ECLI:NL:RBGEL:2022:4987

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
C/05/405470 / KG ZA 22-196
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing van schorsing van werknemers en statutair bestuurders in kort geding

In deze zaak vorderen de gezamenlijke eisers, [eiser 1] en [eiser 2], de opheffing van hun schorsing door TISMI B.V. De eisers zijn statutair bestuurders en werknemers van TISMI en zijn op 2 juni 2022 geschorst zonder voorafgaande waarschuwing of gelegenheid tot verweer. De schorsing volgde op signalen van onregelmatigheden binnen het bedrijf, die aanleiding gaven voor een onderzoek door Grant Thornton. De eisers stellen dat zij niet op de hoogte zijn gesteld van de redenen voor hun schorsing en dat deze onterecht en disproportioneel is. TISMI voert aan dat de schorsing noodzakelijk was om het onderzoek niet te belemmeren en om gegevens veilig te stellen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de schorsing niet deugdelijk tot stand is gekomen en dat er geen zwaarwegende redenen zijn om de schorsing te handhaven. De rechter schorst de werking van het schorsingsbesluit en beveelt TISMI om de schorsingen van de eisers op te heffen binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis. Tevens wordt TISMI veroordeeld tot het betalen van dwangsommen bij niet-naleving van de uitspraak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/405470 / KG ZA 22-196
Vonnis in kort geding van 7 juli 2022
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. L.H.F. Stuurop te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TISMI B.V.,
statutair gevestigd te Doorn en kantoorhoudende te Bunnik,
gedaagde,
advocaten mr. K. Wiersma en mr. A.N. Oetomo te Amsterdam.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [gezamenlijke eisers] . en afzonderlijk [eiser 1] respectievelijk [eiser 2] worden genoemd. Gedaagde zal hierna Tismi worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verwijzingsvonnis van 28 juni 2022 van de rechtbank Midden-Nederland, met kenmerk C/16/540940 / KG ZA 22-289;
  • de dagvaarding van 29 juni 2022, met 13 producties;
  • het e-mailbericht van 5 juli 2022 van mr. Stuurop, met productie 14;
  • de mondelinge behandeling 6 juli 2022;
  • de pleitnota van mr. Stuurop;
  • de spreekaantekeningen van mr. Oetomo;
  • de e-mail van 7 juli 2022 van mr. Stuurop waarin hij verzoekt om vonnis te wijzen;
  • de e-mail van 7 juli 2022 van mr. Oetomo.
1.2.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 7 juli 2022 vonnis bepaald. De feiten en de motivering waarop de in dat vonnis gegeven beslissing steunt, worden hierna vastgelegd.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] is werknemer van Tismi. Zijn functie is General Manager. Daarnaast is [eiser 1] indirect aandeelhouder/bestuurder van Lancelot B.V. (hierna: Lancelot). Lancelot is een aanbieder op het gebied van telecommunicatie.
2.2.
[eiser 2] is statutair bestuurder / werknemer van Tismi. Zijn functie is General Manager. Daarnaast is [eiser 2] indirect aandeelhouder/bestuurder van Lancelot.
2.3.
Tismi is een aanbieder van diensten op het gebied van telecommunicatie. Tismi heeft ongeveer 10 werknemers. In 2009 is Tismi overgenomen door Lancelot.
2.4.
Op 10 maart 2021 heeft Lancelot Tismi verkocht aan Link Mobility Group AS (hierna: Link), die sindsdien enig aandeelhouder is van Tismi. In het kader van de verkoop zijn [eiser 1] en [eiser 2] op 10 maart 2022 in dienst getreden van Tismi. De heer [naam 1] is bestuurder van Link.
2.5.
In de statuten van Tismi is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
‘(…)
Artikel 1:
“Algemene Vergadering”
het vennootschapsorgaan dat wordt gevormd door de aandeelhouders dan wel een bijeenkomst van aandeelhouders (…);
(…)
Bestuur:
Artikel 10:
(…)
4. Bestuurders kunnen te allen tijde door de Algemene Vergadering worden geschorst (…). De schorsing kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden opgeheven.
(…)
6. Een Bestuurder wordt in de Algemene Vergadering waarin zijn schorsing (…) aan de orde komt in de gelegenheid gesteld zich te verantwoorden (…)
(…)
Taak en bevoegdheden:
Artikel 11:
(…)
9. De Bestuurders hebben het recht de Algemene Vergaderingen bij te wonen; zij hebben in deze vergaderingen een raadgevende stem.
(…)
Algemene vergadering:
Artikel 15:
(…)
3. Niettemin kunnen door de Algemene Vergadering besluiten worden genomen indien geen oproeping conform lid 2 van dit artikel plaats vond, of het betreffende punt niet bij de oproeping werd vermeld, mits alle Vergadergerechtigden ermee hebben ingestemd dat de besluitvorming over die onderwerpen plaatsvindt en de Bestuurders voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid zijn gesteld om advies uit te brengen.
(…)
5. Besluiten van de Algemene Vergadering kunnen in plaats van in een vergadering ook op andere wijze worden genomen (…). De Bestuurders worden voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen.
(…)’
2.6.
Bij e-mail van 2 juni 2022 heeft Link aan [gezamenlijke eisers] . onder meer het volgende bericht:
‘(…) we have a very urgent situation that we need to talk to you bout at short notice totday (…) Please let us know which time would suit both of you – I will then send out the invitation!
Thank you and talk to you later!
(…)’
2.7.
Bij brief van 2 juni 2022 heeft Link aan [eiser 2] onder meer het volgende bericht:
‘(…) We hereby confirm your suspension as Managing Director of Tismi B.V. (the Company) with immediate effect as of 2 June 2022.
You have been informed of the reason for the suspension. In short, and as discussed during our conversation on 2 June 2022, the decision to suspend you is based on the fact that both Link (…) and the Company have become aware of suspicious activities going on within Tismi and, as a result thereof, engaged an audit firm to conduct both business related and financial forensic investigations. During the investigations, it is of importance to the Company that you will be suspended, in order to (i) allow the audit firm to perform a thorough investigation and (ii) avoid that any crucial data will be lost as of the suspension date and during the investigations.
