jullie allemaal af’ en/of
'kom mr zelf zodatje een kogel doorje kop krijgt',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of een of meerdere foto's van pistolen te mailen, althans te versturen;
2.
zij in of omstreeks de periode 23 februari 2022 tot en met 15 mei 2022, te Nijmegen en/of Groesbeek, binnen de gemeente Berg en Dal en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althans in Nederland [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] dreigend de woorden toe te voegen
'ik maak je ook af',
'ik kom jullie allemaal persoonlijk doodschieten' en/of
'als ik je ergens ziet, ben je zo een dode bitch samen met je pooier [slachtoffer 2] ',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
zij op of omstreeks 16 mei 2022 te Nijmegen en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althans in Nederland [slachtoffer 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 7] dreigend de woorden toe te voegen 'ik maak je af',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4
zij op of omstreeks 16 mei 2022 te Nijmegen en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althans in Nederland [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] dreigend de woorden toe te voegen
'waag het niet om iets te doen want ik schiet jullie ter plekke dood. ik maak je hele familie kapot',
'hak je kop eraf',
'want ik kom je kop eraf schieten',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In 2019 heeft verdachte stage gelopen bij de gemeente Nijmegen. Op enig moment is een (arbeids)conflict ontstaan tussen verdachte enerzijds en de gemeente, haar begeleiders en het Werkbedrijf anderzijds. Daarom is in 2020 de participatieovereenkomst beëindigd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle in feit 1 tot en met 4 ten laste gelegde bedreigingen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde, omdat zij niet kan worden aangemerkt als afzender van de berichten. Subsidiair heeft de raadsman verzocht verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde, omdat de berichten in hun algemeenheid geen redelijke vrees konden opwekken bij de aangevers. Zij wisten van de problematiek van verdachte en hadden daarom kunnen weten dat dergelijke berichten enkel en alleen uit paniek zouden zijn verzonden. Ook staat niet van alle aangevers vast dat zij zich angstig hebben gevoeld; [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] zouden zich slechts ongemakkelijk hebben gevoeld.
Beoordeling door de rechtbank
Afzender van de berichten
De rechtbank overweegt allereerst dat alle aangevers hebben verklaard dat zij of hun collega’s mails met dreigende teksten hebben ontvangen van het mailadres [mailadres verdachte] . [2] Bij de rechter-commissaris heeft verdachte verklaard dat dit mailadres van haar is. [3] Ter terechtzitting heeft zij dat nogmaals bevestigd. Verdachte heeft ook verklaard dat zij een conflict had (en nog steeds heeft) met onder meer het Werkbedrijf en dat het wel zou kunnen dat zij de mails heeft verstuurd omdat zij onrechtvaardig behandeld werd. Later heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat het zou wel kunnen kloppen dat zij uit frustratie die mails heeft gestuurd. Of zij alle mails heeft gestuurd, weet zij niet zeker, maar zij heeft verklaard dat zij in ieder geval een paar mails wel heeft verstuurd.
Gelet op deze verklaring van verdachte concludeert de rechtbank dat het verdachte is geweest die mails, waarvan aangifte is gedaan, heeft verstuurd. Verdachte was de gebruiker van het mailadres, heeft verklaard enkele van de mails te hebben gestuurd en de directrice van de basisschool van haar oudste zoon [naam] heeft in het verleden regelmatig mailcontact gehad met verdachte via dit mailadres. [4]
Voor zover verdachte met haar ter terechtzitting afgelegde verklaring, inhoudende dat ‘ze’ haar account hebben gehackt en dat zij meerdere mailadressen heeft, een alternatief scenario heeft willen schetsen, acht de rechtbank dit onvoldoende aannemelijk geworden. Niet gebleken is dat het account van verdachte was gehackt, de verklaring van verdachte bevat onvoldoende controleerbare en verifieerbare gegevens om een alternatief scenario te onderzoeken en de verstuurde mails waren dusdanig persoonlijk en tegen een specifieke groep mensen gericht, dat het in onderlinge samenhang bezien hoogst onwaarschijnlijk is dat een ander dan verdachte (een deel van) deze mails vanaf haar account zou hebben gestuurd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het verdachte was die de mails aan de in de tenlastelegging genoemde slachtoffers heeft verzonden vanaf het mailadres [mailadres verdachte] .
