Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 oktober 2020
- de akten van [Eiser] en Vivat
- de rolbeslissing van 6 januari 2021
- de antwoordakten van [Eiser] en Vivat.
2.De verdere beoordeling
vastgestelddat de huidige gezondheidsklachten van [Eiser] door het ongeval zijn veroorzaakt. Dit is in lijn met de onder r.o. 4.11. van het tussenvonnis van 28 oktober 2020 opgenomen overweging dat de nadere voorlichting door de deskundige moet zien op de vraag of de huidige gezondheidsklachten van [Eiser] – dus het tot op heden voortduren van deze klachten – gegeven het feit dat [Eiser] bij een indirecte kettingbotsing als bijrijder is blootgesteld aan een snelheidsverandering van ten hoogste 8,8 km/uur en een versnelling van maximaal 2,8 g op zichzelf door dat ongeval veroorzaakt kunnen worden. Gevraagd moet dus worden naar een concrete, reële mogelijkheid.