4.11.In de LFNP-functiebeschrijving van de Operationeel Specialist C staat de kern van de functie als volgt omschreven:
“Operationeel Specialismen draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door ondersteuning van de uitvoeringspraktijk met oplossingen, en door beleidsontwikkeling en beleidsconcretisering vanuit specialisatie, door operationele aansturing van én door deelname aan de uitvoeringspraktijk (domein Uitvoering).
De praktijkinzet (1) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door analyseren, adviseren, concretiseren, implementeren, monitoren/evalueren en borgen toepassing (beleid). Vanuit praktijkinzet komen producten en diensten tot stand uit analyse & combineren en het op basis daarvan trekken van conclusies, en nemen de vorm aan van informatie, adviezen, procedures, rapportages, protocollen, richtlijnen, (onderzoeks-)plannen, behandelplannen, jaarplannen, (psychologische) rapporten, (juridische) notities, oplossingen en oplossingsrichtingen waarop keuzes en prioriteiten in de uitvoeringspraktijk kunnen worden gebaseerd, etc., maar ook van (proces)begeleiding, coaching/training/uitleg/instructie.
De beleidsinzet (2) vanuit operationeel specialismen kenmerkt zich door monitoring op toepassing beleid, ontwikkeling van werkwijzen, methoden, technieken en instrumenten, van wet- en regelgeving alsmede van beleid, koers & strategie en de implementatie, evaluatie, bijstelling, duurzame beschikbaarheidstelling en borging daarvan.
Operationeel Specialismen geeft met name uitvoering aan de processen in de takken Besturen, Voorbereiden, Uitvoeren, Ondersteunen en Verbeteren RBP.
(1.) De Operationeel Specialist C draagt bij aan de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding) en van de openbare orde, en aan veiligheid en leefbaarheid in de samenleving, door − bij de aanpak van veiligheidsproblematiek en bij opsporingsonderzoeken c.q. onderzoeksclusters waarin de specialisatie leidend is − (maatwerk) plannen van aanpak op te stellen en de uitvoering van vastgestelde plannen van aanpak te coördineren en te organiseren en oplossingen en producten&diensten te leveren door het kiezen van specialistische methoden en technieken en het kiezen uit bekende benaderingswijzen waarbij slechts oplossingsrichtingen bekend zijn. Het tussentijds moeten bijstellen van keuzes kan aan de orde zijn.
De Operationeel Specialist C analyseert knelpunten in de uitvoeringspraktijk en adviseert vanuit deze analyse over verbeteringen in de uitvoeringspraktijk.
(2.) De Operationeel Specialist C organiseert, ondersteunt en begeleidt de implementatie (regie) van vastgestelde (nieuwe) kaders, werkwijzen, procedures, instrumenten, methoden en technieken en beleid, alsmede vastgestelde verbeteringen in de uitvoeringspraktijk. Hij analyseert, monitoort en evalueert daartoe de voortgang en het effect van implementatie aan de hand van vastgestelde kwaliteits-/ duurzaamheidindicatoren, analyseert de oorzaak van afwijkingen en adviseert over bijsturing.
De Operationeel Specialist C initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert op inhoudelijke samenwerking netwerken en verricht operationele sturing ten behoeve van de uitvoering van plannen van aanpak voor opsporingsonderzoeken c.q. onderzoeksclusters en voor de aanpak van veiligheidsproblematiek waarin de specialisatie leidend is, alsmede voor plannen van aanpak van implementatie en regisseert de inhoudelijke samenwerking met partners op vastgestelde onderwerpen.
De Operationeel Specialist C maakt uitvoeringsafspraken met leidinggevenden en netwerkpartners over de uitvoering van plannen van aanpak van implementatie; hij stuurt op het maken van randvoorwaardelijke afspraken en stuurt op nakoming van afspraken gericht op het realiseren van vastgestelde resultaten en implementatie-regie.