You have been given the opportunity to present your point of view regarding the contemplated suspension as Managing Director with immediate effect. However, you have not convinced us to decide otherwise. We see no other alternative than to proceed with your suspension until at least after the investigations and until further notice.
Enclosed you will find a copy of the shareholders resolution in respect of your suspension as a Managing Director of the Company (…). You are no longer allowed to represent the Company.
You are required to return your company laptop, keys to the Company buildings and other Company belongings immediately in order to avoid that any confidential data is lost as of the suspension date and during the investigations. We will also disconnect you from the Company’s intranet. (…)’
Bij de brief is een door Berge ondertekende ‘Shareholder’s Resolution’ gevoegd. Daarin is, voor zover van belang, vermeld:
‘(…) HEREBY RESOLVES AS FOLLOWS:
1 To suspend (…) [eiser 2] (…) as a member of the Management Board of the Company (Board) as per 2 June 2022.
AND HEREBY:
2 Confirms that at the date hereof the Company’s articles of association do not restrict or exclude the adoption of shareholder’s resolutions without holding a meeting.
3 Confirms to agree with this form of decision-making.
(…)
6 Confirms that each member of the Board has been given the opportunity to advise on the resolution adopted hereby.
(…)’
2.8.
Bij brief van 2 juni 2022 heeft Link aan [eiser 1] onder meer het volgende bericht:
‘(…) We hereby confirm your suspension as employee of Tismi B.V. (the Company) with immediate effect as of 2 June 2022.
During our meeting on 2 June 2022, we informed you that both Link (…) and the Company have become aware of suspicious activities going on within Tismi and, as a result thereof, engaged an audit firm to conduct both business related and financial forensic investigations.
We informed you that you have been suspended of (among others) misbehavior as employee of the Company. Consequently, the Company has lost confidence in you and can therefore no longer maintain you as employee and suspend you with immediate effect.
You have been given the opportunity to present your point of view regarding your suspension, but this has not convinced us to decide otherwise. The foregoing has resulted in a situation which is unsustainable. Furthermore, during the investigations, it is of importance to the Company that you will be suspended, in order to (i) allow the audit firm to perform a thorough investigation and (ii) avoid that any crucial data will be lost as of the suspension date and during the investigations.
You will remain suspended at least for the duration of the investigation. After the investigations have been completed, the Company will determine whether any further actions will be taken.
As a consequence of the suspension, you are required to return your company laptop and hand over the keys of the Company buildings immediately in order to avoid that any confidential data is lost in the period of your suspension. We will also disconnect you from the Company’s intranet. (…)’
2.9.
Bij e-mail van 2 juni 2022 heeft [gezamenlijke eisers] . aan Link en mr. Wiersma onder meer het volgende bericht:
‘(…) Please find below our first comment on the letter we have just received.
First of all, contrary to what is stated in the letter, we have not been informed on the reason for the suspension. The sole matter that is told to us is that we are suspended, not the reason why. Therefore we also were not able to present out point of view as we have no clue on the reason for the suspension.
The content of the letter highly surprised us. We really like to understand the reason for the suspension.
Again we like to express that we are still highly surprised by the current situation and the statement below.
We are not aware of doing anything wrong.
As such we will cooperate fully in any investigation what so ever. (…)’
2.10.
Bij e-mail van 2 juni 2022 heeft mr. Wiersma aan [gezamenlijke eisers] . onder meer het volgende bericht:
‘(…) That is all there is at this stage. (…)’
2.11.
Bij brief van 2 juni 2022 heeft Grant Thornton Forensic & Investigation Services B.V. (hierna: GT) aan [eiser 1] onder meer het volgende bericht:
‘(…) Wij hebben opdracht verkregen van LINK (…) tot het doen van onderzoek naar mogelijke onregelmatigheden in relatie tot Tismi (…) In onze opdrachtbevestiging is het doel van dit onderzoek als volgt beschreven:
Investigation objective
Grant Thornton conducts an investigation into possible irregularities to the ownership and use of IP addresses and phone number ranges, invoicing, surcharges and the separation process between Tismi and Lancelot in general, and reports its findings in a clear and understandable written report in order to enable you to form an opinion on the nature and extent of possible irregularities. The results of our investigation also enable you to make informed decisions about possible next steps.
In het onderzoek wordt uw mogelijke betrokkenheid als Business Development Manager van Tismi bij de te onderzoeken aspecten onderzocht.
(…)
Voorts heeft u recht op hoor en wederhoor, wat betekent dat u in de gelegenheid wordt gesteld om te worden gehoord en het recht heeft om te reageren op onze bevindingen. (…)
Nadat wij ons op grond van ons onderzoek een beeld hebben gevormd van de te onderzoeken aspecten, zult u door ons worden uitgenodigd voor een interview om daarmee uw perspectief op deze aspecten te krijgen. (…)
Na de interviews en eventuele nadere gegevensverzameling en andere onderzoekswerkzaamheden zullen wij een conceptrapport opmaken waarin wij verslag doen van onze feitelijke bevindingen. Wij zullen u in de gelegenheid stellen, voordat wij ons definitieve rapport aan onze opdrachtgever uitbrengen, om een reactie te geven (‘wederhoor’) op de bevindingen in het conceptrapport. (…)’
2.12.
Bij brief van 7 juni 2022 heeft mr. Stuurop aan GT onder meer het volgende bericht:
‘(…) Vooropgesteld dient te worden dat cliënten volkomen overvallen en erg geschrokken zijn van de recente gang van zaken. Zij zijn niet bekend met enige onregelmatigheden binnen Tismi en tasten momenteel nog steeds in het duister over hetgeen hen in dat kader potentieel wordt verweten. Cliënten zijn daarover door LINK noch Tismi geïnformeerd, en achten de handelwijze van LINK en Tismi mede daarom buitengewoon disproportioneel en prematuur.
