Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
‘Partijen de onderhavige overeenkomst uitdrukkelijk niet aanmerken als een overeenkomst in de zin van artikel 7:610 BW (arbeidsovereenkomst).’
- de heer [verzoeker] sinds 20 juni 2011 op regiebasis bij Nederlands Certificatie Kantoor B.V. (verder te noemen NCK) werkzaam is;
- de heer [verzoeker] per 25-10-2011 gevolmachtigd directeur is geworden van NCK;
- de algemene vergadering van aandeelhouders de [verzoeker] op 25-10-2011 tot bestuurder heeft benoemd;
- […]
- de heer [verzoeker] op de hoogte is van zijn taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden als directeur van NCK;
- de heer [verzoeker] zijn functie als bestuurder feitelijk al sinds 20 juni 2011 vervult.’
- Bij verkoop van alle aandelen aan Normec en ontvangst van betaling daarvan, zal aan jou een bedrag betaald worden van € 1.100.000,- bruto. Dit bedrag zal aan loonbelasting onderhevig zijn;
- In het door jou te ontvangen bedrag is inbegrepen het restant van jouw bonus over 2018 én de bonus over 2019 tot en met juli 2019;
- Vanaf 1 augustus 2019 geldt de bonusregeling niet meer;
- Vanaf 1 augustus 2019 geldt voor jou een bruto salaris van € 7.500,- per maand te vermeerderen met vakantietoeslag;
- Er geldt een pensioenregeling jou zoals voor elke werknemer;
- Alle overige arbeidsvoorwaarden waarvan in bovenstaande niet is afgeweken, meer in het bijzonder het geheimhoudingsbeding, het concurrentiebeding en relatiebeding zoals vermeld in de artikelen 12,13,14, blijven onverkort van kracht.’
- € 100.000 bruto op 30-6-2020
- € 100.000 bruto op 30-6-2021
3.Het verzoek van [verzoeker] en het verzoek van Normec NCK
4.De beoordeling
Uitgangspunt
Opgegeven ontslaggronden
Disfunctioneren; d-grond
Verschil van inzicht; h-grond
‘het team weer helemaal bij hem moet gaan horen en niet andersom’. Iets dat volgens Normec bij uitstek laat zien dat [verzoeker] niet in staat of bereid is mee te bewegen met de ontwikkelingen die na de overname gaande zijn.
Verstoorde relatie; g-grond
Cumulatie van feiten en omstandigheden; i-grond
Transitievergoeding - duur van het dienstverband
Transitievergoeding - bonus-looncomponent
“Afspraak bonus is: 25% van de winst voor belasting boven de € 127.500,00”.Deze bonussen vallen daarom als variabele looncomponenten onder het loonbegrip als bedoeld in artikel 1 onder c van het Besluit en moeten daarom mee worden genomen bij de berekening van de transitievergoeding. Het algemene verweer van Normec NCK dat deze variabele looncomponenten moeten worden beschouwd als provisies en niet als bonussen (artikel 2 lid 2 Besluit) en dat deze daarom bij de berekening van de transitievergoeding buiten beschouwing moeten, blijven wordt niet gevolgd.
Bonus 2019
“Afspraak bonus is: 25% van de winst voor belasting boven de € 127.500,00. EBIT Normalised (….)=
Bonussen 2020 en 2021
‘de bonus voor 2020 zal gekoppeld worden aan de gebudgetteerde omzet groei, waarbij er tevens rekening gehouden zal worden met het behaalde EBITDA resultaat.’. Aan de hand hiervan kan de rechtbank niet vaststellen welke benaderingswijze en/of rekenmethode partijen voor ogen hebben gehad. [verzoeker] heeft zijn berekening (in zijn productie 40) in beginsel voldoende onderbouwd. In die berekening is hij uitgegaan van een percentage van de gebudgetteerde omzetgroei en heeft hij ook onderkend dat de EBITDA 2020 lager was dan die in 2019. Normec NCK heeft deze berekening enkel met de door haar overgelegde productie 34 (een omzet overzicht) en de niet onderbouwde stelling dat het om een ‘knock out’ bonus ging onvoldoende gemotiveerd weersproken. Uit de mail van 5 december 2019 blijkt helemaal niet dat het om een ‘knock out’ bonus ging. Dit leidt ertoe dat bij de berekening van de transitievergoeding de door [verzoeker] berekende bonus van
“Als de rechter een extra vergoeding toekent, kan bij het vaststellen van de vergoeding bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de mate waarin aan de omstandigheden uit de ontslagronden c tot en met h is voldaan. Wanneer de rechter van oordeel is dat een of meer van de ontslaggronden, waarop de cumulatie van omstandigheden is gebaseerd, bijna voldragen is, dan zou dit een aanleiding kunnen zij een lage extra vergoeding toe te kennen. Als sprake is van een cumulatie van ontslaggronden die ieder voor zich in veel mindere mate voldragen zijn, kan de rechter niet als aanleiding zien om een hogere vergoeding toe te kennen. Dit moet zich in de jurisprudentie verder uitkristalliseren.”
Kamerstukken II2018/19, 35074, 9 p. 57-58)