2.2.In de van toepassing zijnde (minimum) CAO voor het Slagersbedrijf (verder: de cao), die op 30 november 2020 algemeen verbindend is verklaard, is, net als in daaraan voorafgegane cao’s, onder meer het volgende bepaald:
1. Overuren: uren waarin door de werknemer in opdracht van de werkgever arbeid is verricht en die uitgaan boven 9 uur per dag, gemiddeld 38 uur per week, dus ook voor hen die hebben gekozen voor een arbeidsduur van 40 uur, over de periode van het dienstrooster.
Voor werknemers die een 38-urige werkweek hebben en 4 dagen per week werken geldt dat uren waarin door de werknemer in opdracht van de werkgever werkzaamheden zijn verricht en die uitgaan boven de 9,5 uur per dag, over de periode van het dienstrooster, als overuren worden beschouwd.
2. Overwerk wordt door of namens de werkgever opgedragen, indien het bedrijfsbelang dit vereist.
3. Overwerk dient zoveel mogelijk voorkomen te worden.
4. Aan werknemers van 55 jaar en ouder kan de verplichting tot het verrichten van overwerk niet worden opgelegd.
5. Overwerk wordt, nadat het is verricht, in de eerstvolgende loonbetalingsperiode afgerekend.
6. In overleg tussen werkgever en werknemer kunnen de gewerkte uren en de daarbij behorende toeslag geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd in vrije tijd. Deze vrije tijd moet binnen dertig dagen na het verrichten van het overwerk worden opgenomen (zie voor overuren en overwerktoeslag: artikel 14).
7. Voor parttimers is er sprake van overwerk, indien wordt afgeweken van de arbeidsduur, als bedoeld in artikel 22 en van de voor de onderneming geldende normale arbeidsduur.
Op grond van de CAO bedraagt de normale arbeidsduur, berekend volgens het dienstrooster (= vier weken) gemiddeld 38 uur per week, verdeeld over maximaal vijf dagen.