Cliënten zullen desalniettemin alle medewerking verlenen aan het door GT uit te voeren onderzoek. Wel vernemen zij graag welke vermeende onregelmatigheden worden onderzocht, zodat zij GrantThornton eventueel ook uit eigen beweging nadere informatie kunnen verschaffen die mogelijk relevant is voor het onderzoek. Met het oog op een correcte invulling van het beginsel van hoor en wederhoor, is het ook essentieel dat cliënten weten wat de vermeende onregelmatigheden inhouden en wat hen in dat kader potentieel wordt verweten.
Mede gelet op de impact die de thans ontstane situatie heeft op cliënten alsook op de onderneming van Tismi, gaan zij ervan uit dat het onderzoek met de nodige voortvarendheid wordt uitgevoerd. (…)’
2.13.
Bij brief van 8 juni 2022 heeft mr. Stuurop aan mr. Wiersma onder meer het volgende bericht:
‘(…) As also explained during our call, my clients are left with a sense of shock and disbelief following the inexplicable and rash actions taken by LINK (…) and Tismi (…). A week has now passed since my clients were suddenly suspended in relation to supposed ‘suspicious activities’ within Tismi and since LINK has instructed GrantThornton to carry out an investigation into those suspicious activities. To date, my clients have still not been informed on what it is they are potentially accused of and it remains unclear what it actually is that GrantThornton is going to investigate. To be clear, my clients are not aware of any irregularities within Tismi and strongly deny any wrongdoing whatsoever.
Contrary to what has been indicated in the letters sent to my clients on behalf of Tismi on June 2nd, 2022, my client have not been given the opportunity to present their point of view regarding their suspension as employee and – insofar as it concerns Mr. [eiser 2] – managing director of Tismi. LINK and Tismi have not even made any effort to directly discuss the matter with my clients and have not even allowed my clients to provide an explanation on whatever has led to concerns about certain activities. They are simply left in the dark on what the supposed suspicious activities entail and on what their supposed involvement therewith would be, and have therefore not been able to respond to the supposed allegations against them. This is unacceptable (…)
I can therefore only conclude that my clients’ suspension is unwarranted, premature and entirely disproportionate, and that LINK and Tismi have acted without the due care owed to my clients by virtue of good employment practices, rules of corporate governance and generally accepted standards. In addition, this means that the shareholders’ resolution regarding Mr. [eiser 2] ’s suspension as managing director is subject to annulment.
Apart from the fact that it is manifest that this breach of due process is starting to become irreparable, the actions of LINK and Tismi have already caused, and will likely continue to cause, significant damage to my clients’ reputation and legitimate interests. It is also evident that this is starting to cause serious damage to Tismi itself. As discussed, my clients have already been approached by several external parties, including some of Tismi’s biggest clients, who have apparently been informed on the fact that my clients are no longer active within Tismi. Obviously, it is unacceptable that information regarding my clients’ position within Tismi had been disclosed. LINK and Tismi are solely responsible for the damage their actions are causing to both my clients and Tismi.
As already noted during our conversation, my clients will fully cooperate with the investigation carried out by GrantThornton as they are convinced they will be able to definitively clear their name, whatever it is they are being accused of. Notwithstanding, they believe it is very important that they are also given the chance to discuss the situation with the representatives of LINK and Tismi directly, which would allow them to respond to any questions or concerns that might exit regarding the activities at Tismi. They strongly feel that this could prevent a further escalation. I also note that it is of the utmost importance that this matter is dealt with as expeditiously as possible. Each day that the current situation is allowed to continue will cause additional and irreparable damage to my clients and Tismi.
(…)
For now, I ask that you ultimately by tomorrow, provide me with the following:
(i) Information on the supposed suspicious activities within Tismi and my client’s supposed involvement therewith;
(ii) A confirmation that LINK and Tismi will cease and desist all communication, both externally and internally, regarding my clients and the current situation;
(iii) A confirmation on whether LINK and Tismi are prepared to discuss the situation that has arisen with my clients directly, also with a view to prevent a further (legal) escalation.
(…)’
2.14.
Op 9 juni 2022 heeft GT aan mr. Stuurop in algemene bewoordingen te kennen gegeven dat zij onderzoek doet naar het invullen van de managementrol van [gezamenlijke eisers] . en de wijze waarop Lancelot en Tismi opereren, onder meer wat betreft het gebruik van assets en het factureren van klanten.
2.15.
Bij e-mail van 10 juni 2022 heeft mr. Wiersma aan mr. Stuurop onder meer het volgende bericht:
‘(…)
Legitimate reasons for suspension
(…) Tismi (…) and LINK (…) want to emphasize that there are legitimate reasons for the suspension of your clients. Your clients have been informed that both LINK and Tismi have become aware of suspicious activities going on within Tismi and, as a result thereof, they engaged Grant Thornton (GT) to conduct both business related and financial forensic investigations. The suspension of your clients is imposed as a disciplinary measure (ordemaatregel) in light of the investigations of GT which are currently being carried out.
(…)
It is of vital importance that thorough investigations are conducted and it should be avoided that any crucial data will be lost during the investigations. Both Tismi and LINK strongly believe that a return of your clients to work during the investigations may be harmful for the investigations, given the fact that (i) your clients would then be in touch with customers and the personnel of Tismi and (ii) your clients would (in theory) be able to remove crucial information and documentation.
As a result, both Tismi and LINK have made a balanced weighing of interests, and concluded that the interests of your clients in continuing to perform their work do not outweigh the compelling interests of both Tismi and LINK with regard to being able to have thorough investigations conducted. My clients are therefore not willing to lift your clients’ suspension.
Your requests
(…)
My clients believe that it would not make any sense – and that it would be premature – to discuss the suspicious activities with your clients at this stage already. GT will give your clients the opportunity to present their point of view regarding the suspicious activities during the investigations and to provide GT with all information and documentation which they deem necessary. I understand from my clients that interviews have already been scheduled to that end.
