Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[eiser], te [woonplaats], eiser,
[derde-partij], te [woonplaats].
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die was verleend aan een derde-partij voor de realisatie van een biologische pluimveehouderij met 13 stallen. Eiser, die zich benadeeld voelde door de vergunning, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem. De rechtbank heeft onderzocht of eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt, waarbij de geurbelasting van de pluimveehouderij een cruciale rol speelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geurbelasting voor eiser meer bedraagt dan de streefwaarde uit het Gelderse geurbeleid, waardoor eiser gevolgen van enige betekenis ondervindt en dus als belanghebbende kan worden beschouwd. De rechtbank heeft ook de gezondheidsrisico's en fijnstofemissies in overweging genomen, maar oordeelde dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de pluimveehouderij onaanvaardbare risico's voor de gezondheid met zich meebrengt. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard.