Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[onder bewindgestelde] ,
[gedaagde 2] ,
[gedaagde 3] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 juni 2021,
- het herstelexploot van 30 juni 2021,
- het tegen Van [gedaagden] verleende verstek.
2.De feiten
3.De vordering
- primair voor recht verklaart dat het bindend advies van de Geschillencommissie van 30 april 2021 nietig is, althans subsidiair dat bindend advies vernietigt,
- voor recht verklaart dat de door de indicerend wijkverpleegkundige geïndiceerde uren (voor 70 minuten voor de functie persoonlijke verzorging (voorkomen van verslikken en hierop anticiperen) en 70 minuten voor de functie verpleging (het aanreiken van mediatie en toezien op inname van de medicatie)) ondoelmatig zijn,
4.De beoordeling
- De Geschillencommissie heeft niet beslist op het door Zilveren Kruis gevoerde verweer dat zorg die ziet op het voorkomen van verslikken door het netwerk kan worden verricht.
- Zilveren Kruis heeft een rekenfout van de indicerend wijkverpleegkundige gecorrigeerd. Aan de correctie van die rekenfout is de Geschillencommissie in het geheel voorbij gegaan zonder deze beslissing te motiveren.
- Door te oordelen dat Zilveren Kruis de indicatie van de wijkverpleegkundige altijd moet volgen als er geen overeenstemming met die wijkverpleegkundige is bereikt, heeft de Geschillencommissie Zilveren Kruis de bevoegdheid ontnomen om de geïndiceerde zorg te toetsen op doelmatigheid en kan zij niet aan haar wettelijke plicht voldoen om alleen doelmatige zorg te vergoeden. De te beperkte motivering van de Geschillencommissie dat artikel 4.9 van het reglement geen vrijbrief oplevert, kan volgens Zilveren Kruis niet de conclusie dragen dat zij altijd overeenstemming met de wijkverpleegkundige moet bereiken alvorens zij het aantal geïndiceerde uren naar beneden mag bijstellen. Nu dit een wezenlijk onderdeel is van de beslissing had de Geschillencommissie haar oordeel op dat punt nader moeten motiveren.