(…)
Tismi has informed its clients (who contacted Tismi in the meantime) that your clients are unavailable until further notice and that the clients should reach out to another person within Tismi. Tismi nor LINK has informed a third-party about the pending investigations and/or the suspension of your clients. (…)
As mentioned (…), my clients believe that it would not have any added value to discuss the situation with your clients pending the investigations. It is in the interest of both parties to await the results of the investigations, prior to discussing the case directly with each other. (…)’
2.16.
Op 10 juni 2022 heeft [gezamenlijke eisers] . alle documentatie en informatie over Tismi die hij voorhanden had aan GT verschaft, waarbij GT heeft meegekeken naar de persoonlijke iCloud-drive van [eiser 2] en GT alle beschikbare informatie en documentatie met betrekking tot Tismi heeft geüpload naar een cloud-omgeving van GT.
2.17.
Op 17 respectievelijk 22 juni 2022 heeft, in aanwezigheid van mr. Stuurop, het interview van [eiser 2] respectievelijk [eiser 1] door GT plaatsgevonden.
2.18.
Bij e-mail van 4 juli 2022 heeft GT aan LINK onder meer het volgende bericht:
‘(…) Based on the technical and financial analysis and interviews held we derived preliminary findings. The preliminary findings initiated some additional questions that need to be investigated further. These questions for instance relate to the financial impact of the technical entanglement between Tismi and Lancelot. We also reached out to external parties to gain a better understanding on the information known at the time of the acquisition.
(…)
Our planning is as follows:
 We will put all efforts in to finalize our investigative work by Wednesday 6 July
 We will then have a draft report available by the end of this week, to be submitted to both subjects to the investigation (as part of their right of reply) as well as yourself.
 Once we have received responses to the draft findings we will submit a final report to you. We cannot say when exactly this will be, since we have to allow subjects to the investigations a decent amount of time to respond. This process could take up to two weeks.
We appreciate that there is time pressure from your end and also from the persons subject to the investigation. In the best interest of all parties involved we also need to be careful and diligent. (…)’
2.19.
Bij e-mail van 4 juli 2022 heeft mr. Oetomo aan mr. Stuurop onder meer het volgende bericht:
‘(…) Two particular areas that require further investigation relate to Tismi’s customer MessageBird and the (financial) interdependency between Tismi and Lancelot. Late last week. Grant Thorton reported to our client that during the investigations certain possible irregularities with regard to (incorrect) invoices sent to MessageBird from Tismi were discovered. The foregoing raise the question whether the disclosed information during the purchase process of Tismi was sufficient. With regard to the interdependency between Tismi and Lancelot, Grant Thornton reported that further investigations are required to assess the impact on financial records. (…)’
2.20.
Bij e-mail van 4 juli 2022 heeft mr. Stuurop aan mr. Oetomo onder meer het volgende bericht:
‘(…) In other words, the ‘areas’ that you are referring to relate to topics that are long since known to your client and which can in all reasonableness not give rise to any concerns about ‘possible irregularities’ and cannot have been the motive for the investigation by Grant Thornton. Moreover, any supposed concern that LINK might have in relation to its position as a party to the SPA cannot constitute grounds for any suspension of my clients in their position of managing director and employee of Tismi. Notably, the scope of the investigation of GrantThornton is also limited to the period after completion of the transaction. The fact LINK has apparently used its position as sole shareholder of Tismi to effectuate the suspension of my clients in relation to – wholly unfounded – concerns that my clients would somehow have acted in breach of their obligations under the SPA, is an objectionable misuse of its position and power.
Your clients are now clearly engaged in a fishing expedition in an attempt to cover up for the fact that, even after more than a month had passed, my clients have not been made aware of even a single concrete allegation of supposed wrongdoing. Apparently there has never even been such a concrete allegation. It is unbelievable that your clients are now basically asking for more time to come up with answers which they should have already had readily available when they decided to take the damaging step of suspending my clients. (…)’

3.Het geschil

3.1.
[gezamenlijke eisers] . vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. de werking van het schorsingsbesluit van 2 juni 2022 schorst, zodat [eiser 2] zijn taken als statutair bestuurder van Tismi kan hervatten, en/althans;
II. Tismi veroordeelt om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis de schorsingen van [eiser 2] en [eiser 1] op te heffen, althans de schorsingen in te trekken zowel in vennootschapsrechtelijke als in arbeidsrechtelijke zin;
III. Tismi veroordeelt om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis [eiser 2] en [eiser 1] in het kader van hun arbeidsovereenkomsten zonder beperkingen toe te laten tot en tewerk te stellen in al hun gebruikelijke werkzaamheden, zoals zij dit voorafgaand aan hun schorsing deden, met alle bevoegdheden en faciliteiten;
IV. Tismi veroordeelt om aan [gezamenlijke eisers] . een dwangsom te betalen van € 40.000,00 vermeerderd met € 4.500,00 per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Tismi geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan deze verplichting(en) te voldoen, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom;
V. Tismi veroordeelt om de kosten van dit geding, het salaris van de gemachtigde van [gezamenlijke eisers] . daarin begrepen, inclusief nakosten, te voldoen binnen zeven dagen na het wijzen van dit vonnis te vermeerderen met de nakosten, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen genoemde termijn zijn betaald, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente verschuldigd is.
3.2.
