3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
( i) Rollecate houdt zich bezig met het ontwerpen, de productie en de montage van gevels. In 2012 heeft Rollecate van Ballast Nedam opdracht gekregen voor, kort gezegd, de levering en plaatsing van gevels voor het project Hilton Hotel te Schiphol. De benodigde composiet gevelelementen heeft Rollecate voor een bedrag van ruim € 3 miljoen gekocht bij Polux B.V. (hierna: Polux).
(ii) Omdat Polux de productie van die gevelelementen niet kon of wilde voorfinancieren, is tussen Rollecate en Polux afgesproken dat Rollecate vooruitbetalingen zou doen en dat Polux tot zekerheid bankgaranties zou verstrekken. Polux heeft zich daartoe gewend tot (een rechtsvoorganger van) Rabobank.
(iii) Op 22 januari 2013 heeft Rabobank een eerste bankgarantie verstrekt (hierna: de eerste bankgarantie). De eerste bankgarantie vermeldt als opschortende voorwaarde:
“Deze bankgarantie is gesteld onder de opschortende voorwaarde dat een bedrag van € 56.700,00 (…) door of namens de crediteur [Hoge Raad: Rollecate] is gestort bij de bank (…)”
Rollecate heeft het in de eerste bankgarantie genoemde bedrag van € 56.700,-- aan Polux voldaan.
(iv) Op 25 februari 2013 heeft Rabobank een tweede bankgarantie verstrekt (hierna: de tweede bankgarantie). Deze vermeldt, voor zover hier relevant:
“Vereisten voor een beroep op de bankgarantie
De bank verbindt zich op eerste schriftelijke verzoek van de crediteur [Hoge Raad: Rollecate], welk verzoek dient te bevatten:
a de schriftelijke mededeling dat de debiteur met de nakoming van zijn hiervoor bedoelde verplichtingen in verzuim is, en
b de schriftelijke opgave van het bedrag dat door de crediteur op grond van deze bankgarantie van de bank wordt gevorderd,
aan de crediteur het gevorderde bedrag te voldoen tot maximaal het hiervoor genoemde bedrag [Hoge Raad:
€ 137.000,--].
Verhoging van het bedrag van de bankgarantie en opschortende voorwaarde
Deze bankgarantie is gesteld onder de opschortende voorwaarde dat de crediteur [Hoge Raad: Rollecate] de termijnbetalingen waarvoor de bankgarantie is afgegeven heeft betaald aan de debiteur [Hoge Raad: Polux]. Het bedrag van deze bankgarantie wordt vanaf nihil verhoogd conform onderstaand schema:
met een bedrag van € 24.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 26 februari 2013 is gestort bij de bank (…).
met een bedrag van € 29.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 7 maart 2013 is gestort bij de bank (…).
met een bedrag van € 14.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 18 maart 2013 is gestort bij de bank (…).
met een bedrag van € 14.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 4 april 2013 is gestort bij de bank (…).
met een bedrag van € 14.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 18 april 2013 is gestort bij de bank (…).
met een bedrag van € 14.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 1 mei 2013 is gestort bij de bank (…).
met een bedrag van € 14.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 15 mei 2013 is gestort bij de bank (…).
met een bedrag van € 14.000,00 (…) zodra dit bedrag door of namens de crediteur uiterlijk op 29 mei 2013 is gestort bij de bank (…)
De debiteur informeert de bank wanneer een termijnbetaling is ontvangen.”
( v) Rollecate heeft vervolgens de volgende betalingen aan Polux gedaan:
€ 24.000,-- op 28 februari 2013, € 29.000,-- op 28 februari 2013, € 14.000,-- op 26 maart 2013, € 14.000,-- op 9 april 2013, € 14.000,-- op 23 april 2013, € 14.000,-- op 7 mei 2013, € 14.000,-- op 22 mei 2013 en € 14.000,-- op 4 juni 2013.
(vi) Bij brief van 27 februari 2014 heeft Rollecate Rabobank verzocht over te gaan tot uitbetaling van € 193.700,--, dat wil zeggen het totaalbedrag van de twee bankgaranties.
(vii) Op 4 maart 2014 is Polux gefailleerd.
(viii) Bij brief van 26 maart 2014 heeft Rabobank het beroep op de eerste bankgarantie gehonoreerd. Wat betreft de tweede bankgarantie heeft Rabobank het beroep gehonoreerd voor een bedrag van € 29.000,--. Voor het overige heeft Rabobank, onder verwijzing naar de opschortende voorwaarde van de tweede bankgarantie, uitbetaling geweigerd op de grond dat de in die voorwaarde vermelde termijnbetalingen door Rollecate te laat zijn gedaan.
3.2.1In dit geding vordert Rollecate veroordeling van Rabobank tot betaling van primair een bedrag van € 108.000,-- en subsidiair een bedrag van € 70.000,--.
Rollecate heeft aan haar primaire vordering – voor zover in cassatie van belang – ten grondslag gelegd dat uitleg van de tweede bankgarantie meebrengt dat de daarin opgenomen betalingsdata niet zijn te beschouwen als fatale termijnen. Aan haar subsidiaire vordering heeft Rollecate ten grondslag gelegd dat althans aanspraak bestaat op toewijzing van de betalingen die zijn gedaan op 26 maart 2013, 9 april 2013, 23 april 2013, 7 mei 2013 en 22 mei 2013 (5 x € 14.000,-- = € 70.000,--) omdat in ieder geval die vijf betalingen als tijdig dienen te worden aangemerkt voor de termijnen die zijn vervallen op respectievelijk 4 april, 18 april, 1 mei, 15 mei en 29 mei 2013.
3.2.2De rechtbank heeft zowel de primaire als de subsidiaire vordering afgewezen.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en Rabobank veroordeeld om aan Rollecate een bedrag van € 84.000,-- te betalen. Het hof heeft, voor zover in cassatie van belang, als volgt overwogen:
“3.3 (…). De in geding zijnde tweede bankgarantie betreft een zogenaamde abstracte bankgarantie. Gelet op de aard van een abstracte bankgarantie (betaling op afroep onafhankelijk van de onderliggende rechtsverhouding) en de functie die dergelijke garanties in het handelsverkeer vervullen, alsmede gelet op de positie van de garanderende bank is een strikte toepassing van de in de garantie gestelde voorwaarden geboden. Bij de uitleg van een dergelijke bankgarantie komt, zoals ook de rechtbank heeft overwogen, groot gewicht toe aan de (strikt te lezen) bewoordingen van de garantie.
Rollecate kan niet worden gevolgd in haar betoog dat de tekst van de tweede bankgarantie niet duidelijk is en dat de in de tweede bankgarantie vermelde betalingstermijnen niet als fatale termijnen kunnen worden aangemerkt. In de tweede bankgarantie is immers duidelijk vermeld dat een bepaald bedrag steeds op uiterlijk op een bepaalde dag bij Rabobank moet zijn gestort. Behoudens het bedrag van € 29.000,- dat door Rollecate op 28 februari 2013 en dus tijdig voor 7 maart 2013 is betaald, zijn de door Rollecate gedane betalingen steeds te laat gedaan. Rabobank kan, nu de tekst duidelijk is, voorts niet worden verweten in strijd met haar zorgplicht te hebben gehandeld door Rollecate niet te waarschuwen dat de betalingstermijnen fataal waren en dat Rollecate, behoudens de hiervoor vermelde betaling, steeds te laat betaalde. De rechtbank heeft op juiste gronden het primair door Rollecate gevorderde bedrag afgewezen.