De Operationeel Specialist C bevordert de deskundigheid van collega’s door vanuit specialisatie kennis en vaardigheden over te dragen. Hij bevordert en beoordeelt als mentor de vakvolwassenheid van collega’s.”
4.12.1.Het zwaartepunt van de (kern van de) functie van Operationeel Specialist C is voor wat betreft de praktijkinzet gelegen in het opstellen van (maatwerk)plannen van aanpak, het organiseren en coördineren van de uitvoering daarvan en het daarin keuzes maken. Dit is tevens onderscheidend ten opzichte van de praktijkinzet van de Operationeel Specialist B, die ook oplossingen aandraagt, maar zelf geen keuzes maakt en die – als intermediair – vraag en aanbod bij elkaar brengt.
4.12.2.De rechtbank is met verweerder van oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij organisatorische coördinatie heeft verricht, zoals bedoeld in de functiebeschrijving. Organisatorische coördinatie houdt mede in het – in afstemming met de leidinggevende – vertalen van de in het plan van aanpak benoemde collectieve activiteiten en resultaten naar individuele werkafspraken, het bewaken van de voortgang van de (individuele) werk-afspraken, het in dat kader voeren van voortgangsgesprekken en functioneringsgesprekken met betrekking tot de kwalitatief en kwantitatief geleverde prestaties in relatie tot de gemaakte uitvoerings-/randvoorwaardelijke afspraken met de hem toegewezen mensen en het informeren van de leidinggevende ten behoeve van het maken van ontwikkelafspraken en beoordeling. In de verklaringen van [A] en [B] wordt weliswaar te kennen gegeven dat eiser als projectleider van het project FTA (voor de invoering van nieuwe DNA wangslijm afnamesets) de projectleden aanstuurde, maar daaruit valt niet af te leiden dat hij ook individuele werkafspraken met hen heeft gemaakt en voortgangsgesprekken heeft gevoerd. Uit die verklaringen valt bovendien af te leiden dat eiser toestemming moest vragen voor bepaalde besluiten. Dit sluit veeleer aan bij de rol van intermediair die consensus moet creëren en niet bij de rol van organisator en coördinator die ook keuzes moet maken en dienovereenkomstig beslissingen neemt. Daarmee is dan ook niet aannemelijk gemaakt dat eiser aan dit discriminerende niveaubepalende element voldoet.
4.13.1.Voor wat betreft de beleidsinzet vormt de regiepositie het zwaartepunt van de (kern van de) functie van Operationeel Specialist C. De regie op zowel de (organisatie van de) implementatie van beleid als de inhoudelijke samenwerking is onderscheidend ten opzichte van de beleidsinzet van de Operationeel Specialist B.
4.13.2.Niet langer in geschil is dat eiser gedurende de referteperiode de vereiste regierol heeft vervuld wat betreft de inhoudelijke samenwerking. Naar het oordeel van de rechtbank is eiser er daarentegen niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat hij die regierol ook heeft vervuld ten aanzien van de implementatie van beleid. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de regiepositie bij de landelijke implementatie van de DNA wangslijmset formeel was belegd bij de implementatiemanager van het Politiedienstencentrum, mevrouw [C] . Eiser wist dat zij de implementatiemanager van de DNA wangslijmset was. De verantwoordelijkheid voor het organiseren, begeleiden en ondersteunen van de implementatie van de DNA wangslijmset lag derhalve bij de implementatiemanager, ook indien zou moeten worden aangenomen dat de implementatiemanager zich feitelijk alleen maar heeft beziggehouden met de aanbesteding en logistiek, zoals eiser heeft gesteld. Omdat eiser niet de regiepositie over de implementatie van de DNA wangslijmzet had, was hij niet verantwoordelijk voor het opstellen van een plan van aanpak en het organiseren en aansturen van de uitvoering daarvan. Eiser is weliswaar betrokken bij de implementatie van de DNA wangslijmset, maar de door hem in dat kader verrichte werkzaamheden zijn veeleer aan te merken als begeleiding van de implementatie dan van het organiseren van de implementatie en het toezien op het effect daarvan.