[gezamenlijke eisers] . heeft aan zijn vorderingen, samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Op 2 juni 2022 is [gezamenlijke eisers] . vanuit het niets geschorst, zonder dat hij vooraf enig signaal van ontevredenheid en/of twijfels over zijn functioneren heeft vernomen. [gezamenlijke eisers] . is vooraf niet in de gelegenheid gesteld zich tegen de schorsing te verweren. [gezamenlijke eisers] . is niet enig concreet verwijt gemaakt en hij weet, zelfs ruim een maand na de schorsing en het verrichten van onderzoek door GT, nog steeds niet wat hem verweten wordt. [gezamenlijke eisers] . tast daaromtrent volledig in het duister. Ter zake van de ontvlechting tussen Tismi en Lancelot zijn [gezamenlijke eisers] . geen verwijten gemaakt, ook niet op 2 juni 2022. Tismi heeft diverse verzoeken van/namens [gezamenlijke eisers] . om een toelichting te geven op c.q. gesprekken te voeren over wat de ‘suspicious activities’ die aanleiding zouden hebben gegeven tot de schorsing concreet inhouden, steevast van de hand gewezen. Er zijn geen omstandigheden die de schorsing rechtvaardigen. Ook GT - een professionele partij die hoor en wederhoor hoog in het vaandel heeft staan - heeft tijdens het interview desgevraagd geen concrete verwijten vermeld en niet kunnen aangeven waarop het onderzoek zich richt, zodat moet worden aangenomen dat er niets is wat [gezamenlijke eisers] . te verwijten valt. Met betrekking tot het ten aanzien van [eiser 2] buiten vergadering genomen schorsingsbesluit geldt dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om zijn raadgevende stem uit te oefenen, dat hij in strijd met de redelijkheid en billijkheid niet in de gelegenheid is gesteld om zich te verweren tegen de vermeende aanleiding voor het besluit (hoor en wederhoor) én dat in strijd met de redelijkheid en billijkheid geen redelijke termijn in acht is genomen. Het schorsingsbesluit is vernietigbaar. De gebreken in de besluitvorming kunnen niet achteraf gerepareerd worden, zodat opheffing van de schorsing alleen al om die reden voor de hand ligt. Voor de schorsing van [eiser 1] heeft Tismi geen enkele rechtens te respecteren, zwaarwegende grond aangevoerd. De schorsing is in strijd met het goed werkgeverschap, zodat de schorsing moet worden opgeheven. Door Tismi is een fishing expedition gestart waarmee zij haar onterechte en schadelijke handelwijze achteraf probeert te rechtvaardigen. De schorsing is voor [gezamenlijke eisers] . zeer diffamerend en schadelijk, mede gelet op het feit dat Tismi zowel intern als extern over de schorsing heeft gecommuniceerd. Het overhaaste, niet-onderbouwde en disproportionele handelen en nalaten van Link en Tismi schaadt ook de belangen van Tismi zelf. Het is van belang dat [gezamenlijke eisers] . zo spoedig mogelijk weer wordt toegelaten tot de werkzaamheden, aldus [gezamenlijke eisers] .
3.3.
Tismi voert verweer. Zij heeft daartoe, samengevat, het volgende aangevoerd. Medio mei 2022 ontving Link zeer serieuze signalen van ernstige aard vanuit Tismi dat er binnen Tismi onregelmatige activiteiten zouden plaatsvinden die zowel de business van Tismi als de business van Link in gevaar zouden kunnen brengen. De business van Tismi is complex en verstrengeld met die van Lancelot. Bij de overname van Tismi door Link, is afgesproken dat de verstrengeling ongedaan zou worden gemaakt, maar dat bleef - ook na herhaalde verzoeken vanuit Link om toelichting te geven over (de voortgang van) het ‘untangling process’ - maar op zich wachten. [gezamenlijke eisers] . had de vrije hand in de bedrijfsvoering van Tismi. Link had als aandeelhouder niet de grip c.q. het zicht op de onderneming van Tismi die/dat zij wilde. Tijdens meerdere, informele gesprekken heeft Link geprobeerd duidelijkheid te krijgen over de werkwijze van [gezamenlijke eisers] . binnen Tismi. Ondanks navraag naar de ontvlechting van Tismi en Lancelot kwam daarover geen duidelijkheid en Link begon aanwijzingen te verzamelen dat dit proces allesbehalve transparant verliep. Dit heeft bijgedragen aan onrust bij Link, omtrent hetgeen zij gekocht had. Om de voortgang van de business van Tismi veilig te stellen en zich ervan te verzekeren dat er geen onregelmatigheden en/of frauduleuze handelingen binnen Tismi gaande zouden zijn of voort zouden kunnen duren, zag Link zich genoodzaakt GT in te schakelen, die opdracht kreeg om verschillende aanwijzingen van malversaties nader te onderzoeken en te onderzoeken of er inderdaad onregelmatigheden en/of frauduleuze handelingen binnen Tismi plaatsvonden of plaatsvinden. Om een gedegen intern onderzoek te kunnen uitvoeren en de volledigheid, grondigheid en de uitkomst daarvan zoveel mogelijk te waarborgen, was het noodzakelijk dat tot dan toe beschikbare en bestaande (financiële) data over de bedrijfsvoering binnen Tismi ongewijzigd en in haar oorspronkelijke staat bewaard zouden blijven. Daarvoor bleek schorsing gedurende de uitvoering van het onderzoek noodzakelijk; Link kon zich niet permitteren dat data verloren zouden gaan. Link kon niet anders handelen dan ze heeft gedaan. Dit is [gezamenlijke eisers] . tijdens het gesprek op 2 juni 2022 meegedeeld. Aan [gezamenlijke eisers] . is uitleg gegeven over de (vermeende) omstandigheden die ten grondslag liggen aan de schorsing. Een langere termijn tussen de aankondiging en de schorsing zou (de uitkomst van) het onderzoek schaden en het veiligstellen van data in gevaar brengen. De schorsing was ter bescherming van collega’s en data. De korte tijd tussen de aankondiging van het besluit en de schorsing betekent niet dat in strijd met de redelijkheid en billijkheid is gehandeld. Het was niet mogelijk [gezamenlijke eisers] . een langere termijn te gunnen en die langere termijn zou ook niet tot andere inzichten hebben kunnen leiden. Inherent aan deze ordemaatregel is dat Link meteen moest doorpakken. Er bestond, en bestaat nog steeds, gerechtvaardigde vrees dat, zonder schorsing, bepaalde informatie kwijt zou/zal raken. Het interne onderzoek, dat als gevolg van aanvullende vragen en aanwijzingen die naar voren zijn gekomen nog niet is afgerond, vergt dat de schorsing in stand blijft tot aan de afronding ervan. Eerdere terugkeer van [gezamenlijke eisers] . in de organisatie leidt tot onwenselijke uitwisseling van informatie tussen [gezamenlijke eisers] . en medewerkers van Tismi, wat de spanningen binnen Tismi verder opvoert, waardoor de continuïteit van de bedrijfsvoering van Tismi wordt verstoord. Het conceptrapport van GT is nagenoeg gereed en [gezamenlijke eisers] . krijgt een of twee weken de tijd om zijn visie daarop te geven voordat het eindrapport wordt opgemaakt. In afwachting daarvan is het van groot belang dat [gezamenlijke eisers] . niet op het werk wordt toegelaten. Het besluit om [gezamenlijke eisers] . te schorsen is niet lichtzinnig genomen. Voor zover dat mogelijk was is aan de formaliteiten voor het schorsingsbesluit van [eiser 2] voldaan; hij kon zijn raadgevende stem ter plekke uitoefenen en aan het vereiste van hoor en wederhoor is voldaan. [eiser 2] (en ook [eiser 1] ) is in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de voorgenomen schorsing, maar van deze mogelijkheid is geen gebruik heeft gemaakt. De schorsing heeft rechtsgeldig, op geldige gronden plaatsgevonden. Toelating van [gezamenlijke eisers] . op het werk kan (gedurende een bepaalde periode) in redelijkheid niet van Tismi worden gevergd. Schorsing tijdens een lopend onderzoek is geen ongebruikelijke gang van zaken. Van strijd met goed werkgeverschap is geen sprake, aldus Tismi.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat een vordering in kort geding slechts dan toewijsbaar is als aannemelijk is dat desbetreffende vordering in een eventuele bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat het treffen van de voorlopige voorziening(en) vanwege het spoedeisend karakter gerechtvaardigd is. Gelet op het voorlopige karakter van de kortgedingprocedure past geen uitgebreid onderzoek naar de feiten en is er geen plaats voor nadere bewijsvoering en/of een deskundigenonderzoek. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.2.
