In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 31 maart 2021 uitspraak gedaan over de intrekking van de AIO-aanvulling van eiser en de herziening van zijn ouderdomspensioen. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had de AIO-aanvulling ingetrokken omdat eiser en zijn echtgenote onroerend goed in Turkije bezitten, waarvan de economische waarde niet kon worden vastgesteld. Eisers stelden dat er sinds 2 september 2013 conservatoir beslag op de woning in Turkije ligt, wat hen belette om over het onroerend goed te beschikken. De rechtbank oordeelde dat de door eisers overgelegde documenten voldoende bewijs boden voor het bestaan van het conservatoir beslag, en dat zij daardoor niet in hun noodzakelijke kosten van bestaan konden voorzien. De rechtbank was het niet eens met de Svb dat eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd en concludeerde dat de intrekking van de AIO-aanvulling en de afwijzing van de aanvraag voor een nieuwe AIO-aanvulling op een onjuiste feitelijke grondslag berustten. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de Svb op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het griffierecht aan eisers werd vergoed en de proceskosten werden toegewezen.