ECLI:NL:HR:2009:BK3585

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02849
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een arrest inzake bindend advies en herbehandeling van een geschil

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [Eiseres] en Limburgs Advies Centrum B.V. (voorheen Sagittarius Beleggingen B.V.). De zaak betreft een vordering van [Eiseres] tot betaling van een schadevergoeding van € 35.000,--, zoals toegewezen in een bindend advies van de Commissie van Beroep van het Dutch Securities Institute (DSI). De Commissie had na heropening van het onderzoek geoordeeld dat Sagittarius tekortgeschoten was in haar verplichtingen door het vermogen van [Eiseres] risicovol te beleggen, terwijl een defensieve beleggingsstrategie was afgesproken. De rechtbank had de vordering van [Eiseres] toegewezen, maar het gerechtshof te Amsterdam vernietigde dit vonnis en wees de vordering af, met de overweging dat de behandeling van het geschil door de Commissie gebrekkig was geweest.

De Hoge Raad oordeelde dat alleen ernstige gebreken kunnen leiden tot de conclusie dat het onaanvaardbaar is om de wederpartij aan een bindend advies te houden. De Hoge Raad concludeerde dat de procedurefout van de Commissie van Beroep, die geen rekening had gehouden met relevante stukken, niet had moeten leiden tot een nieuwe behandeling van het geschil. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd Sagittarius veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [Eiseres] waren begroot op € 1.216,62 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.