Het spoedeisend belang van [gezamenlijke eisers] . volgt uit de aard en grondslag van zijn vordering. Van [gezamenlijke eisers] . kan redelijkerwijs niet worden verlangd dat hij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Tismi heeft dit niet betwist. Dit betekent dat [gezamenlijke eisers] . in zijn vordering ontvankelijk is.
Maatstaf ten aanzien van [gezamenlijke eisers] .
4.3.
De voorzieningenrechter neemt tot uitgangspunt dat de schorsing van een medewerker met onmiddellijke ingang een ingrijpende maatregel is, die een diffamerend karakter heeft en die zeer beschadigend kan zijn voor desbetreffende medewerker. Door een dergelijk besluit kan immers binnen de organisatie en bij buitenstaanders al snel het beeld ontstaan dat tegen de medewerker dusdanig ernstige bezwaren zijn gerezen dat deze niet langer als zodanig kan worden gehandhaafd. Daarom geldt dat het middel van schorsing met terughoudendheid moet worden toegepast; daartoe mag slechts worden besloten wanneer binnen de onderneming dusdanig zwaarwegende redenen aanwezig zijn om de medewerker niet tot het werk toe te laten dat het belang van de medewerker om tot de werkzaamheden te worden toegelaten daartegen niet opweegt en in redelijkheid van de onderneming niet gevergd kan worden dat zij de medewerker nog langer op het werk duldt, ondanks het diffamerende karakter van die maatregel. De maatregel moet ook voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Het voorkomen van ongewenste situaties binnen de organisatie kan een redelijke en voldoende zwaarwegende grond zijn om een medewerker niet langer in de gelegenheid te stellen de bedongen arbeid te verrichten, maar daartoe is wel vereist dat de gerechtvaardigde vrees bestaat dat daadwerkelijk ongewenste situaties zullen ontstaan wanneer de medewerker zijn werkzaamheden voortzet.
Maatstaf ten aanzien van [eiser 2]
4.4.
Ten aanzien van [eiser 2] geldt verder dat hij ten opzichte van Tismi een ‘dubbele’ rechtspositie heeft. Hij is immers zowel statutair bestuurder als werknemer van Tismi. Voor de rechtspositie als bestuurder gelden de regels van het vennootschapsrecht, voor de rechtspositie als werknemer de regels van het arbeidsrecht. Volgens vaste jurisprudentie heeft de vernietiging van een vennootschapsrechtelijk ontslag tot gevolg dat ook het arbeidsrechtelijke ontslag geen stand houdt (vgl. Hoge Raad 31 mei 1996, NJ 1996, 694). Anderzijds heeft een rechtsgeldig vennootschappelijk ontslag in de regel tevens de beëindiging van de dienstbetrekking van de bestuurder tot gevolg (Hoge Raad 15 april 2005, NJ 2005, 484). Hoewel het in de onderhavige zaak niet gaat om ontslag van een statutair bestuurder, geldt op grond van het voorgaande dat de vraag welke gevolgen het arbeidsrecht aan de schorsing verbindt pas aan de orde komt nadat de vennootschapsrechtelijke toetsing heeft plaatsgevonden, waarbij geldt dat ongeldigheid van het vennootschapsrechtelijke schorsingsbesluit ertoe leidt dat de schorsing ook arbeidsrechtelijk ongeldig is (vgl. ECLI:NL:RBMNE:2018:2547, r.o. 5.10.).
4.5.