Redelijke vrees
Vervolgens heeft de rechtbank beoordeeld of bij de ontvangers van deze mails ook de redelijke vrees kon ontstaan dat verdachte hen iets zou aandoen. De rechtbank overweegt daartoe dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging volgens de Hoge Raad onder meer is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk van de bedreiging op de hoogte is geraakt en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied, dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat de bedreiging ten uitvoer zou kunnen worden gelegd. Voorts moet het opzet van de verdachte zijn gericht op zowel het daadwerkelijk op de hoogte raken van de bedreiging door de bedreigde als op het ontstaan van die vrees bij de bedreigde. Voorwaardelijk opzet is daarvoor voldoende. [5]
Verder is niet vereist dat bij de bedreigde daadwerkelijk vrees voor de aantasting van de persoonlijke vrijheid is ontstaan. Het is voldoende dat de bedreiging in het algemeen geschikt is om de vrees voor een inbreuk op de persoonlijke vrijheid teweeg te brengen. [6] De beoordeling of sprake is van vrees bij de bedreigde is daarmee geobjectiveerd.
De rechtbank is in dat licht van oordeel dat bij alle slachtoffers de redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee gedreigd werd (het doden) ook gepleegd zou kunnen worden. Daarvoor is van belang dat verdachte bij herhaling zeer concrete doodsbedreigingen heeft geuit, die alle zeer persoonlijk gericht waren aan de verschillende ontvangers. Tegen de achtergrond van een hoogoplopend conflict over haar werk-/stageplaats bij de gemeente en de overplaatsing van haar zoon op school (buiten verdachte om) hebben de slachtoffers zich in die situatie zeer bedreigd kunnen voelen. Dat zij ook daadwerkelijk vrees hebben gehad, blijkt wel uit de aangiften die zij hebben gedaan of door hun leidinggevende/collega hebben laten doen.
De rechtbank is ook van oordeel dat verdachtes opzet in elk geval in voorwaardelijke zin was gericht op het daadwerkelijk op de hoogte raken van de bedreiging door de slachtoffers en op het ontstaan van die vrees bij de bedreigde. Uit verdachtes gedragingen blijkt dat zij in elk geval de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat met haar uitlatingen bij ontvangers redelijke vrees kon ontstaan dat zij daadwerkelijk iemand iets zou aandoen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij uit frustratie enkele mails heeft gestuurd. Verdachte ervaarde veel onrechtvaardigheid en vond dat zij (de rechtbank begrijpt: de ontvangers van de mails) haar in de problemen hadden gebracht. Verdachte probeerde lang met hen (de rechtbank begrijpt: de ontvangers van de mails) in gesprek te gaan, maar men luisterde niet. De rechtbank concludeert daaruit dat verdachte haar boosheid om het conflict en om het overplaatsen van haar uithuisgeplaatste kind heeft geuit door dergelijke mails te sturen en te blijven sturen.
Bewijs
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de verschillende ten laste gelegde bewoordingen heeft verstuurd. Daarvoor heeft de rechtbank per dreigement gekeken naar de aanwezige bewijsmiddelen in het dossier.
