Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 4
- de producties 1 tot en met 33 van de zijde van ING Bank
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van ING Bank.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft eiser, een ondernemer, een kort geding aangespannen tegen ING Bank N.V. met het verzoek om de BKR-registratie met de bijzonderheidscode A2 te verwijderen. Deze registratie was het gevolg van een betalingsachterstand op een kredietovereenkomst die eiser had afgesloten voor zijn eenmanszaak. Eiser stelde dat de handhaving van de BKR-registratie hem belemmert in het verkrijgen van een hypotheek, wat hem zou verhinderen om zijn ex-echtgenote uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheek te ontslaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond, aangezien hij niet kon onderbouwen dat zijn belangen zwaarder wegen dan de belangen van ING Bank en andere kredietverstrekkers. De voorzieningenrechter oordeelde dat de registratie rechtmatig was en dat de inbreuk op de belangen van eiser niet onevenredig was in verhouding tot het doel van de registratie. De vordering van eiser werd afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.