De vernietigbaarheid van een schorsingsbesluit kan zowel voortvloeien uit de wijze van totstandkoming van het besluit, als uit de inhoud daarvan. Hiervoor is het volgende van belang. In artikel 2:244 lid 1 BW is bepaald dat iedere bestuurder te allen tijde kan worden geschorst door het orgaan dat bevoegd is tot benoeming. Artikel 2:227 lid 7 BW bepaalt dat bestuurders in de algemene vergadering als zodanig een raadgevende stem hebben. Zij moeten derhalve voor de vergadering worden opgeroepen en in de gelegenheid gesteld worden om hun advies te geven. Artikel 2:238 lid 2 BW bepaalt dat bestuurders ook bij besluitvorming buiten vergadering in de gelegenheid moeten worden gesteld advies uit te brengen (vgl. Hoge Raad 10 maart 1995,
NJ1995/595 (
Janssen Pers) en Hoge Raad 22 december 2009,
NJ2010/16 (
Hay Group)). Dat de voor schorsing voorgedragen bestuurder op grond van artikel 2:239 lid 6 BW niet mag deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over de schorsing, doet aan het voorgaande niet af. Bij niet naleving van de genoemde wettelijke voorschriften - waarmee de statuten van Tismi in lijn zijn - is het desbetreffende besluit vernietigbaar op grond van artikel 2:15 lid 1 sub a BW. Uit artikel 2:15 lid 1 sub b vloeit voort dat een besluit dat strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist, vernietigbaar is. Wanneer geen sprake is van een zwaarwegende reden die meebrengt dat van de vennootschap in redelijkheid niet gevergd kan worden dat zij de bestuurder nog langer op het werk duldt, is het besluit tot schorsing vernietigbaar. Dit geldt ook als de motivering van een besluit tot schorsing van een statutair bestuurder voor hem niet kenbaar is.
Maatstaf ten aanzien van [eiser 1]
4.6.
De vraag of [eiser 1] in de gelegenheid moet worden gesteld om de overeengekomen arbeid te verrichten, moet worden beoordeeld aan de hand van artikel 7:611 BW, waarin de algemene maatstaf is neergelegd van hetgeen een goed werkgever behoort te doen en na te laten. Deze algemene maatstaf brengt met zich dat de toewijsbaarheid van een vordering tot wedertewerkstelling met name afhangt van de aard van de dienstbetrekking, van de overeengekomen arbeid en van de bijzondere omstandigheden van het geval (Hoge Raad 12 mei 1989, ECLI:NL:HR:1989:AC2497). De vrijheid van de werkgever om de organisatie in te richten naar eigen wensen moet worden afgewogen tegen het gerechtvaardigde belang van een werknemer bij tewerkstelling. Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat een werknemer in beginsel een zwaarwegend belang heeft bij het kunnen verrichten van de overeengekomen arbeid. Van een goed werkgever mag dan ook worden gevergd dat hij een werknemer de mogelijkheid biedt om de overeengekomen arbeid te verrichten, tenzij er een redelijke en zwaarwegende grond is om hem die mogelijkheid te ontzeggen (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 januari 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:295). De werkgever dient alle belangen van de werknemer in zijn besluitvorming te betrekken. Bovendien zal de werkgever vóór de schorsing met de werknemer behoorlijk overleg moeten hebben gepleegd en de werknemer in elk geval op een zorgvuldige wijze gehoord moeten hebben. Ook is belangrijk dat de reden van de schorsing bij de werknemer bekend is.
Het gesprek van 2 juni 2022
4.7.
Op grond van hetgeen partijen hebben aangevoerd moet worden aangenomen dat Tismi voorafgaand aan dan wel bij aanvang van het gesprek op 2 juni 2022, [gezamenlijke eisers] . niet heeft geïnformeerd over de grond(en) van de schorsing. Anders dan Tismi heeft aangevoerd kan niet worden aangenomen dat aanvankelijk slechts sprake was van een
voorgenomenschorsingsbesluit en dat [gezamenlijke eisers] . tijdens het gesprek naar behoren in de gelegenheid is gesteld om zich daartegen te verweren. Weliswaar heeft Tismi in haar brieven van 2 juni 2022 vermeld dat ‘you have / this has not convinced us to decide otherwise’, maar Tismi heeft haar verweer tegen het van meet af aan door [gezamenlijke eisers] . ingenomen standpunt - dat slechts de schorsing en het onderzoek zijn meegedeeld en niet de reden(en) daarvoor en dat daarover geen debat heeft plaatsgevonden - verder op geen enkele wijze onderbouwd. Aangenomen moet worden dat het schorsingsbesluit voorafgaand aan het gesprek reeds genomen was, dat [gezamenlijke eisers] . zich daarop op geen enkele wijze heeft kunnen voorbereiden en dat Tismi [gezamenlijke eisers] . daarmee heeft ‘overvallen’. Tismi heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een situatie waarin het onmogelijk was [eiser 1] en/of [eiser 2] in de gelegenheid te stellen hun visie(s) naar voren te brengen. In de gegeven omstandigheden had Tismi op eenvoudige wijze aan het beginsel van hoor en wederhoor kunnen voldoen, zodat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is om van die verplichting uit te gaan, temeer omdat [gezamenlijke eisers] . daarbij een zwaarwegend belang had. Anders dan Tismi lijkt te veronderstellen, was niet bij voorbaat uitgesloten dat het horen van [gezamenlijke eisers] . haar tot andere gedachten over de voorgenomen schorsing had kunnen brengen. Tismi heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een dusdanige (nood)situatie dat onmiddellijke schorsing ter voorkoming van schade noodzakelijk was. Tenslotte heeft Tismi evenmin aannemelijk gemaakt dat daadwerkelijk ongewenste situaties zouden (of zullen) ontstaan bij voortzetting van de gebruikelijke werkzaamheden door [eiser 1] en/of [eiser 2] .
Na het gesprek van 2 juni 2022
4.8.
Uit de vastgestelde feiten blijkt dat Tismi evenmin na het gesprek van 2 juni 2022 aan [gezamenlijke eisers] . meer duidelijkheid over de reden(en) van de schorsingen heeft verschaft, ondanks herhaalde oproepen daartoe door/namens [gezamenlijke eisers] . Tismi heeft volstaan met de mededeling dat sprake was van ‘suspicious activities’, maar dit is dusdanig algemeen en vaag, dat dit geen behoorlijke motivering van de schorsingen is. Volgens [gezamenlijke eisers] . heeft zelfs GT desgevraagd niet meer duidelijkheid kunnen verschaffen, hetgeen door Tismi niet is weersproken. Evenmin heeft Tismi desgevraagd ter zitting meer duidelijkheid kunnen verschaffen, ondanks dat volgens haar het conceptrapport van GT op dat moment nagenoeg gereed was voor verstrekking aan haar en [gezamenlijke eisers] . Weliswaar is uit de door/namens Tismi gevoerde correspondentie en hetgeen zij ter zitting heeft aangevoerd af te leiden dat, volgens Tismi, het proces van ontvlechting tussen Tismi en Lancelot niet zo voortvarend en transparant verliep als zij van [gezamenlijke eisers] . mocht verwachten, maar zij heeft dat - tegenover de gemotiveerde betwistingen van [gezamenlijke eisers] . - op geen enkele wijze onderbouwd. Dit geldt ook ten aanzien van mogelijke onregelmatigheden in relatie tot MessageBird-facturen c.q. aan Link verstrekte informatie ter zake de overname van Tismi. Wat hier ook van zij, niet gesteld of aannemelijk is geworden dat [gezamenlijke eisers] . ten aanzien hiervan enig verwijt is of wordt gemaakt, in welk geval niet zonder meer vaststaat dat dit de schorsing(en) rechtvaardigt.