Ten aanzien van feit 1:
“jij bent ook dood. prijs is betaald voor je kankerkop”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 3] , gelet op zijn aangifte (p. 32-35), de printscreen van deze mail (p. 36) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“zo gaan jullie beiden dood”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 3] en dhr. [slachtoffer 1] , burgemeester van de gemeente Nijmegen, gelet op de aangifte van dhr. [slachtoffer 3] (p. 32-35), de printscreen van deze mail (p. 37) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“ik laat jullie afmaken vieze homo's. Knal in jullie kop, klaar is kees”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 3] , dhr. [slachtoffer 1] en dhr. [slachtoffer 2] , gelet op de aangifte van dhr. [slachtoffer 3] (p. 32-35), de printscreen van deze mail (p. 41) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“vuile ratten jullie einde is inzicht”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 3] , dhr. [slachtoffer 1] en dhr. [slachtoffer 2] , gelet op de aangifte van dhr. [aangever 1] (p. 25-27), de aangifte van dhr. [slachtoffer 3] (p. 32-35), de printscreen van deze mail (p. 29) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
' [slachtoffer 1] jij word doodgeschoten in je hart ben je in een keer dood, net als pimfortuin',
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 1] , gelet op de aangifte van dhr. [aangever 1] (p. 25-27), de aangifte van dhr. [slachtoffer 3] (p. 32-35), de printscreen van deze mail (p. 29) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“ik kom bij de gemeente en schiet jullie allemaal dood”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 1] , dhr. [slachtoffer 2] , dhr. [slachtoffer 3] en mevr. [slachtoffer 4] (meisjesnaam [slachtoffer 4] ), gelet op de aangifte van dhr. [aangever 1] (p. 25-27), de printscreen van deze mail (p. 31), de aangifte van dhr. [slachtoffer 3] (p. 32-35), de aangifte van dhr. [slachtoffer 2] (p. 46-47), de aangifte van mevr. [slachtoffer 4] (p. 85-86) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“ik vermoord je met mijn eigen handen”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 3] , gelet op zijn aangifte (p. 32-35), de printscreen van deze mail (p. 31) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“ik kom bij de gemeente en schiet jullie allemaal dood”
“ik heb een huurmoordenaar gehuurd om jullie allemaal af te maken”
“een voor een worden jullie uitgeschakeld”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreigingen heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 1] , dhr. [slachtoffer 2] , dhr. [slachtoffer 3] en mevr. [slachtoffer 4] (meisjesnaam [slachtoffer 4] ), gelet op de aangifte van dhr. [aangever 1] (p. 25-27), de printscreen van deze mail (p. 31), de aangifte van dhr. [slachtoffer 3] (p. 32-35), de aangifte van dhr. [slachtoffer 2] (p. 46-47), de aangifte van mevr. [slachtoffer 4] (p. 85-86) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“een voor een maak ik jullie allemaal af”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 2] , dhr. [slachtoffer 3] en mevr. [slachtoffer 4] (meisjesnaam [slachtoffer 4] ), gelet op de aangifte van dhr. [slachtoffer 3] (p. 32-35), de aangifte van dhr. [slachtoffer 2] (p. 46-47), de aangifte van mevr. [slachtoffer 4] (p. 85-86), de printscreen van deze mail (p. 88) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“kom mr zelf zodatje een kogel doorje kop krijgt”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar dhr. [slachtoffer 2] , gelet op de aangifte van dhr. [slachtoffer 2] (p. 46-47), de printscreen van deze mail (p. 50) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
Bedreiging door een of meerdere foto's van pistolen te mailen
Daarnaast acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 24 maart 2022 een foto van rokend dan wel afvurend pistool naar burgemeester [slachtoffer 1] en de gemeenteraad van Nijmegen heeft gestuurd, met daarbij een foto van de burgemeester zelf. De rechtbank baseert dat op de (eerste) aangifte van gemeentesecretaris [aangever 1] (p. 16-17) en de printscreens van de mail (p. 18-20), in combinatie met de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
Ten aanzien van feit 2:
“ik maak je ook af”
“ik kom jullie allemaal persoonlijk doodschieten”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreigingen heeft geuit naar mevr. [slachtoffer 5] (bij verdachte bekend als [slachtoffer 5] ), gelet op de aangifte van mevr. [aangever 2] namens [slachtoffer 5] (p. 46-47), de printscreen van deze mail (p. 68) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte deze bedreiging ook naar [slachtoffer 6] heeft geuit.
“als ik je ergens ziet, ben je zo een dode bitch samen met je pooier [slachtoffer 2] ”
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit, nu deze bedreiging enkel uit de aangifte van [aangever 2] blijkt, maar van deze mail geen printscreen is bijgevoegd.
