Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
MfE”) en
VC.
[bedrijf1]”). [bedrijf1] was 100% aandeelhouder van [bedrijf 2] (hierna: “
[bedrijf 2]”). [gedaagde partij] was ook bestuurder van [bedrijf 2] . [bedrijf 2] is op 17 maart 2020 in staat van faillissement verklaard.
[bedrijf3]”), [bedrijf4] (hierna: “
[bedrijf4]”) en [bedrijf5] (hierna: “
[bedrijf5]”).
Getriebebau Nord”) als leninggever een overeenkomst van geldlening gesloten voor een bedrag van € 75.000,00 (hierna: “
geldlening Nord”).
AGCO”) als leninggever een overeenkomst van geldlening gesloten voor een bedrag van € 350.000,00 (productie 6 bij dagvaarding) (hierna: “
geldlening AGCO”). AGCO zou het bedrag van € 350.000,00 in twee termijnen van elk € 175.000,00 ter beschikking stellen, respectievelijk direct na ondertekening van de overeenkomst en twee weken later (artikel 2 sub 1 en 2). De eerste termijn is uitbetaald. Op verzoek van [gedaagde partij] , op 1 maart 2019, is de tweede termijn niet meer verstrekt..
Component Supply Agreement.
activaovereenkomst(door partijen en ook verder in dit vonnis aangeduid als “
APA”) gesloten (productie 2 bij dagvaarding). In het kader hiervan heeft MfE Beheer alle aan de onderneming van [bedrijf5] dienstbare (im)materiële activa zoals omschreven in artikel 2 APA gekocht per 1 april 2019.
het klantenbestand, waarvan de (klant)gegevens zijn opgesomd inBijlage 1;
alle rechten op de handelsnaam van [bedrijf5] .;
de rechten op domeinnamen, de telefoon- en faxnummers en de website met bijbehorende en daaraan gelieerde URL’s en de e-mailaccounts van [bedrijf5] . ;
de digitale bestanden van [bedrijf5] voor zover beschikbaar, dit bevat niet de financiële administratie;
alle mallen, tekeningen en overige technische en commerciële informatie van [bedrijf5] B.V.;
alle eventuele intellectuele eigendomsrechten van [bedrijf5] . (zoals beeld- en woordmerken, logo’s en dergelijke);
8.1De aan de overdracht van de Activa ten grondslag liggende overeenkomst is mede gebaseerd op de informatie zoals die door verkoper aan koper is verstrekt voor, bij en na de totstandkoming van deze koopovereenkomst. De verkoper garandeert ten aanzien van de Activa het volgende:
alle door verkoper verstrekte informatie geeft een juist, volledig en getrouw inzicht in omvang, aard en samenstelling van tot de Activa behorende goederen en rechtsverhoudingen;
behoudens voor zover uit de informatie die door verkoper aan koper is verstrekt anders blijkt of voortvloeit:
zijn er geen door de verkoper gevoerde procedures die met de Activa verband houden en zijn er geen concrete feiten of omstandigheden bekend, die met betrekking tot de Activa tot een procedure zouden kunnen leiden;
heeft verkoper het volle en onbezwaarde recht op de verkochte goederen en zijn deze niet onderworpen aan hypotheek, pand, cessie of enige bezwarende overeenkomst;
heeft verkoper geen personeel in dienst dat als gevolg van de verkoop en levering van de Activa in dienst komt van koper;
bestaan ter zake van de verkochte en geleverde goederen geen claims van derden, anders dan als gevolg van een normale bedrijfsvoering.
door koper op te richten besloten vennootschap waarin de over te nemen activiteiten zullen gaan plaatsvinden.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Voorts blijkt volgens MfE Beheer c.s. uit het handelen van [gedaagde partij] dat hij nooit voornemens is geweest om [bedrijf5] aan MfE Beheer c.s. te laten betalen en heeft [gedaagde partij] er voor gezorgd dat [bedrijf5] geen verhaal zou bieden, hetgeen ook als onrechtmatig is aan te duiden volgens MfE Beheer c.s. Deze verwijten houden verband met de onder sub ii bedoelde situatie (frustratie van betaling en verhaal). De rechtbank zal deze verwijten dan ook toetsen aan de daarvoor geldende maatstaf.
februari 2019 is overeengekomen. De rechtbank overweegt dat uit niets blijkt dat AGCO, nadat zeven maanden zijn verstreken, de overeenkomst met VC heeft beëindigd vanwege het niet-betalen door [bedrijf5] van de geldlening AGCO. Er is derhalve op dit punt geen sprake van een tekortkoming van [bedrijf5] .
