Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1. MR. C.G. KLOMP in hoedanigheid van curator in het faillissement van Van Eck Beesd B.V.,
2. MR. C.G. KLOMP in hoedanigheid van curator in het faillissement van Van Eck Lexmond B.V.,
1.De procedure
- het incidenteel vonnis van 22 juli 2020 en de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 14 oktober 2020;
- de akte nadere producties van Vande Wieck met producties, welke akte is geweigerd, maar waarvan de producties zijn toegestaan;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 september 2021.
2.De beoordeling
Wat is de kern van de zaak?
, Schuldenaar IV, Schuldenaar V, Schuldenaar VI(Lexmond, toevoeging rechtbank)
en Schuldenaar VII verklaren ieder aansprakelijk te zijn voor alle (betalings-) verplichtingen met betrekking tot de Geldlening[de lening die door de investeerder is verstrekt, toevoeging rechtbank]
alsmede verklaren ieder de Geldlening in zijn geheel aan Van Ommen Beheer[investeerder, toevoeging rechtbank]
verschuldigd te zijn, met dien verstande dat betaling door de één bevrijdend werkt voor de ander.”
te vorderen heeft en zal hebben, verleent Schuldenaar een pandrecht op voorraden, inventaris en vorderingen. De voorwaarden en condities waaronder vorenbedoeld pandrecht worden verleend, zijn vastgelegd in de als Bijlage V bij deze overeenkomst opgenomen pandakte.”
uit hoofde van een geldlening een vordering heeft op Pandgever(hier onder andere Oud Holding, Beesd en Lexmond, toevoeging rechtbank)
van € 1.364.353,00.”
Pandgever IV, Pandgever V, Pandgever VI[hier Lexmond, toevoeging rechtbank]
, Pandgever VII hiernaieder voor zich en gezamenlijk[onderstreping, rechtbank]
tevens te noemen “Pandgever”.
in de met Pandgever[hier onder andere Oud Holding, Beesd en Lexmond]
de dato 4 juli 2017 ondertekende investeringsovereenkomsten zijn overeengekomen met Pandgever om tot meerdere zekerheid voor de terugbetaling van al hetgeen zij aan Pandhouder schuldig is c.q. schuldig zal worden ten behoeve van Pandhouder een stil pandrecht zal vestigen op (…)”
- een in 2004 verstrekte lening van € 4.200.000,00;
- een in 2014 verstrekte lening van € 750.000,00; en
- een rekening-courant vordering van € 662.651,00.
bovenliggende vennootschappen” én een e-mail van de curator van 15 maart 2019. In die e-mail staat, voor zover hier van belang:
voldaan en van het restant komt 25% toe aan de boedel en het restant aan [voornaam] .”
Er vanuit gaande dat de boedel het pandrecht van cliënte(Vande Wieck, toevoeging rechtbank)
erkent, betekent dit immers dat de waarde tot de datum faillissement de pandhouder toekomt. Vanaf de datum faillissement geldt dat er derhalve afspraken gemaakt moeten worden.”
bovenliggende vennootschappen, die de voortzetting hebben gefinancierd” doet hier niet aan af. Uit het faillissementsverslag blijkt namelijk niet welke afspraken zijn gemaakt.
€ 7.998,00 +(2 punten x € 3.999,00)