Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
in de hoofdzaak en in het incident tot voeging
- de dagvaarding met producties
- de incidentele conclusie tot voeging van [voegende partij]
- de e-mail met bijlage van de parochie van 26 februari 2021
- de brief met bijlagen van [voegende partij] van 26 februari 2021
- de e-mails met bijlagen van [gedaagde] van 26 februari 2021
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde]
- de pleitnota van [voegende partij] .
2.De feiten
in de hoofdzaak en in het incident tot voeging
uiterlijk 31 januari 2021of zoveel eerder of later als partijen nader overeenkomen, ten overstaan van een door Koper nader te bepalen notaris.
vzr) voor elke sedertdien verstreken dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd zijn van drie pro mille van de koopprijs, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal. Indien de wederpartij na verloop van tijd de overeenkomst alsnog ontbindt dan zal deze boete verschuldigd zijn voor elke na afloop van de in 11.1 vermelde termijn van acht dagen verstreken dag tot aan de dag waarop de overeenkomst ontbonden is.
3.Het geschil
4.De beoordeling
in het incident tot voeging
ensecretaris, voor wier ondertekening aan het slot van de akte met zo veel woorden ook ruimte is gelaten, en voorts dat bisschoppelijke machtiging is vereist. Het moet [gedaagde] dan ook zonder meer duidelijk zijn geweest dat de instemming van [persoon A] niet volstond en dat voor de totstandkoming van een rechtsgeldige koopovereenkomst met de parochie tevens de instemming van [persoon C] en van de bisschop was vereist.
1.016,00
1.016,00