Ten aanzien van feit 3:
“ik maak je af”De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar mevr. [slachtoffer 7] , gelet op de aangifte van mevr. [aangever 3] namens [slachtoffer 7] (p. 69-71), de printscreen van deze mail (p. 72) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
Ten aanzien van feit 4:
“waag het niet om iets te doen want ik schiet jullie ter plekke dood. ik maak je hele familie kapot”
“hak je kop eraf”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar mevr. [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] , gelet op de aangifte van [slachtoffer 8] (p. 53-55), de printscreen van deze mail (p. 56), de aangifte van [slachtoffer 9] (p. 57-59) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
“want ik kom je kop eraf schieten”
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze bedreiging heeft geuit naar mevr. [slachtoffer 9] , gelet op de aangifte van [slachtoffer 9] (p. 57-59), de printscreen van de mail (p. 60) en de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat [mailadres verdachte] haar mailadres is en het klopt dat zij wel een aantal van de voorgehouden dreigende mails heeft verstuurd.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte deze bedreiging ook geuit heeft naar mevr. [slachtoffer 8] , nu verdachte haar mail enkel gericht had aan [slachtoffer 9] , die de mail later doorstuurde naar [slachtoffer 8] , terwijl de bedreiging slechts in het enkelvoud verwoord was.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreigingen met de dood van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 4] ( [slachtoffer 4] ), [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] .

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
zij in
of omstreeksde periode van 14 maart 2022 tot en met 29 mei 2022
te Nijmegen en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althansin Nederland [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen
'jij bent ook dood. prijs is betaald voor je kankerkop',
'zo gaan jullie beiden dood',
ik laat jullie afmaken vieze homo's. Knal in jullie kop, klaar is kees',
'vuile ratten jullie einde is inzicht',
' [slachtoffer 1] jij word doodgeschoten in je hart ben je in een keer dood, net als pimfortuin',
'ik kom bij de gemeente en schiet jullie allemaal dood',
'ik vermoord je met mijn eigen handen',
'ik heb een huurmoordenaar gehuurd om jullie allemaal af te maken',
'een voor een worden jullie uitgeschakeld',
‘een voor een maak ik jullie allemaal af’ en
/of
'kom mr zelf zodatje een kogel doorje kop krijgt',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/ofeen
of meerderefoto
'svan
pistoleneen pistoolte mailen
, althans te versturen;
2.
zij
in ofomstreeks de periode 23 februari 2022 tot en met 15 mei 2022
, te Nijmegen en/of Groesbeek, binnen de gemeente Berg en Dal en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althansin Nederland [slachtoffer 5] en
/of [slachtoffer 6]heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5]
en/of [slachtoffer 6]dreigend de woorden toe te voegen
'ik maak je ook af',
'ik kom jullie allemaal persoonlijk doodschieten'
en/of
'als ik je ergens ziet, ben je zo een dode bitch samen met je pooier [slachtoffer 2] ',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
zij op
of omstreeks16 mei 2022
te Nijmegen en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althansin Nederland [slachtoffer 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 7] dreigend de woorden toe te voegen 'ik maak je af',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4
zij op
of omstreeks16 mei 2022
te Nijmegen en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal, althansin Nederland [slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] dreigend de woorden toe te voegen
'waag het niet om iets te doen want ik schiet jullie ter plekke dood. ik maak je hele familie kapot',
'hak je kop eraf',
'want ik kom je kop eraf schieten',
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
Bedreiging, meermalen gepleegd
feit 2:
Bedreiging, meermalen gepleegd
feit 3:
Bedreiging
feit 4:
