Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 februari 2020
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van 18 augustus 2020
- de akte overlegging productie van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van 24 augustus 220
- de akte overlegging productie van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van 1 september 2020
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 2 september 2020
- de akte overlegging nadere stukken van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van 23 november 2020
- de akte uitlating van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] van 20 januari 2021
- de akte van uitlating van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van 22 februari 2021.
2.De feiten
In onderstaand overzicht zijn de geconstateerde gebreken door de bouwkundige vastgesteld en eventuele opmerkingen geplaatst.(…)
1 slaapkamer (voor) vloer (in hoek links naast binnendeur) cementdekvloer aanhelen; als protestpunt opgenomen door bouwer. 2 slaapkamer (voor) binnenkozijn deur; vrije maat onder de deur onvoldoende; als protestpunt opgenomen door bouwer. 3; oplevering gestaakt. (…)
Na amper gestart te zijn in de slaapkamer aan de voorzijde op de 2e verdieping ontstond er een zeer felle woordenwisseling (deels in buitenlandse taal) tussen aannemer en opdrachtgever. Aannemer is toen kwaad weggelopen. Aannemer gaf beneden aan dat bijna alles gratis gedaan was, waarna de ruzie tussen de partijen doorging. De keuring is dan ook gelijk gestaakt.”.
Geachte heer [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ,
opleveren en het resterende bedrag van u ontvangen. Maar helaas op maandag 29 juli u hebt het ons vertelde dat u het resterende bedrag kan niet te betalen.
Cliënt is gebleken dat u (i) bepaalde werkzaamheden zoals zijn vermeld op de factuur niet hebt uitgevoerd, maar wel in rekening gebracht en (ii) bepaalde werkzaamheden niet deugdelijk hebt uitgevoerd(…).
.
Hierbij stuur ik u twee openstaande facturen. Deze keer is laatste aanmaning. wij verzoeken u het openstaande bedrag binnen 5 werkdagen ten name van [naam bedrijf gedaagde][Rechtbank: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ]
over te maken op rekening(…)”
We verzoeken u het restaantebedrag van 7.145,10,-Euro (…)
over te maken op rekening(…)”.
Extra werkzaamheden [adres] in [plaats]”.
Definitieve factuur”.
Cliënt, [naam bedrijf gedaagde] , is van mening dat de heer [eiser in conventie/verweerder in reconventie] hem nog immer EUR 22.696,60 verschuldigd is uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst tot aanneming van werk. Daartoe heeft cliënt de heer [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ook een aanmaning verstuurd de betalingstermijn waarvan inmiddels ruimschoots is overschreden, zonder dat er enige betaling heeft plaatsgevonden.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
Bestaande trappen voldoen niet aan bouwbesluit. Vrije breedte trapgat en trap is te smal en de laatste optrede is 290 mm.”. Ook is de trap op een luik naar de kruipruimte geplaatst. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft deze bevindingen van Sijmens op zichzelf niet gemotiveerd weersproken. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert alleen aan dat dit geen bouwtechnisch keuringsrapport is van een deskundige, maar een kostenopgave. Daarom gaat de rechtbank ervan uit dat de trap niet voldoet aan het Bouwbesluit.
Opgemerkt is dat de aansluiting niet professioneel is aangesloten.” [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft onweersproken gesteld dat de schoorsteenaansluiting onder de offerte viel, zodat daarvan kan worden uitgegaan. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot het oordeel dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de schoorsteenaansluiting niet professioneel heeft aangebracht.
De vloer is deels geëgaliseerd. Geadviseerd wordt de vloer na te zien en waar nodig te egaliseren.” Het Keuringshuis heeft de egalisatie van de vloer als ‘redelijk’ bestempeld. Een gebrek blijkt niet uit het voorgaande. Daarmee komt de rechtbank niet toe aan de vraag of het egaliseren van de vloer wel onderdeel van de opdracht was, hetgeen [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] betwist.
letterlijk de leidingen in vloer gelegd en daarover beton gestort”, aldus [eiser in conventie/verweerder in reconventie] . Een deel van de leidingen is niet aangesloten. Volgens [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] hem voor het voldongen feit geplaatst dat hij vloerverwarming had gelegd in plaats van het voorbereiden van het leidingwerk voor het aansluiten van de radiatoren. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] stelt zich verder op het standpunt dat de vloerverwarming dermate amateuristisch is aangelegd dat de vloerverwarming alleen voor de gehele woning tegelijk kan worden aangezet en niet per verdieping, zodat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aanzienlijke kosten maakt voor gas en elektra.