4.9.
Aan het voorgaande doet niet af dat Tismi, blijkens haar brieven van 2 juni 2022, met de schorsing beoogde om data en documenten veilig te stellen. Hoewel dat op zichzelf een legitiem en te respecteren belang is, heeft Tismi niet aannemelijk gemaakt dat daarvoor schorsing van [gezamenlijke eisers] . noodzakelijk was (en nog steeds is). Zelfs als moet worden aangenomen dat er voldoende aanleiding was om het door Tismi gewenste onderzoek te verrichten, valt niet in te zien waarom zij niet had kunnen volstaan met een minder verstrekkende maatregel. Tismi veronderstelt dat zij haar doel uitsluitend met schorsing van [gezamenlijke eisers] . kon bereiken, maar mede gelet op de (door Tismi niet betwiste) omstandigheid dat [gezamenlijke eisers] . zich jegens Tismi (en GT) - in elk geval sinds 2 juni 2022 - in alle opzichten coöperatief heeft opgesteld, kan dit niet worden aangenomen. Aangenomen moet worden dat Tismi (dan wel GT) inmiddels - nu tussen de zitting en de schorsing vijf weken zijn verstreken - meer dan voldoende gelegenheid heeft gehad om data en documenten veilig te stellen. In dit verband is van belang dat [gezamenlijke eisers] . heeft gesteld dat zij alle data en documenten betreffende Tismi waarover hij beschikte op 10 juni 2022 aan GT heeft verstrekt, hetgeen door Tismi niet is betwist. Niets wijst erop dat handhaving van de schorsing noodzakelijk is voor de voortgang en afwikkeling van het onderzoek, waarvan de duur ook nog onduidelijk is. Bij deze stand van zaken moet worden aangenomen dat Tismi geen rechtens te respecteren belang heeft bij de schorsing en het handhaven daarvan terwijl de grond daarvan allerminst vaststaat en vooralsnog niets erop wijst dat deze zal komen vast te staan.
4.10.
Het voorgaande leidt tot het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat de schorsingsbesluiten geen deugdelijke grondslag hebben, dat deze niet deugdelijk tot stand zijn gekomen en dat Tismi tegenover de belangen van [gezamenlijke eisers] . bij de schorsingen niet een redelijk en zwaarwegend belang heeft om deze te kunnen rechtvaardigen. Het is onaanvaardbaar dat Tismi [gezamenlijke eisers] . liet en nog langer laat 'bungelen', zonder dat duidelijk is waarom dat gerechtvaardigd zou zijn. Tismi dient [gezamenlijke eisers] . weer toe te laten tot al zijn gebruikelijke taken en bevoegdheden. Vanuit die positie kunnen partijen (alsnog) met elkaar in gesprek gaan. Gelet op het belang van [gezamenlijke eisers] . bij een onverwijlde opheffing van de schorsing ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding de termijn waarbinnen de schorsing moet worden opgeheven te bepalen op een langere termijn dan de gevorderde twee werkdagen na betekening van dit vonnis.
4.11.
Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om het opleggen van een dwangsom achterwege te laten, temeer omdat Tismi ter zitting desgevraagd in het midden heeft gelaten of zij gehoor zal geven aan een veroordelend vonnis. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt zoals vermeld in het dictum.
4.12.
Tismi zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gezamenlijke eisers] . worden begroot op € 131,18 voor explootkosten, € 314,00 voor griffierecht en € 1.016,00 voor salaris advocaat.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
schorst de werking van het schorsingsbesluit van 2 juni 2022, zodat [eiser 2] zijn taken als statutair bestuurder van Tismi kan hervatten,
5.2.
veroordeelt Tismi om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis de schorsingen van [eiser 2] en [eiser 1] op te heffen, althans de schorsingen in te trekken zowel in vennootschapsrechtelijke als in arbeidsrechtelijke zin,
5.3.
veroordeelt Tismi om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis [eiser 2] en [eiser 1] in het kader van hun arbeidsovereenkomsten zonder beperkingen toe te laten tot en tewerk te stellen in al hun gebruikelijke werkzaamheden, zoals zij dit voorafgaand aan hun schorsing deden, met alle bevoegdheden en faciliteiten,
5.4.
veroordeelt Tismi om aan [eiser 1] een dwangsom te betalen van € 4.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Tismi na betekening van dit vonnis jegens [eiser 1] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan de in 2.1. tot en met 2.3. uitgesproken hoofdveroordelingen te voldoen, tot een maximum van € 63.000,00 is bereikt,
5.5.
veroordeelt Tismi om aan [eiser 2] een dwangsom te betalen van € 4.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Tismi na betekening van dit vonnis jegens [eiser 2] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan de in 2.1. tot en met 2.3. uitgesproken hoofdveroordelingen te voldoen, tot een maximum van € 63.000,00 is bereikt,
5.6.
veroordeelt Tismi in de proceskosten, aan de zijde van [gezamenlijke eisers] . tot op heden begroot op € 1.461,18, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de achtste dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
veroordeelt Tismi in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, indien Tismi niet binnen 7 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de achtste dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2022.
De feiten en de motivering waarop de beslissing steunt, zijn afzonderlijk vastgelegd op 14 juli 2022.