Bedreiging, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 47 dagen, met aftrek van voorarrest. Dat betekent dat verdachte wat de officier van justitie betreft niet meer terug naar de gevangenis hoeft. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht gevorderd, in die zin dat verdachte gedurende vijf jaar geen contact mag opnemen met de in de tenlastelegging genoemde slachtoffers. Per keer dat verdachte niet aan de maatregel voldoet, kan één week hechtenis worden opgelegd, met een maximum duur van in totaal zes maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een straf te beperken tot de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De raadsman heeft daarbij opgemerkt dat de voorlopige hechtenis van verdachte weliswaar per 5 augustus 2022 geschorst is, maar dat deze schorsing feitelijk pas op 8 augustus 2022 geëffectueerd is. De raadsman heeft verzocht te voorkomen dat verdachte voor twee of drie dagen terug naar de gevangenis moet, omdat dit onwenselijk is voor verdachte nu zij met een zorgmachtiging in Wolfheze verblijft. De raadsman heeft na overleg met verdachte aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de gevorderde maatregel. De raadsman heeft om opheffing van het geschorste bevel van de voorlopige hechtenis verzocht.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank overweegt verder in het bijzonder het volgende. Verdachte heeft zich gedurende een periode van enkele maanden herhaaldelijk schuldig gemaakt aan ernstige bedreigingen van verschillende personen. Zij heeft daarbij onder meer de burgemeester van Nijmegen bedreigd, met de gemeenteraad ‘in de CC’. Ook leidinggevenden en begeleiders van de gemeente Nijmegen, gemeente Berg en Dal en het Werkbedrijf zijn door verdachte ernstig bedreigd. Tot slot heeft zij ook een begeleider en de directrice van de basisschool, waarop haar oudste zoon onderwijs volgde, ernstig bedreigd. In alle gevallen was sprake van zeer heftige inhoud, namelijk doodsbedreigingen. Meerdere slachtoffers zijn hiermee herhaaldelijk geconfronteerd en zijn zich onveiliger gaan voelen, sommigen zowel in hun werkomgeving als in hun privétijd. Dit, terwijl zij persoonlijk niets met verdachte te maken hadden, maar slechts in het kader van de werkzaamheden die zij verrichten. Burgemeester [slachtoffer 1] bekleedt daarbij ook een publieke functie.
De rechtbank neemt verdachte haar handelen dan ook zeer kwalijk. Mensen in publieke functies en/of werkzaam bij publieke instanties of scholen doen hun werk hoofdzakelijk voor anderen, voor de samenleving. Steeds vaker worden zij geconfronteerd met agressie, geweld, bedreigingen en andere vormen van intimidatie. De rechtbank is van oordeel dat dergelijke uitlatingen volstrekt ontoelaatbaar zijn. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf dan ook de passende strafmodaliteit.
De rechtbank heeft ook gelet op het uittreksel van verdachtes justitiële documentatie van 10 augustus 2022. Daaruit blijkt dat verdachte slechts éénmaal, vijftien jaar geleden, met justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank heeft ook gelet op een reclasseringsrapport van 13 juli 2022. Dit rapport is opgemaakt ten behoeve van een raadkamerzitting voor de voorlopige hechtenis. Uit het rapport blijkt dat verdachte met een zorgmachtiging is opgenomen bij Pro Persona (hetgeen er ook toe heeft geleid dat de voorlopige hechtenis van verdachte per 5 augustus 2022 geschorst is). Er zijn reeds diverse hulpinstanties bij verdachte betrokken. Een eenduidige diagnose is er nog niet. Er lijkt echter, zo begrijpt de reclassering van de behandelend psychiater, naast verward en overlastgevend gedrag ook sprake te zijn van persoonlijkheidsproblematiek. Verdachte wil echter niet meewerken aan een behandeling. In het kader van een NIFP-trajectconsult van de psychiater is gebleken dat verdachte ook daaraan geen medewerking wenst te verlenen.
Ter terechtzitting is naar voren gekomen dat er nog geen overeenstemming is over de zorg die verdachte nodig zou hebben. Zelf wil verdachte graag vanuit de Beveiligde Intensive Care naar huis, om daar haar leven weer op te pakken met ambulante hulpverlening. Zij heeft op dit moment haar huis nog en de zorgmachtiging loopt – zoals deze er nu ligt – in oktober 2022 af. Verder heeft de raadsman namens verdachte betoogd dat het voor haar fijner is als deze strafzaak wordt afgerond zonder reclasseringsbemoeienis, omdat de zorgmachtiging al veel ondervangt en contact met de reclassering moeizaam zou kunnen verlopen. Verdachte heeft aangegeven dat zij vooral niets meer met de gemeenten Nijmegen en Berg en Dal te maken wil hebben.
