Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
“om tot beëindiging van het dienstverband over te gaan en wel met ingang van heden, 18 november 2019”. Daarbij heeft de gemachtigde erop gewezen dat een ontslagvergunning bij het UWV niet vereist is, dat wat haar cliënt betreft beëindiging door middel van het sluiten van een vaststellingsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid mogelijk is als de wettelijke transitievergoeding wordt voldaan en een correcte eindafrekening plaatsvindt. De gemachtigde wijst er in het schrijven voorts op dat [gedaagde] op grond van de uitspraak van de Hoge Raad op grond van goed werkgeverschap verplicht is om in te stemmen met voornoemd voorstel. De gemachtigde maakt namens [eiser] aanspraak op een transitievergoeding ten bedrage van € 43.068,- bruto en verzoekt zo spoedig mogelijk te vernemen, doch uiterlijk op 25 november 2019.