Er kan niet worden uitgesloten of het leidingwerk goed en lekkage vrij is aangesloten. Geadviseerd wordt om een erkende loodgieter aan te stellen om de gehele installatie te laten nazien opeventuelegebreken.Indien er gebreken zijndeze tevens te herstellen.” (onderstreping door de rechtbank).
e. elektra: gebrekkig (zie 4.13);
Immers, de afspraak die tussen partijen gold en nog steeds geldt, was dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] alle facturen van [naam bedrijf gedaagde] zou voldoen, alvorens [naam bedrijf gedaagde] de woning sleutelklaar zou opleveren. Echter [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft [naam bedrijf gedaagde] op een gegeven moment bericht dat hij niet in staat is om het restantbedrag te voldoen, waarna [naam bedrijf gedaagde] zijn werkzaamheden heeft gestaakt(…)
[naam bedrijf gedaagde] zal dan ook niet overgaan tot het afronden van de werkzaamheden(…)
zolang [eiser in conventie/verweerder in reconventie] aan zijn betalingsverplichting jegens [naam bedrijf gedaagde] niet heeft voldaan”. Het verweer van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zoals hiervoor weergegeven komt neer op een beroep op opschorting. De advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] schrijft immers dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de werkzaamheden op een gegeven moment heeft gestaakt in afwachting van betaling door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] .
Wij moeten hier stoppen van de werkzaamheden”. Op 5 augustus 2019 was de betaaltermijn van de onder 2.9. bedoelde facturen verstreken. Daarmee is sprake van een opeisbare vordering.
wij moeten hier stoppen van de werkzaamheden”). [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is ook niet in verzuim geraakt vanwege de overschrijding van een bouwtermijn van zes weken (4.20.) Het voorgaande brengt mee dat de brief van 9 augustus 2019 niet voldoende is om het verzuim aan de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te laten intreden. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] had [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de gelegenheid moeten stellen om voor de oplevering herstelwerkzaamheden uit te oefenen en het werk af te maken zodat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] alsnog deugdelijk kon nakomen. De in 4.21. vastgestelde ondeugdelijke nakoming was immers nog herstelbaar. Gelet op het voorgaande is er geen wanprestatie (artikel 6:74 lid 2). De rechtbank zal de vorderingen op dit punt dan ook afwijzen.
de nota voor het meerwerk” niet te voldoen. Daarnaast vordert [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] betaling van “
de nota voor het meerwerk te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop dat bedrag opeisbaar was”. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] specificeert niet op welke nota hij doelt met zijn vordering en noemt ook de datum niet vanaf welke hij wettelijke rente vordert. In het dossier zitten meerdere facturen. Bij de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een op 26 juli 2019 gedateerde factuur gevoegd waarop staat: “
betreft: meerwerk, extra werkzaamheden”. Dit is de factuur bedoeld onder r.o. 2.2. e. In de factuur bedoeld onder r.o. 2.2. d. is echter kennelijk ook een deel meerwerk opgenomen, aangezien de oorspronkelijke offerte € 37.310,00 bedroeg (zie ook 2.9.). De bij toewijzing van de vordering door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] te verrichten prestatie is daarom onvoldoende omschreven, hetgeen bij de tenuitvoerlegging voor problemen kan zorgen. Ook heeft de rechtbank in conventie geoordeeld dat partijen als gevolg van de ontbinding over een weer niets meer van elkaar te vorderen hebben, zodat deze vordering reeds daarom niet toewijsbaar is. De slotsom is dat de vorderingen in reconventie tot zover zullen worden afgewezen.