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf gelijk aan de duur van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht passend. De rechtbank ziet geen reden om daarnaast nog een voorwaardelijke straf op te leggen, hetgeen als volgt wordt toegelicht.
Verdachte heeft de afgelopen jaren veel meegemaakt, waaronder het verlies van haar zoontje bij een verkeersongeluk in 2020. Haar oudste zoon is onder toezicht gesteld, uit huis geplaatst en hij gaat inmiddels tegen de wil van verdachte naar een school buiten haar woonplaats. Zij ziet hem één keer per week onder begeleiding van Jeugdzorg. Daarnaast is zij haar positie bij het Werkbedrijf kwijtgeraakt. Verdachte voelde zich door de diverse tegenslagen in haar leven gefrustreerd, niet gehoord en heeft uiteindelijk verkeerde keuzes gemaakt door vele dreigende mails te sturen aan degenen die zij voor de tegenslagen in haar leven verantwoordelijk houdt. Keuzes waarvan zij uiteindelijk ter zitting heeft toegegeven dat zij die niet had moeten maken, maar die haar wel vallen aan te rekenen. Het is echter ook van groot belang dat verdachte haar leven zo snel mogelijk weer verder kan opbouwen, zij het dat daarvoor hulpverlening noodzakelijk is. Vanwege de reeds lopende zorgmachtiging en de bereidheid van verdachte om mee te werken aan ambulante hulpverlening, ziet de rechtbank geen aanleiding om nog interventies van de reclassering op te leggen. Van belang is dat ingezet wordt op goed contact tussen behandelaren en verdachte, reclasseringscontact daarbij zou verdachte kunnen overvragen.
Vanwege de omstandigheid dat de omvang van het voorarrest niet exact vaststaat, zal de rechtbank een gevangenisstraf van 45 dagen opleggen. Verdachte hoeft door de aftrek van de dagen dat zij in voorarrest heeft gezeten dus niet opnieuw naar de gevangenis.
Ter voorkoming van strafbare feiten zal de rechtbank ook een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Deze maatregel houdt in dat verdachte gedurende een periode van vijf jaren geen contact met de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 4] ( [slachtoffer 4] ), [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] mag hebben. De rechtbank acht deze maatregel gelet op het voorgaande noodzakelijk om de genoemde personen te beschermen tegen eventuele nieuwe dreigementen van verdachte. De rechtbank zal daarbij bevelen dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor iedere keer dat verdachte niet aan de maatregel voldoet. Deze hechtenis bedraagt één week per overtreding, met een totale duur van maximaal zes maanden, en heft de verplichtingen op grond van de maatregel niet op.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen, zal de rechtbank bevelen dat de 38v-maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 38v, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 45 (vijfenveertig) dagen;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt een
vrijheidsbeperkende maatregelop grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende dat verdachte
gedurende 5 (vijf) jarenop geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoekt of heeft met de slachtoffers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 4] ( [slachtoffer 4] ), [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] ;
 beveelt dat vervangende hechtenis van
1 (één week)wordt toegepast voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van
ten hoogste zes maanden;
 beveelt dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
 heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. H.C. Leemreize en mr. Ö. Sari, rechters, in tegenwoordigheid van D.P.H. Snellink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 september 2022.
Mr. H.C. Leemreize is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022227125, gesloten op 22 juni 2022, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.De processen-verbaal van aangifte, p. 16-17, p. 25-28, p. 32-35, p. 46-48, p. 53-55, p. 57-59, p. 66-67, p. 6971, p. 85-86.
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte bij de rechter-commissaris van 23 juni 2022, p. 1.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , p. 57.
5.Uitspraak van de Hoge Raad van 11 september 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4474.
6.Uitspraak van de Hoge Raad van 3 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9309.