Uitspraak

22 december 2009
Eerste Kamer
08/02849
EE/SV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
LIMBURGS ADVIES CENTRUM B.V. (voorheen geheten: Sagittarius Beleggingen B.V.),
gevestigd te Maastricht,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Sagittarius.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiseres] heeft bij exploot van 20 juni 2005 Sagittarius gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, onder meer het bindend advies van de Commissie van Beroep van het Dutch Securities Institute (hierna ook : DSI) van 24 februari 2005 te bekrachtigen en Sagittarius te veroordelen tot nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van dit advies, door aan [eiseres] te betalen de in het bindend advies vastgestelde schadevergoeding van € 35.000,--, vermeerderd met rente en kosten.
Sagittarius heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 29 maart 2006 Sagittarius veroordeeld aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 35.000,--, met rente en kosten. Het meer of anders gevorderde heeft de rechtbank afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft Sagittarius hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Na een tussenarrest van 12 april 2007 heeft het hof bij eindarrest van 27 maart 2008 het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van [eiseres] alsnog afgewezen.
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Sagittarius is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat en mr. L. Kelkensberg, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot vernietiging van het bestreden arrest.
3. Beoordeling van het middel
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [Eiseres] heeft op 15 januari 2002 een vermogensbeheerovereenkomst gesloten met Sagittarius.
Zij heeft toen een bedrag van € 136.134,06 aan te beheren vermogen ingelegd.
(ii) Sagittarius is een vermogensbeheerder en was destijds als deelnemer aangesloten bij het Dutch Securities Institute (hierna: DSI). DSI voorziet in een regeling voor geschillen tussen een DSI-deelnemer en het beleggend publiek.
(iii) Op 10 september 2002 heeft [eiseres] de vermogensbeheerovereenkomst opgezegd.
Het door Sagittarius belegde vermogen was op dat moment circa € 40.000,-- in waarde gedaald.
(iv) Op 12 november 2002 heeft [eiseres] een klacht ingediend bij de Klachtencommissie van DSI tegen Sagittarius en tegen BinckBank N.V., waar de effectenportefeuille van [eiseres] was ondergebracht. [eiseres] maakte aanspraak op vergoeding van het door haar geleden verlies.
(v) De Klachtencommissie heeft bij bindend advies van 18 november 2003 de klacht van [eiseres] ongegrond bevonden.
(vi) [Eiseres] is tegen de beslissing van de Klachtencommissie in hoger beroep gegaan bij de Commissie van Beroep van DSI. Bij bindend advies van 31 augustus 2004 heeft de Commissie van Beroep de beslissing van de Klachtencommissie bevestigd.
(vii) Naar aanleiding van brieven van [eiseres] van 15 september 2004 onderscheidenlijk van haar raadsman van 1 oktober 2004, kort gezegd inhoudende dat de uitspraak van 31 augustus 2004 kennelijk was gewezen zonder dat rekening was gehouden met stukken die [eiseres] op 16 augustus 2004 tijdig had doen bezorgen, heeft de voorzitter van de Commissie van Beroep op 20 oktober 2004 het onderzoek heropend.
(viii) Op 24 februari 2005 heeft de Commissie van Beroep uitspraak gedaan. Zij heeft geoordeeld dat Sagittarius is tekortgeschoten door het vermogen van [eiseres] risicovol te beleggen terwijl een defensieve beleggingsstrategie was afgesproken. De door Sagittarius te vergoeden schade werd bepaald op € 35.000,--.
3.2 [Eiseres] heeft de hiervoor in 1 vermelde vordering ingesteld, kort gezegd strekkende tot veroordeling van Sagittarius om het bedrag van € 35.000,-- te betalen. De rechtbank heeft de vordering toegewezen. Het hof heeft het vonnis vernietigd en de vordering alsnog afgewezen. Het hof was van oordeel dat het, gelet op de wijze waarop het bindend advies van 24 februari 2005 is tot stand gekomen, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Sagittarius aan dat advies wordt gehouden. Hetgeen het hof daartoe heeft overwogen kan als volgt worden samengevat.
Het nemen van de eerste beslissing door de Commissie van Beroep zonder daarbij acht te slaan op de door [eiseres] op 16 augustus 2004 tijdig aangereikte stukken, is een ernstige procedurefout. Die fout kan echter slechts aanleiding geven tot vernietiging van de eerste beslissing, indien door die fout nadeel is toegebracht aan de in het ongelijk gestelde partij. Dit laatste is niet het geval nu, naar de rechtbank - in hoger beroep niet bestreden - heeft overwogen, de stukken van 16 augustus 2004 geen betrekking hadden op de klacht tegen Sagittarius, maar slechts op de klacht tegen BinckBank. De procedurefout had de Commissie van Beroep dan ook geen aanleiding moeten geven tot een volledig nieuwe behandeling en had niet moeten leiden tot een tweede beslissing in beroep. (rov. 2.5.2-2.5.6)
3.3 Bij de beoordeling van het hiertegen gerichte middel dient tot uitgangspunt dat alleen ernstige gebreken kunnen meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de wederpartij te houden aan de door een bindend adviseur in opdracht van partijen gegeven beslissing over een geschil (vgl. HR 12 september 1997, nr. 16380, LJN ZC2427, NJ 1998, 382). Volgens het hof, zoals zijn oordeel moet worden verstaan, schuilen deze ernstige gebreken erin dat de Commissie van Beroep, optredend als bindend adviseur, de door [eiseres] alsnog in het geding gebrachte stukken ten onrechte heeft aangegrepen om het geschil van partijen opnieuw te behandelen.
3.4 De hiertegen gerichte klachten van het middel treffen doel. In het licht van het essentiële beginsel van hoor en wederhoor kon de Commissie van Beroep zeer wel tot het oordeel komen dat de behandeling van het geschil die is uitgemond in het bindend advies van 31 augustus 2004, zodanig gebrekkig is geweest dat het geschil in zijn geheel opnieuw diende te worden behandeld en beslist. Het andersluidende oordeel van het hof is op een onjuiste rechtsopvatting gebaseerd.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 27 maart 2008;
verwijst het geding naar het gerechtshof te ’s-Gravenhage ter verdere behandeling en beslissing;
veroordeelt Sagittarius in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] begroot op € 1.216,62 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.H. Koster op 22 december 2009.