5 april 2019 door [bedrijf5] is afgelost, is de rechtbank van oordeel dat geen verband is aangetoond tussen het aangaan van de geldlening Nord door [bedrijf5] en het opzeggen van de overeenkomst met VC door Getriebebau Nord.
stelt dat [bedrijf5] geen werknemers had. De werknemers waar MfE Beheer c.s. op wijst, zijn werknemers die bij het gefailleerde [bedrijf4] in dienst waren.
[gedaagde partij] stelt dat de betreffende crediteuren, crediteuren zijn van het gefailleerde [bedrijf4] . [bedrijf5] heeft hen enkel bediend gedurende de tijdelijke voortzetting. Daarbij is het niet duidelijk welk verwijt [bedrijf5] en [gedaagde partij] als indirect bestuurder wordt gemaakt. De crediteuren betreffen passiva, die niet zijn overgedragen aan MfE Beheer, noch is hier enige garantie over afgegeven aan MfE Beheer. Ook voert [gedaagde partij] aan dat niet is onderbouwd of daadwerkelijk hogere prijzen in rekening zijn gebracht bij VC.
[gedaagde partij] voert aan dat de huurovereenkomst losstaat van de APA en geen verwijt of vermeend geleden schade uit het betoog van MfE Beheer c.s. te destilleren valt.
voert aan dat milieutechnische aspecten geen deel uitmaken van de overgenomen activa en daarmee evenmin van de APA. Voor zover toch inhoudelijk naar de verwijten wordt gekeken, betoogt [gedaagde partij] dat MfE Beheer c.s. wel degelijk op de hoogte was van de milieutechnische aspecten. Dit volgt uit het rapport van BMD Advies.
“(…) in de afgelopen jaren een gespannen relatie met [bedrijf1] is ontstaan. Dit is veroorzaakt door het niet toepassen van voorgeschreven maatregelen ten aanzien van reductie van geur- en stofemissies. Met uiteenlopende redenen. Tevens wordt nagenoeg bij alle besluiten van de omgevingsdiensten een juridisch traject gevolgd. Door de omgevingsdienst Achterhoek is aangegeven dat door de verschillende LOD’s[last onder dwangsommen, toevoeging rechtbank]
van de afgelopen periode en lopende trajecten niet hebben geleid tot het gewenste effect bij [bedrijf1] . Het gevolg is dat op dit moment geen vertrouwen is in de huidige bedrijfsvoering. Voor het uitspreken van het faillissement is door de omgevingsdienst Achterhoek overwogen om bestuursdwang tot het (gedeeltelijk) sluiten van de locatie over te gaan. De bedrijfsvoering van een eventuele opvolger zal met argusogen worden gevolgd.(…)”. [gedaagde partij] heeft onbetwist gesteld dat hij als indirect bestuurder van [bedrijf5] en de curator de betreffende informatie aan BMD Advies hebben aangeleverd. Uit het voorgaande volgt dat MfE Beheer c.s. voor het sluiten van de APA over zodanig adequate informatie beschikte dat de milieusituatie op het perceel haar kenbaar is geweest. Het had derhalve op de weg gelegen van MfE Beheer c.s. om nadere vragen te stellen aan [gedaagde partij] als indirect bestuurder van [bedrijf5] over de bevindingen in het rapport. Dit heeft zij klaarblijkelijk nagelaten en dat kan zij niet aan ( [gedaagde partij] als indirect bestuurder van) [bedrijf5] tegenwerpen.
[gedaagde partij] betwist echter dat hij heeft nagelaten de premie voor [bedrijf5] te betalen en legt als productie 25 bij conclusie van antwoord het betaalbewijs over.
€ 7.998,00(2 punten x tarief VIII € 3.999,00 )