Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 augustus 2020,
- de akte houdende overlegging producties, met producties 8 en 9, van het Waterschap,
- de akte houdende overlegging producties, met producties 10, 11 en 12, van het Waterschap,
- de akte houdende overlegging producties, met producties 3 en 4, van [gedaagde c.q.] ,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 januari 2021 met de zittingsaantekeningen van de griffier en de spreekaantekeningen van het Waterschap.
2.De feiten
4.De beoordeling
5.De beslissing
getuigenen van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op alle werkdagen behalve op vrijdag in de maanden juni tot en met september 2021, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien één van beide partijen daarom op de onder 3.3 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [gedaagde c.q.] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,
alle schriftelijke (bewijs)stukkendie zij nog in het geding willen brengen uiterlijk twee weken voor het getuigenverhoor in fotokopie aan de andere partij en aan de rechtbank toegezonden moeten hebben,