Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 juli 2021
- producties A en B van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie]
- producties 17 tot en met 22 van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 14 oktober 2021.
2.De feiten
Uitgeschreven uit het handelsregister per 04-12-2013. Op 04-12-2013 is geregistreerd dat de onderneming met ingang van 01-01-2013 is voortgezet door V.O.F. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , ingeschreven onder KvK-nummer [nummer] .”.
2. ALGEMEEN
3.Het geschil
in conventie
- Derby kamelenrace, waard circa € 120.000,00
- Smash the bottle, waard circa € 5.000,00
- Wipe-out, ledspot wipe-out, Willems wipe-out,
- Gereedschap, waard circa € 5.000,00
- Apple notebook, waard circa € 500,00
- Ledverlichting, waard circa € 1.500,00
- Led tv (groot scherm), waard circa € 9.000,00
- Voorraad handel (pluche e.d.), waard circa € 500,00
- Kasgeld groot volgens jaarrekening 2019 € 25.205,00
- Belastingrestituties, waaronder BTW-teruggave
€ 57.928,00
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
NJ1947/71 (
Rouma/Levelt) overwoog de Hoge Raad dat met de inbreng, als grond voor de vorming van het gemeenschappelijk vermogen uit de vermogensbijdragen van de vennoten, niet wordt bedoeld een vermogensverschuiving teweeg te brengen door een deel van het vermogen van de ene vennoot op de andere vennoot te doen overgaan door tussen hen een gemeenschap te doen ontstaan. Tenzij anders overeengekomen, behoudt een vennoot die eigen geld of goederen afstaat in de mede-eigendom der vennoten, het recht op de vermogenswaarde van het ingebrachte, zodat hij in geval van vereffening een vorderingsrecht heeft tot terugbetaling van het bedrag daarvan, voor zover dit niet door zijn aandeel in het verlies van de vennootschap mocht zijn opgeteerd. Dit vorderingsrecht ziet men terug op de kapitaalrekening van de betreffende vennoot, waarop het bedrag ter waarde van het ingebrachte goed ten tijde van de inbreng wordt gecrediteerd. De waarde van het goed wordt ook als activum op de vennootschapsbalans opgenomen. Waardeveranderingen van het ingebrachte goed komen als winst of verlies van de vennootschap tot uitdrukking. De stelling van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] dat zij aanspraak kan maken op 40% van het vermogen van de vof is derhalve onjuist. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft immers bij verdeling recht op terugbetaling van het door hem ingebrachte, ook al zijn de ingebrachte goederen tot het vof-vermogen gaan behoren. De vordering van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] onder 3.1.2. zal worden afgewezen. Ook de vordering onder 3.1.3. van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] moet worden afgewezen, nu daaraan ook het standpunt ten grondslag ligt dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] recht heeft op 40% van het vermogen van de vof. Dát de onder 3.1.3. bedoelde Derby onderdeel uitmaakt van het vof-vermogen wordt overigens betwist door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Die discussie is echter niet relevant voor de beoordeling van de vordering in conventie onder 3.1.3.
4.9. Verder merkt de rechtbank nog op dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] kennelijk meent dat het enkele feit dat bepaalde zaken zijn aangeschaft middels de vof-rekening die op naam van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] stond, maakt dat zij voor 40% heeft geparticipeerd. Dat is echter een onjuiste veronderstelling. De aanspraken van de vennoten blijken uit hun kapitaalrekeningen. Als een vennoot in privé een auto koopt via de bankrekening die is opgenomen in de boekhouding van de vof, dan wordt dat afgeboekt op zijn of haar kapitaalrekening. Het is dus mogelijk dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in privé aankopen heeft gedaan van wat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] ‘vof-geld’ noemt. Dat dient dan verwerkt te zijn op zijn kapitaalrekening. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] heeft echter niet gemotiveerd aangevoerd dat dit niet juist verwerkt is terwijl zij als vennoot wel over de informatie beschikt om dat te controleren, of deze kan opvragen.
Daar de Mercedes, Woonwagen en Harley Davidson als prive bezitting zijn behandeld (keuze vermogen) is de verdeling 50 / 50(…)” niet plaatsen (productie 22 van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ). Als de Mercedes tot het privévermogen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] behoort, dient [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] de Mercedes terug te geven en ook de met de Mercedes samenhangende kosten die [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft betaald te vergoeden. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] specificeert echter niet welke kosten hij heeft betaald. Dit had op zijn weg gelegen. Alvorens op deze vordering te beslissen, zal de rechtbank [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de gelegenheid stellen om een en ander nader toe te lichten. Daartoe zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen.
