2.4.Partijen zijn vervolgens over en weer een bodemprocedure gestart bij deze rechtbank (zaak-/rolnummers C/05/277465 / HA ZA 15-69 en C/05/285795 / HA ZA 15-382). Deze twee zaken zijn voor het eerst gevoegd behandeld tijdens een comparitie van partijen op 2 december 2015. In het van deze comparitie van partijen opgemaakte proces-verbaal is het volgende vastgelegd:
‘(…)
Partijen verklaren het volgende overeen te komen naar aanleiding van de door de rechter
vóór de schorsing gemaakte onderverdeling in vier onderwerpen, te weten de
winstverdeling, het opmaken van jaarstukken, de verdeling van de discussieklanten en de
benoeming van een vereffenaar voor [naam BV] .
De eerste twee onderwerpen worden aan de rechtbank overgelaten.
Voor de benoeming van een vereffenaar zal notariskantoor [naam notaris]
worden benaderd met de vraag voor 1 april 2016 tot vereffening van [naam BV] te
komen. Dit notariskantoor zal tevens de verdeling van de discussieklanten van [naam BV] op
zich nemen. Mochten zich hierbij vragen voordoen, dan zullen partijen in eerste plaats
trachten deze zelf te beantwoorden, maar als dat niet lukt door middel van een provisionele
vordering het oordeel van de rechtbank uitlokken waarmee de notaris dan verder kan
werken.
De verdeling van de discussieklanten van [naam VOF] , [naam klant van VOF] en [naam klant van VOF] , wordt aan de rechtbank
voorgelegd met de vragen of zij kunnen worden toegedeeld en zo ja, aan wie.
Partij [eiser] zal door vestiging van een hypotheek zekerheid stellen in verband met de overname van een aantal discussieklanten van [naam BV] . De hypotheek zal worden
gevestigd op een onroerende zaak in [plaatsnaam] , tot zekerheid ter grootte van € 77.500. De
hypotheek kan niet eerder worden uitgewonnen dan een maand na de datum van een
onherroepelijk vonnis dat inhoudt dat [eiser] [gedaagde] moet betalen ter zake van deze
discussieklanten. Mocht geen hypotheek gevestigd kunnen worden dan zal naar genoegen
van beide partijen een andere zekerheid geboden worden. De zekerheid zal worden gesteld
vóór 1 februari 2016.
Partijen zullen tijdens de loop van deze procedure ter zake van de in deze procedure over en
weer voorliggende vorderingen geen beslagen leggen.
(…)’