Er zijn via de kas opnames gedaan. Huishoudelijke opnames. Dat is alles wat zij hoefde te betalen. Zij leefde van het geld dat zij contant kreeg. € 1.250,00 als ze thuis waren en € 1.500,00 op reis, dat moest ik boeken uit de kas als opnames”. De stelling van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] dat zij daarvan alleen gezamenlijke huishoudelijke kosten zoals de boodschappen betaalde, heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet betwist. Hetzelfde geldt voor de stelling van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] dat zij haar privéuitgaven zelf betaalde via een eigen bankrekening en via haar vader. De rechtbank komt tot het oordeel dat [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] daarmee voldoende heeft aangetoond dat ten onrechte privéopnames van haar kapitaalrekening zijn geboekt.
NJ1968/267 (
Otten)). Dat laatste is niet gesteld of gebleken. Dat betekent dat moet worden bepaald welke goederen door welke vennoot zijn ingebracht. Het is ook mogelijk dat goederen door de vennoten gezamenlijk zijn ingebracht, namelijk in het geval dat beide vennoten (financieel) hebben bijgedragen aan de verkrijging van het goed. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] voert in dat verband aan dat (in ieder geval) de churro-machine en de smash-the-bottle voor de vof zijn aangeschaft met geld van de vof. De stelling van [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] is dat dit niet goed is verwerkt op de kapitaalrekeningen. De stellingen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op dit punt zijn enerzijds, bij randnummer 14 van de conclusie van antwoord, dat deze goederen behoren tot zijn privévermogen omdat die met aan hem toebehorende gelden zijn gekocht, anderzijds verklaart de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op de mondelinge behandeling: “
Het enige eigendom van de vof is het churro-apparaat en smash the bottle” en “
Er is een verschil tussen wat er al was/wat is ingebracht, en wat er is ontstaan. Als er vof-vermogen is dan staat dat in de stukken. Het is weinig en alleen dat wat van tijdens de vof is”. Het standpunt van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is dus niet eenduidig. Dat de goederen met privégelden van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zijn aangeschaft, volgt bovendien niet uit de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] overgelegde stukken. Het enkele feit dat de naam van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op de factuur staat is daarvoor onvoldoende. Ook is niet in geschil dat de bankrekening van de vof op naam van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] stond en die bankrekening in de administratie van de vof is verwerkt als een bezit of een schuld van de vof. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de goederen die tijdens het bestaan van de vof zijn aangeschaft voor de vof, niet door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zijn ingebracht. Dit is anders als de aanschafprijs eerst van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] kapitaalrekening is geboekt. Dat zou namelijk betekenen dat de goederen zijn aangeschaft met privégelden van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft veel administratie overgelegd, maar het is voor de rechtbank niet duidelijk tot welke boekhoudkundige consequenties dat in het standpunt van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft te leiden. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dient inzichtelijker te maken welke goederen hij tijdens het bestaan van de vennootschap in privé heeft gekocht, welke hij heeft ingebracht en hoe een en ander is verwerkt op zijn kapitaalrekening. Daartoe zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen. [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] zal hier bij antwoordakte op mogen reageren. Voor zover er na de aktewisseling onduidelijkheid resteert, gaat de rechtbank ervan uit dat het vof-vermogen dat is ontstaan tijdens het bestaan van de vof in gemeenschap is verworven, dat wil zeggen door partijen gezamenlijk ingebracht. Partijen zijn in dat geval beide gerechtigd geworden tot een gedeelte van de waarde, voor hetzelfde percentage als zij het hebben ingebracht. In beginsel zal dat voor gelijke delen zijn (ieder 50%) aangezien de verdeling 40% [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] 60% [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] blijkens de stellingen alleen op de winstverdeling ziet. De deskundige dient hier rekening mee te houden bij het verdelingsvoorstel.
going concernwaarde, maar partijen kunnen ook anders hebben afgesproken, bijvoorbeeld afrekening op basis van de laatst vastgestelde balans. Aangezien partijen niet hebben gesteld dat zij anders zijn overeengekomen, dient te worden afgerekend op basis van de
going concernwaarde. De peildatum voor de waardebepaling is in beginsel de dag van verdeling (Hoge Raad 23 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB6176). Echter, in dit geval neemt de rechtbank 1 januari 2020 als waarde-peildatum, omdat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij het eindigen van de relatie de onderneming heeft voortgezet en de rechtbank dit ook als voorwaarde aan de ontbinding zal verbinden. De voortzetting door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft verdelingseffect (vgl. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 19 maart 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ5081).
5.De beslissing
5 januari 2022van voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,
5 januari 2022voor het nemen van een akte door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] over hetgeen is vermeld in 4.25, waarna [eiseres in conventie/verweerster in reconventie] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,